HOOFDSTUK 1 - Een verkenning van de arbeidsmarkt 7+9
1.2 - Vragers en aanbieders op de arbeidsmarkt
BELANGRIJK:
- Soorten beroepsbevolking
- Ruime/krappe = laag/hoog conjunctuur enz
Arbeidsaanbod = beroepsbevolking = het totale aanbod op de arbeidsmarkt bestaat uit de
werkenden en de werklozen.
De vraag naar arbeids omvat:
- De totale vraag naar personeel van de particulieren bedrijven
- De totale vraag van de overheidsbedrijven.
Concrete markt is fysiek.
Abstracte markt is niet fysiek. De arbeidsmarkt is abstract.
Het UWV Werkbedrijf is een overheidsinstantie, met als belangrijkste taak de verzorging
van de uitkeringen van werknemersverzekeringen.
Tekort aan arbeidskrachten → arbeidsmarkt krap
Verkrapping van de arbeidsmarkt → vacatures nemen toe, maar werklozen niet.
De vraag naar arbeid groei sneller dan het aanbod.
Krappe arbeidsmarkt = hoogconjunctuur
Veel werklozen → arbeidsmarkt ruim
Verruiming van de arbeidsmarkt → weinig vacatures, maar veel werklozen.
Ruime arbeidsmarkt = laagconjunctuur.
Aanbod van arbeid werklozen werknemers+zelfstandige
(werkzame beroepsbevolking
Vraag naar arbeid werknemers+zelfstandige Vacatures
(werkzame beroepsbevolking
1
, HOOFDSTUK 2 - Het aanbod van arbeid 4, 5e, 6, 8, 9, 15, 28
2.1 - Tussen werk en vrije tijd
BELANGRIJK:
- Bruto/netto participatiegraad
- 3 formules kennen van ratio
- Rekensom invullen 2.16
Aanzuigeffect op de arbeidsmarkt, de toename van het arbeidsaanbod als gevolg van de
grotere kans op werk en hoger loon.
Ontmoedigingseffect op de arbeidsmarkt, bij stijgende werkloosheid zullen minder mensen
zich aanbieden op de arbeidsmarkt, omdat zij zich vrijwel kansloos achten bij het zoeken
naar een baan.
Voltijdbaan: 36 - 40 uur werken.
Deeltijd (parttime): gedeelte van een voltijdbaan.
Deeltijdfactor = arbeidsjaren/personen. Als iemand een deeltijdfactor heeft 0,6 dan werkt
deze persoon 60% van een voltijdbaan.
Arbeidsjaar is een voltijdbaan gedurende een heel.
Half arbeidsjaar, als iemand een jaar lang een halve voltijdbaan heeft.
P/a-ratio = personen/arbeidsjaren, geeft aan hoeveel personen gemiddeld per arbeidsjaar
werken.
Voorbeeld: p/a-ratio van 1,3 betekent dat 130 personen samen 100 arbeidsjaren werken.
2.2 - Arbeidsparticipatie
De personen in de leeftijdsklasse noemen we de beroepsgeschikte bevolking of de
potentiële beroepsbevolking.
Het deel van de beroepsgeschikte bevolking dat zich niet aanbiedt noemen we de
niet-beroepsbevolking.
De mate waarin de beroepsgeschikten deelnemen aan het arbeidsproces wordt weergeven
het de participatiegraad, ook wel een deelnemingspercentage genoemd.
We onderscheiden een netto en een bruto participatiegraad.
Bruto participatiegraad geeft aan hoeveel procent van de potentiële beroepsbevolking tot
de beroepsbevolking behoort. Tellen wel de werklozen mee.
Netto participatiegraad geeft aan hoeveel procent van de potentiële beroepsbevolking tot
de werkenden behoort. Tellen de werklozen niet mee.
Voorraadgrootheden = langer dan een jaar.
Stroomgrootheden = korter dan een jaar.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophiesamenvattinge. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.