Beknopte samenvatting van de hoorcolleges, inclusief de jurisprudentie dat is besproken tijdens de hoorcolleges. Ik heb ook alle hoorcolleges letterlijk uitgetypt, zie hiervoor mijn ander bestand bij mijn uploads. Zelf heb ik een 8 gehaald op dit vak!
Thanks for your great review!! Good luck with your studies ☺️

By: Selhij • 2 year ago
By: myrondewolff • 2 year ago
Translated by Google
Thanks for your great review! Good luck studying!

By: ninavtn • 2 year ago
Translated by Google
Comprehensive and clear summary. I have completed my own notes from the lectures with this document and therefore I achieved an 8 on the retake. Thank you super!
By: myrondewolff • 2 year ago
Translated by Google
How good to hear!! Super!
Seller
Follow
myrondewolff
Reviews received
Content preview
SAMENVATTING BPR
WEEK 1 (INLEIDING + BEVOEGDHEID)
Dagvaardingsprocedure = eiser stelt een vordering te hebben (vorderingsrecht), gedaagde verweert zich
daartegen, de rechter moet het geschil beslechten (A krijgt gelijk, of B krijgt gelijk) à uitbrengen en laten
betekenen door deurwaarder, aanhangig op moment van tekenen.
Verzoekschriftprocedure = het is niet zo zeer een geschil tussen A en B, maar 1 persoon die wil iets ten aanzien
van zijn persoonlijke of familiestaat (personen- en familierecht). De rechter hakt dus geen knoop door in een
geschil, maar bevestigt of wijzigt een rechtstoestand à indienen bij Rb, aanhangig op moment binnenkomst Rb.
Dagvaardingsprocedure (titel 2) à Verzoekschriftschriftprocedure (titel 3) à
‘vordering’, ‘vorderen’ ‘op verzoek’, ‘verzocht’
Rechtsingang Dagvaarding laten uitbrengen en Verzoekschrift (rekest) indienen bij rechtbank
betekenen door deurwaarder (op (aanhangig op moment van binnenkomst bij
moment van betekening aanhangig) rechtbank) à richt zich tot de rechter
(art. 125 Rv) (richt zich tot tegenpartij)
Bevoegde rechter Woonplaats gedaagde (art. 99 Rv) Woonplaats verzoeker (eiser) (art. 262 Rv)
Uitspraak Vonnis (rb) à arrest (hof) à arrest Beschikking (rb) à beschikking (hof) à
(HR) beschikking (HR)
Soort recht Vorderingsrecht (er is een geschil) Vaak geen geschil, maar 1 persoon wil iets t.a.v.
- Er is altijd een wederpartij. zijn persoonlijke of familiestaat (rechter bevestigt
of wijzigt rechtstoestand).
- Bijv. art. 1:150, 1:227, 1:379 BW
- Niet altijd een tegenpartij.
Proces- Verplicht bij vorderingen boven Niet verplicht.
vertegenwoordiging €25.000 (kantonrechter) + Zaken bij
Civiele Kamer.
Inhoud procedure Dagvaarding is heel formeel. Verzoekschrift is vaak informeel (verweerschrift
is niet eens verplicht).
Verkeerde rechtsingang gekozen? à art. 69 Rv = alleen maar als je je terecht vergist (geen kwade bedoeling).
- Stel je gaat naar de civiele rechter, terwijl je bestuursrechtelijk bezwaar of beroep had moeten instellen
bij de bestuursrechter. Dan zal de civiele rechter zich in beginsel onbevoegd/niet ontvankelijk verklaren
o.g.v. art. 70 Rv. Maar in sommige gevallen, namelijk als het onduidelijk is of je bij de bestuursrechter
of burgerlijke rechter had moeten zijn, dan krijg je nog wel de kans om de bestuursrechtelijke procedure
te voeren (art. 70 lid 2 Rv).
Functies BPR = zorgen dat wat materiële recht belooft, ook echt gebeurd & ter voorkoming van eigenrichting.
