Samenvatting van hoofdstuk 13 op basis van leerdoelen zodat je weet wat je moet kennen en kunnen. Uitgebreid en duidelijk. Alles wat je moet weten staat erin!
Samenvatting hoofdstuk 13
13.1
persoonlijke, sociale en collectieve identiteit
Onderscheiden, herkennen in tekst, voorbeelden van identiteitsconflicten herkennen en
benoemen
Persoonlijk= je zelfbeeld
Sociaal= groep waar je deel van uitmaakt
Collectief= beeld passend bij de groep waar je deel van uitmaakt
Conflict kan ontstaan wanneer jouw zelfbeeld of sociale identiteit niet past bij de collectieve
identiteit (bijv gierige Nederlanders)
Socialisatie (& acculturatie)
Herkennen in tekst, cultuurverandering kunnen verklaren mbv socialisatie
In het proces van socialisatie leren mensen hoe ze zich moeten gedragen. Zo leren ouders
hun kinderen manieren aan maar het gebeurd ook op school of via de media. Hiermee
kunnen ook de normen en waarden van mensen veranderen (denk aan zwarte pieten
discussie)
Typen bindingen
Herkennen in tekst, afhankelijkheid benoemen, machtsposities verklaren uit asymmetrische
afhankelijkheid
Typen bindingen: politieke, affectieve, cognitieve en economische bindingen. Onderling zijn
mensen afhankelijk van elkaar (in een gezin, groep en maatschappij). Politieke
afhankelijkheid is het lastigst: gaat over medewerking en bescherming (bijv juf met
kinderen).
Groepen kennen wel deze bindingen maar samenlevingen niet. Als een grotere groep
samenwerkt met een kleinere is er ongelijkheid, oftewel asymmetrische afhankelijkheid. De
grote groep heeft bijvoorbeeld meer onderhandelingsmacht en is daardoor minder
afhankelijk van de kleine groep.
Paradigma's over binding
Visies herkennen in tekst Visie op concreet bindingsvraagstuk formuleren vanuit paradigma
Functionalisten: als bepaalde functies/deelsystemen niet bijdragen aan het vormen van
bindingen kan de stabiliteit van de samenleving in gevaar komen. Binding = belangrijk!
Conflict: niet de bindingen tussen mensen maar juist de conflicten zijn interessant.
Sociaalconstructivisme: nadruk ligt op de persoonlijkheid/identiteit van de actor en zijn
identificatie.
Rationele-actor: bindingen zijn er omdat beide partijen er voordeel van hebben.
Groepsvorming = nutsmaximalisatie.
Soorten groepen
Herkennen in tekst
Formele groepen (vastgelegd met regels, rollenstructuur)
Informele groepen (niet vastgelegd met regels, rollenstructuur, stilzwijgende binding)
Primaire groepen (persoonlijke en emotionele band, belangrijk op micro en meso niveau)
Secundaire groepen (onpersoonlijk, doelgericht, macro niveau en voor sociale controle)
, Fasen van groepsvorming
Herkennen in tekst Dus met behulp van een beschrijving van hoe een groep functioneert,
kunnen bepalen in welke fase de groep zit
1. Oriëntatiefase: onzekerheid overheerst in de groep
2. Conflictfase: verschillen in opvattingen worden duidelijk, leidt tot conflict
3. Integratiefase: evenwicht, focus op gedeelde normen en er wordt meer geluisterd
4. Uitvoeringsfase: samenwerking, problemen ontstaan niet meer door samenwerking
5. Ordefase: institutionaliseren van groepssamenwerking, dus regels vastleggen
In- en uitsluiting
3 verschillende vormen herkennen in tekst Verbanden tussen identiteit en uitsluiting
herkennen
- Niet erbij willen - Niet er bij mogen - Niet erbij kunnen
Of je bij de in- of outgroup hoort heeft te maken met je identiteit. Ingroup geeft een persoon
sociale binding en een identiteit.
Sociale cohesie
Herkennen in tekst Standaard-indicatoren kennen en kunnen interpreteren Met behulp van
oorzaken kunnen verklaren waarom cohesie groeit of krimpt
Of de sociale cohesie groeit of krimpt hangt van deze 3 factoren af:
-Wederzijdse afhankelijkheid - Dwang/macht - Gedeelde waarden en normen
Indicatoren zijn:
Mesoniveau = ‘aantal groepen waar mensen zich betrokken bij voelen’
Macroniveau = ‘aantal gewelddadige conflicten in een samenleving’
Mechanische vs organische solidariteit
Verklaren vanuit arbeidsdeling/specialisatie en innovatie Verband met individualisering
uitleggen
In een traditionele samenleving is er mechanische solidariteit:
Er is een arbeidsverdeling waarbij iedereen eenzelfde taak uitvoert op basis van een vast
patroon en gewoontes. Geen vernieuwingen
In een moderne samenleving is er organische solidariteit:
Er is sprake van een vergaande arbeidsverdeling en taakdifferentiatie. Hierdoor is er meer
ruimte voor individuele vrijheid en zelfbepaling, dus ook innovatie.
13.2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliabeekman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.