100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
bedrijfseconomie NIMA marketing SAMENVATTING HELE BOEK $11.39   Add to cart

Summary

bedrijfseconomie NIMA marketing SAMENVATTING HELE BOEK

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

bedrijfseconomie NIMA marketing SAMENVATTING HELE BOEK

Preview 3 out of 21  pages

  • Yes
  • April 23, 2021
  • 21
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
bedrijfseconomie Basiskennis marketing
1
H1 - Marketing
Om een product zo succesvol mogelijk te maken moet een bedrijf rekening houden het de
behoeften en wensen van de klant. Hiermee maak je een marketing concept.
Marketing bestudeert het gedrag van de afnemers en stelt hun behoefte centraal.
De functie van marketing is om winstgevende wijze de wensen en behoeften van de
afnemers te bevredigen.

We kunnen de volgende marktbenadering oriëntaties onderscheiden:
- Bij productie oriëntatie is zoveel mogelijk producten produceren tegen een zo laag
mogelijke prijs.
- Bij productoriëntatie is de kwaliteit van het product vormt een belangrijke
voorwaarde voor de verkoop ervan.
- Bij verkooporiëntatie (bij overschotten) het verhogen van de effectiviteit van de
verkoop
- Bij marketing oriëntatie richt de ondernemer op de markt.
- Bij maatschappelijke oriëntatie wordt er rekening gehouden het de maatschappij.
Verkopersmarkt is dat er een tekort bestaat aan allerlei producten zodat de
producenten/verkopers het eigenlijk voor het zeggen hebben.
Kopersmarkt is een markt waar de prijs wordt bepaald voor de koper.

Een afnemer is een particulier of een organisatie die producten of diensten koopt of huurt.
Er zijn twee soorten:
- De finale afnemer koopt goederen/diensten voor zichzelf.
- De industriële afnemer koopt goederen/diensten om door te verkopen.

De marketing gericht op de industriële afnemer noemen we industriële marketing.
De marketing gericht op de consument noemen we consumentenmarketing.
De marketing die zich richt op de distribuanten noemen we handelsmarketing.
Ook de afnemers die het product overwegen te kopen horen bij de afzetmarkt, potentiële
afnemers.
Verschillen tussen industriële marketing en consumentenmarketing.
- Het aantal consumenten is groter dan het aantal industriële afnemers.
- Consumentenmarketing → verspreide geografische naam, industriële marketing →
geografisch geconcentreerd
- Bij een industriële afnemer is er sprake van langdurige relatie.
- Afgeleide vraag. Consumenten beslissen zelf of ze producten kopen.
- Consumentenmarketing is emotioneel.

De vier marketinginstrumenten:
- Product
- Prijs
- Plaats
- Promotie




1

, bedrijfseconomie Basiskennis marketing
2


Bij een goede marketingmix komen er drie R’s:
- Ruil
- Relatie
- Reputatie
= Relatiemarketing

Interne omgevingsfactoren liggen binnen het bedrijf, binnen de individuele organisatie.
Binnen het bedrijf spelen de volgende interne omgevingsfactoren een rol:
- De productiecapaciteit is het max hoeveelheid producten die een bedrijf kan
produceren.
- De financiering
- De marketingmix
- Het personeel

Factoren uit de macro-omgeving zijn externe, niet-beheersbare invloeden vanuit de
maatschappij. Deze invloeden kunnen betrekkingen hebben op:
- Economische omgevingsfactoren, die het inkomen van consument beïnvloeden.
- Demografische omgevingsfactoren, die bepalen opbouw en samenstelling van de
bevolking.
- Politiek-juridisch omgevingsfactoren, alle maatregelen, wetten en voorschriften.
- Sociaal - culturele omgevingsfactoren, ontwikkelingen in de samenleving die het
koopgedrag van de afnemers bepalen, zoals nieuwe trends.
- Technologische omgevingsfactoren, die van invloed zijn op de marktpartijen.
- Maatschappelijke omgevingsfactoren, alle stromingen en ideeën die vanuit de
maatschappij het ondernemingsbeleid beïnvloeden.

E-commerce is het kopen van producten online.
E-business praktische zaken online. Value extension is het verbeteren van toegevoegde
waarde van de aangeboden producten en diensten voor de consument

H2 - Marketing - management
We spreken van een organisatie als een geordende groep mensen de beschikking heeft
over middelen om een doel te realiseren.
Bij bedrijven maken we onderscheid tussen:
- Een profit organisatie is een organisatie die streeft naar winst.
- Bij een non-for-profit organisatie is er geen winstoogmerk. Zoals Rode kruis.

Organisatie structuren:
- Bij een lijnrelatie is er een relatie tussen de leider en zijn ondergeschikten. De leider
kan opdrachten geven aan ondergeschikte.
- Bij een stafrelatie is dat de staffunctionaris alleen verantwoordelijk is voor de
kwaliteit van het advies dat hij geeft. (Specialisten)
- Bij een matrixorganisatie zijn de projecten niet eenmalig, maar een blijvend
karakter. Deze organisatievorm is dat de medewerkers door verschillende leiders
worden aangestuurd. Er zijn drie soorten leiders:



2

, bedrijfseconomie Basiskennis marketing
3
- De hiërarchische leider heeft een eindverantwoordelijkheid voor het
product.
- De operationele leider geeft de opdracht tot uitvoering van het product.
- De functionele leider: deze is gespecialiseerd in een bepaald onderdeel van
het project.
Lijnrelatie + stafrelatie = lijn-staf-organisatie.
We kunnen de organisaties weergeven in een schema, organogram.

De meest voorkomende marketingfuncties:
- De marketing directeur geeft leiding aan de marketing en verkoopfunctie.
- De marketingmanager staat onder de marketingdirecteur. De manager is
verantwoordelijk voor analyse, uitvoering en evaluatie van organisatie.
- De marketing services manager doet planning, administratie en klantenservice.
- De productmanager is verantwoordelijk voor analyse, uitvoering en evaluatie van
product.
- De accountmanager zorgt voor de grote klanten.
- De category manager is verantwoordelijk voor de analyse, planning en
implementatie van de marktactiviteiten voor assortimenten of product.
- Een online manager houdt zich bezig met communicatie online.
- Een webshop manager zorgt voor de website dat die het blijft doen.
- Een content manager houdt zich bezig het website mooi maken etc.

De bedrijfsprocessen bij e-business (EB) zijn :
- E-commerce (EC): kopen en verkopen van producten.
- Business intelligence (BI): marktonderzoek.
- Customer relationship management (CRM): continu en systematisch ontwikkelen
van relaties het klanten.
- Supply chain management (SCM): is het op elkaar afstemmen van logistieke
activiteiten binnen de afzonderlijke schakels.
- Enterprise resource planning (ERP): is een intern gericht systeem om binnen de
organisatie efficiënter te werken.
EB = EC + BI + CRM + SCM + ERP

Langetermijnplannen is 5 - 10 jaar.
Middellangetermijnplannen is 2 - 5 jaar.
Kortetermijnplannen is 1 jaar.
Strategisch plan gaat om het plannen van de hoofddoelstellingen van een onderneming.
De keuze kan niet op korte termijn verandert worden.

De core business betreft de kernactiviteiten van de organisatie.

Grote ondernemingen bestaan uit SBU’s (Strategic Business Units). Binnen een grote
organisatie zijn zelfstandige dingen. Kenmerken:
- Eigen doelstellingen en missie, onafhankelijk van anders SBU’s
- Eigen strategisch ondernemingsplan
- Eigen doelgroepen



3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophiesamenvattinge. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.39. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79202 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$11.39
  • (0)
  Add to cart