Procesvertegenwoordiging = in het burgerlijk recht mag je in beginsel zonder advocaat procederen. Bij
dagvaardingszaken met een vordering van meer dan €25.000 geldt wel verplichte procesvertegenwoordiging.
- Als gedaagde bij kort geding (voorzieningenrechter) ook geen verplicht advocaat.
- Als je bij kantonrechter aankomt met advocaat, dan wordt deze aangeduid als gemachtigde (niet als
advocaat).
Verbintenis kent 3 elementen:
1. Kern à het vorderingsrecht (schuldeiser) en schuld (schuldenaar)
2. Veroordelingsmogelijkheid à rechtsvordering (schuldeiser) en aansprakelijkheid (schuldenaar)
3. Executiemogelijkheid à executierecht (schuldeiser) en uitwinbaarheid (schuldenaar)
Art. 3:276 BW à A kan op gehele vermogen van B verhalen, kan op alles wat hij maar wil beslag leggen.
Wet KEI = vereenvoudiging rechtsingang (geen dagvaarding of verzoekschrift, maar de procesinleiding (art. 30A
Kei-Rv). Het is nieuwe wetgeving voor digitaal procederen en ‘versnelling van procedures’/digitalisering.
Wanneer geldt wetboek KEI?:
Gemaakt door Myron de Wolff. Niet doorsturen! 1
, - Bij vorderingszaken (dagvaardingsprocedures) met verplichte procesvertegenwoordiging (dus niet bij
kantonrechter en bij verzoekschriftprocedures) bij rechtbanken Midden-NL en Gelderland.
- Vorderingszaken bij HR (dagvaardingsprocedures).
* Een dagvaardingszaak in KEI heeft een vorderingszaak.
Rechter(s)/gerecht(en) (art. 2 RO)
- Rechtbanken à 11 Civiele kamer (advocaatzaken) & Kantonrechter in zijn eentje (art. 47 RO)
- Gerechtshoven à 4
- Hoge Raad à 1
* Als gedaagde bij kortgeding (voorzieningenrechter) heb je geen advocaat nodig.
** Als je bij de kantonrechter aankomt met een advocaat, dan wordt deze aangeduid als gemachtigde.
5 Beginselen van BPR (art. 6 EVRM)
1. Recht op toegang tot de rechter à Er moet een rechter zijn, waar je heen kunt om je burgerrechtelijke
rechten te verwezenlijken. (Arey/Ierland = Ierse dame wilde scheiden van haar man. De ontheffing tot
de plicht om samen te wonen kon alleen door de rechter uitgesproken worden, er gold een verplichte
procesvertegenwoordiging. Mevr. Arey kon geen advocaat betalen. Europees Hof zegt: Ierland, als jij
zo’n procedure voorschrijft, waarbij een advocaat verplicht is en iemand kan dat niet betalen, dan
verhinder je de toegang tot de rechter, dit moet je dus anders doen. Rechtsregel: recht op toegang tot
civiele rechter, mag niet alleen een theoretisch en illusoir recht zijn, nee dat moet ook praktisch kunnen
worden uitgevoerd.) In NL kennen we hiervoor het systeem van gefinancierde rechtsbijstand.
2. Onpartijdig en onafhankelijk gerecht à onafhankelijk t.o.v. de uitvoerende macht (regering) en
wetgevende macht (parlement + regering) (art. 116 en 117 Gw).
o Als er partij voor rechter staat die hij kent, dan moet hij zich verschonen (art. 36 e.v. Rv).
o Objectieve (schijn van partijdigheid, dat hij laat doorschemeren dat hij voor een bepaalde partij
is) en subjectieve onpartijdigheid (dat rechter zich actief onpartijdig tegenover een van de
partijen gedraagt) à kan resulteren in een verzoek tot wraking (art. 36 e.v. Rv).
