100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
economie mobiliteit SAMENVATTING $7.15   Add to cart

Summary

economie mobiliteit SAMENVATTING

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

H1 - H6 ook veel opdrachten uitgelegd met voorbeelden en grafrieken

Preview 2 out of 9  pages

  • Yes
  • April 23, 2021
  • 9
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
economie mobiliteit




HOOFDSTUK 1 - Schaarste en ruil
1.1
Voordelen mobiliteit: bedrijven kunnen hun arbeidsproductiviteit verder opvoeren
Nadelen mobiliteit: milieu lijd onder de uitstoot van kooldioxide, langere files
Door verbeterde vervoersmogelijkheden en mobiliteit is de vraag naar reizen nog groter
geworden.

Arbeidsproductiviteit is de gemiddelde productie per werknemer per tijdseenheid.

1.2
Schaarste: als er middelen moeten worden opgeofferd om een product te maken.

1.3
Arbeidsdeling: mensen specialiseren zich door zich toe te leggen op één activiteit.
Specialist: is gespecialiseerd in een bepaald iets.

Door arbeidsdeling en specialisatie kunnen mensen steeds vaardiger worden. Ze kunnen
daardoor meer producten per uur produceren waardoor de arbeidsproductiviteit stijgt.

Directe ruil / ruil in natura: de ruil van goederen.
Nadelen: het is niet makkelijk om iemand te vinden die wil ruilen, ruilwaarde vaststellen kan
lastig zijn, producten kunnen bederfelijk zijn, sommige producten zijn moeilijk deelbaar,
moeilijk te vervoeren.

Transactiekosten: alle kosten die gemaakt worden om een ruil tot stand te brengen en af te
wikkelen.
Bij directe ruil zijn de transactiekosten hoog. Daardoor is directe ruil voor een groot deel
ingeruild met indirecte ruil.
Indirecte ruil: ruilen tegen geld of een ruilmiddel (een product dat iedereen graag wil).

Geld gebruiken we als:
- Ruilmiddel: transactie. (als je loon ontvangt op betaalrekening)
- Betaalmiddel: om te betalen.
- Rekenmiddel: hoeveel iets kost. Bijv: Henk verdient 100 per dag. Dit kost 10 euro.
- Spaarmiddel: inkomen niet uitgeven.

Informele economie → zwarte circuit: transacties worden niet aan belastingdienst verteld.
Formele economie → witte circuit: transacties worden aan belastingdienst verteld.

Niet-marktsector: Prijs wordt niet bepaald door vraag en aanbod. bijv non-profitsector en
overheid, onderwijs, ziekenhuizen. Dit is dus van een formele economie.
Grijze circuit: als van de niet-marktsector activiteiten niet worden geregistreerd.




1

, HOOFDSTUK 2 - Ruiltransacties en welvaart
2.1
Betalingsbereid: hoeveel je bereid bent om maximaal voor iets te betalen.

Kosten en baten:
- Kosten: bestaan uit de waarde van de opgeofferde schaarse middelen.
- Baten: worden gevormd door de mate van behoeftebevrediging.
Kosten en batenanalyse:
- Ook bedrijven maken hier gebruik van.
- Kosten liggen meestal in het heden.
- Baten liggen meestal in de toekomst.

Pareto-efficiënt: als de welvaart van A omhoog gaan en de welvaart van B omlaag gaat.
De prijs GO is gelijk aan MK

Nivellering: gelijk maken.
Denivellering: niet gelijk maken, één iemand kan rijk blijven terwijl de ander arm zou
kunnen zijn.

Welvaartstheorie: welvaart ontstaat uit gevolg van een ruiltransactie.

2.2/2.3
Individuele consumenten surplus: het verschil tussen het bedrag dat een koper maximaal
bereid is om te betalen (betalingsbereidheid) en de prijs die hij in werkelijkheid betaald.
Totale consumentensurplus: is het surplus van alle kopers samen.

Leveringsbereidheid: is de laagste prijs waarvoor een aanbieder zijn product wil verkopen.

Individuele producenten surplus: is het bedrag dat boven het bedrag van de
leveringsbereidheid zit.
Totale producentensurplus: is het surplus van alle producten samen.
P - MK

2.4
Het snijpunt van Qa en Qv geeft de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid aan.

Kenmerken volledige mededinging:
- Veel vragers een aanbieder.
- Homogeen product.
- Vrije toe en uittreding.
- Mark is transparant.

In grafiek als je consumentensurplus en producentensurplus moet tekenen:
Consumentensurplus is boven.




2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophiesamenvattinge. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.15. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78998 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.15
  • (0)
  Add to cart