Hoofdstuk 2:
ontwikkelingspsychologie
2.1 Relatie met autobiografie
- Betekenis geven gebeurt voor groot deel in narratieven (ervaringen die in verhalen/beelden
worden vormgegeven).
- Goed te kunnen handelen: moet je je bewust van je eigen pedagogisch invoelingsvermogen.
- Autobiografische reflectie: reflectie in de diepte, terugblikken op ervaringen uit eigen
verleden meer inzicht in persoonlijke interpretaties waarmee je naar beroepswereld kijkt.
2.2 Hoe leer je kinderen kennen
Observatie :
- Voorwaarden: gericht/bewust en objectief.
- Interactieanalyse: gebeurtenissen tijdens de les geobserveerd en vastgelegd, bijvoorbeeld:
VICS (verbale interactie categorieën systeem, na 2 seconden turf je welke interactie er is).
- Observatiemethoden:
Longitudinale observatie: 1 kind/groepje voor lange periode
Cross-sectional observatie: verschillende kinderen, zelfde periode, zelfde aspect.
Transversale observatie: verschillende kinderen, zelfde leeftijd, zelfde aspect.
Sociogram:
- Voorwaarden:
Samenhang met observatie en gesprek.
Aantal keren toegepast, op verschillende momenten.
Nader onderzoek van gegevens.
Iets doen om negatief gedrag om te buigen.
Observeert of je ingrepen effect hebben.
- Je komt achter de verhoudingen in de klas, je komt achter het ‘netwerk’ in de klas.
- Vragen zoals: wie is je beste vriendin, wie is het populairst.
- Soorten sociogrammen:
Relaties op basis van vriendschap (vriendschapssociogram).
Relaties op basis van samenwerken aan een taak (werksociogram).
Gesprek:
- Voorwaarden (Carl Rogers):
Congruentie: leerkracht is ‘echt’.
Empathie: leerkracht leeft zich in.
Positieve blik: aanvaard het kind zoals het is.
- Eisen voor goed, open gesprek (Delfos):
‘goed’ gesprek: alle deelnemers voelen zich prettig.
‘open’ gesprek: kan mening en gevoelens vertellen.
‘goed’ interview: kind geeft informatie, informatie wordt niet onttrokken.
- Communicatievoorwaarden: ooghoogte, aankijken, stel op z’n gemak, combineer met spel.
Toets en test:
, - Diagnostische toetsen: schoolvorderingentoets, leesvoorwaardentoets, functietoets,
intelligentie- en persoonlijkheidstest.
Portfolio:
- Leerling houdt het bij, proces en eindproduct belangrijk.
Video-interactie:
- Leert over jezelf en over de leerlingen.
2.3 Begrippen
- Sociaal-culturele factoren: vormt de leefwereld van het kind.
- Belangrijk om belevingswereld van het kind te betrekken bij je lessen. Belevingswereld: de
wijze waarop de kinderen hun leefwereld ervaren.
- Ontwikkelingsstereotiep: plakken al snel een etiket op een leeftijdsgroep.
Klassieke ontwikkelingspsychologie:
- Opeenvolging van stadium, sterk tijd- en cultuurgebonden.
- Voor ontwikkeling 3 factoren van belang (Piaget):
Chronologische leeftijd: op een leeftijd mag je gedragingen verwachten.
Biologische leeftijd: menselijke ontwikkeling wordt bepaald door fysieke factoren.
Sociale context: ontwikkeling bepaald door invloeden van omgeving.
- Levenslooppsychologie: aandacht voor de interactie en omgeving en impact op verdere
levensverloop. Je doorloopt niet de fases, het is een levenslang proces.
- Nature-nurture tegenstelling:
Nature: aanleg, genen.
Nurture: ontwikkeling, rijping. Mens ter wereld als onbeschreven blad (Tabula Rasa).
Wie je bent en wat je wordt is afhankelijk van omstandigheden (behaviorisme).
Skinner en Pavlov: belangrijkste is belonen en straffen (conditionering).
- Andere stromingen:
Interactie: belang aan culturele omgeving. Vygotsky: bestudeerde factoren die
ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen bepalen.
Rijping van centrale zenuwstelsel: ontwikkeling van hersenen gebeurt vanuit
interactie met omgeving.
- Voor stimulering van ontwikkeling van kind is het belangrijk ze te betrekken bij activiteiten
die complex zijn. Tijdens de activiteiten moet veel interactie zijn.
- Bronfenbrenner: ‘opvoeder belangrijkste factoren voor kwaliteiten interacties’. Om
ontwikkeling te bevorderen moet opvoeder letten op: activiteit, interacties en de rol in
interacties van het kind.
- Narratief-biografisch perspectief: persoonlijk denken en ervaringen blijven grote rol spelen
bij beslissingen en maken van keuzes
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roosvanderdoef. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.