3. Recht op eerlijke behandeling à Hoor en wederhoor (art. 19 Rv)! (Schook/Vergeer = Vergeer
verhuurde een pand aan Schook. Vergeer vordert verklaring voor recht dat Schook’s pand niet is aan te
merken als bedrijfsruimte (want dan had Schook een vrij ruime huurdersbescherming). De rechter stelde
vast dat het hier ging om een opslagruimte. Dit is gebaseerd op ‘niet-officiële bezichtiging’ (de rechter
heeft het pand 2x ‘onofficieel’ bezichtigd). Rechtsregel: rechter mag geen gegevens die niet van algemene
bekendheid zijn aan zijn beslissing ten grondslag leggen als hij deze buiten de aanwezigheid van partijen
heeft verschaft).
o Beide partijen moeten over dezelfde wapens beschikken (processuele gelijkheid).
o Verplichting van de rechter om zijn uitspraak te motiveren (art. 121 Gw, art. 30 Rv), tenzij uit
de wet anders voortvloeit (art. 279 lid 1 jo. art. 700 Rv).
4. Behandeling en uitspraak in het openbaar à art. 121 Gw, art. 4 en 5 RO, art. 27 – 29 Rv
5. Resultaat binnen redelijke termijn à als het wordt overschreden: vordering tot immateriële
schadevergoeding o.g.v. onrechtmatige daad tegen de Staat.
o Eisers/ Gemeente de Bilt = of de redelijke termijn is overschreden, hangt onder andere af van
de aard, ingewikkeldheid en het belang van de zaak en het procesgedrag van partijen.
.
Rechtsmacht: Is NL-rechter bevoegd? (art. 1 Rv, wereld in 3 territoria verdelen)
1. Gedaagde woont in een land van EU
o Brussel II bis (huwelijkszaken, scheidingszaken, alimentatieverplichtingen)
o Brussel I bis (bij burgerlijke en handelszaken) (Herschikking EEX-verordening)
§ Alle 28 lidstaten + Denemarken = 29 in totaal
§ Uniforme uitleg van deze verordening wordt gedaan door Europees Hof van Justitie
(HvJEG), via prejudiciële vragen, hoogste nationale rechter kan dit doen (HR).
Gemaakt door Myron de Wolff. Niet doorsturen! 2
, Tentamen volgorde
1. Valt het geschil onder werkingssfeer of materieel toepassingsgebied van Brussel I bis? (art. 1).
2. Welke rechter is bevoegd?:
- Hoofdregel internationale bevoegdheid (art. 4 Brussel I bis) = rechter van de woonplaats van
verweerder/gedaagde
- Alternatieve fora (art. 7 lid 2 t/m 7 en art. 8 Brussel I bis) à Fiona Shevill = rechter
handlungsort (plaats van handeling) mag over alles oordelen, maar de rechter van het
erfolgsort (plaats waar schade wordt geleden) mag alleen oordelen over de schade in het
erfolgsort.
- Exclusieve fora (art. 24 Brussel I bis)
- Forumkeuze (art. 25 Brussel I bis) à overeenkomst/contract tussen grensoverschrijdende
partijen.
Dus: Hoofdregel = rechter van woonplaats verweerder/gedaagde. Dan kijken naar alternatieve fora, exclusieve
fora en forumkeuze (woonplaats = art. 1:15 BW).
2. Gedaagde woont in land waar EU nauwe banden mee heeft à EVEX II (Lugano) = geldt voor
Noorwegen, Zwitserland, IJsland (heeft geen Europees Hof van Justitie!). Dit is een parallel verdrag.
3. Gedaagde woont ergens anders (alle andere landen) à art. 1 Rv = onverminderd het bepaalde in
verordeningen en verdragen, dan gelden artikelen in eerste afdeling à Dus als je niet in EU, Denemarken,
Noorwegen, IJsland, Zwitserland woont, dan gelden de regels van art. 1 t/m 14 Rv à hoofdregel: rechter
woonplaats gedaagde/verweerder is bevoegd.
Welke NL-rechter is bevoegd?
Absolute bevoegdheid = regelt welke rechter bevoegd is om kennis te nemen van een bepaalde zaak. Naar welk
gerecht moet ik, welk type gerecht is bevoegd?
- Rechtbank (o.g.v. art. 42 RO) = hoofdregel!
o Bij rechtbank moet je ook altijd kijken naar de sector bevoegdheid.
- Gerechtshoven (art. 60 Wet RO)
- Hoge Raad (art. 78 Wet RO)
* Als je nou naar verkeerd gerecht gaat? Rechter toetst zelf ambtshalve of hij absoluut bevoegd is (o.g.v. art. 72
Rv). Bij verkeerd gerecht verwijst hij o.g.v. 73 Rv naar absoluut bevoegde rechter.
Sector bevoegdheid à naar kantonrechter of sector civiele zaken (advocaat verplicht)?
Kantonrechter (art. 93 e.v. Rv) Civiele rechter (sector civiel)
Waardevorderingen tot €25.000. Waardevorderingen van meer dan €25.000.
Aardevorderingen (art. 93 onder c) à arbeidszaken, Waardevorderingen van onbepaalde waarde (van
huurzaken, consumentenkoopzaken, onbepaalde waarde is sprake als in een zaak partijen
consumentenkredietzaken (hierbij geldt geen max. twisten of er tussen hen een overeenkomst bestaat, of
bedrag) een zaak waarbij een partij wil dat de tegenpartij iets
doet of ergens mee stopt).
Bij verzoekschriftprocedure: art. 1:235 BW, art. 4:157 Echtscheiding, alimentatie, voogdij en adoptie.
BW en art. 7:671b BW
Bewind, curatele, mentorschap en het verwerpen of
(beneficiair) aanvaarden van een erfenis zijn
onderwerpen waar de kantonrechter over gaat.
Inschakelen advocaat niet verplicht! (art. 79 lid 1 Rv) Inschakelen advocaat verplicht! (art. 79 lid 2 Rv)
Complicaties bij objectieve cumulatie waardevorderingen:
Bijv. A heeft van B te vorderen €20.000 EN €7.000 vanwege geldlening (waar ga je dan heen, want is boven
€25.000). En er is nog een schadevergoeding vanwege de onrechtmatige daad (ABG-casus):
- Object = schadevergoeding en geldlening. In NL kan je dit laten opnemen in 1 dagvaarding, je hebt dan
2 vorderingen. Art. 94 lid 1 Rv à optelregeling, in casu dus boven €25.000, dus moet naar sector civiel.
o Vraag op tentamen bijv: wat zou je A adviseren? 1 zaak starten en dan naar civiele rechter
(advocaat verplicht), of twee losse zaken bij kantonrechter starten (geen advocaat verplicht)
Gemaakt door Myron de Wolff. Niet doorsturen! 3
, Aard + waardevordering à Bijv. A heeft op B een vordering terzake van achterstallig loon van €20.000 (art. 93
onder c Rv), alsmede een vordering uit geldlening van €7.000 (art. 93 onder a Rv).
- Art. 94 lid 2 Rv à meerdere vorderingen, waarvan tenminste een als genoemd in art. 93 onder c of d,
dan worden deze vorderingen allemaal behandeld door kantonrechter.
- De aardvordering trekt de waardevordering in beginsel mee. In casu de aardvordering (achterstallig loon)
als de waardevordering dan hoger is dan €25.000, dan kan het best zijn dat de kantonrechter in casu
beslist.
Zaak ter reconventie à A heeft op B een vordering terzake van achterstallig loon; B vordert reconventioneel
terugbetaling van door A op kosten van B gevolgde opleiding van een bedrag van €40.000.
- Reconventie = Stel Amerikaan heeft vordering op Groningse, de Amerikaan brengt schade toe en dat wil
hij niet vergoeden. De schade van Groningse is €20.000 en de Groningse heeft een schuld van €7.000 bij
Amerikaan à art. 6:127 BW, verrekenen. Dit leidt ertoe dat er voor Groningse nog een actieve vordering
is van €13.000. Dan kun je gaan procederen en aangeven dat je een vordering had van €20.000 die leent
zich voor verrekening (art. 6:127 BW), en ik stel tegen u in een vordering van €13.000. De Amerikaan
zal zich verweren met de stelling, ik heb je helemaal geen schade toegebracht, die vordering bestaat
helemaal niet. En omdat je nu geen vordering hebt, heb je ten onrechte de €7.000 die je mij nog moet
betalen verrekend. Amerikaan stelt in deze procedure ook een vordering in tot het betalen van €7.000.
Dan heb je een eiser met een vordering en een gedaagde die ook een vordering instelt. Dan worden ze
eiser in conventie en gedaagde in reconventie (eiser) en eiser in reconventie en gedaagde in conventie
(gedaagde).
Relatieve bevoegdheid = welke rechter geografisch gezien bevoegd is om van de zaak kennis te nemen (aanhangig
dient te worden gemaakt).
- Dagvaardingsprocedures = de woonplaats van gedaagde (eiser in internationaal geval) à art. 99 Rv.
o Medebevoegdheidsregels à art. 100 – 107 Rv (let op art. 103, tweede zin Rv).
o Forum keuze à art. 108 Rv, soms beperkt mogelijk.
- Verzoekschriftprocedure = woonplaats verzoeker (art. 262 Rv)
o Specifieke bevoegdheid (exclusief) à art. 263 – 268 Rv.
* Relatieve onbevoegdheid = stel je moet bij de rechtbank in Groningen zijn, maar je gaat naar de rechtbank in
Leeuwarden à dan zit je bij een relatief onbevoegde rechter. Voor dagvaardingszaken zal je een beroep moeten
doen, als je dat niet doet dan gaat de rechter de zaak behandelen en wordt hij daarmee bevoegd (art. 110 lid 1,
eerste zin Rv). Je zult vóór alle weren een verweer moeten voeren!
- Uitzondering: art. 110 lid 1, tweede zin Rv à ambtshalve toetsing door de rechter zelf (consequentie =
verwijzing, art. 110 lid 2 Rv).
Bij verzoekschriftprocedure à hoofdregel is ambtshalve toetsing (art. 270 lid 1 Rv). Dit komt omdat bij
verzoekschriftprocedures vaak openbare orde een rol speelt, dus de rechter is zelf actiever. Hij verwijst dan.
- Uitzondering: bij scheidingszaken (art. 270 lid 2 Rv) à vaak om redenen van privacy, zaken zijn namelijk
openbaar dus iedereen kan komen kijken. Dan mag je dus zelf de relatieve rechter uitzoeken, tenzij er
verweer gevoerd wordt.
WEEK 2 (DAGVAARDING + PROCESVERLOOP)
Je mag niet titel 2 bepalingen voor titel 3 procedures gebruiken (en andersom), behalve bij art. 284 Rv (titel van
verzoekschriftprocedure). Dit artikel bepaalt dat de negende afdeling van de tweede titel (regels van bewijsrecht
van dagvaardingsprocedures) van overeenkomstige toepassing is, tenzij de aard van de zaak zich hiertegen verzet
- Bij verzoekschriftprocedures omtrent arbeidsrecht (boek 7, titel 10 BW), worden de relatieve
competenties van art. 99 e.v. Rv van toepassing verklaard à art. 7:686a Rv.
* In art. 31/32 Rv staat ‘op verzoek’ maar dit is geen verzoekschriftprocedure, maar een procedure op verlangen
(je kan gewoon een briefje sturen, deze hoeft niet te voldoen aan formele eisen van verzoekschrift).
Zaken van personen- en familierecht zijn vaak verzoekschriftprocedures. Zaken van vermogensrecht (boek 3, 5, 6
en grote delen van boek 7 BW) zijn vaak dagvaardingsprocedures (schadevergoeding, wanprestatie, onrechtmatige
daad). Zaken van ondernemingsrecht (boek 2 BW) is vaak een mix van beide.
Opstellen dagvaarding
De dagvaarding wordt meestal opgesteld door raadsman (advocaat) van partijen. Vooral bij zaken waarbij
verplichte procesvertegenwoordiging geldt. Bij kantonzaken (geen advocaat verplicht) komt het wel voor dat de
Gemaakt door Myron de Wolff. Niet doorsturen! 4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller myrondewolff. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.