Samenvatting van H9 - 9.1 t/m 9.3 en 9.6 en 9.7 + H10 - 10.1 t/m 10.4 uit het boek Compendium Burgerlijk Procesrecht voor het vak Burgerlijk Procesrecht.
Literatuur week 5 bpr
Hoofdstuk 9: 9.1 tot en met 9.3 en 9.6 en 9.7
Meeste procedures hebben als doel middels het vonnis een executoriale titel te verkrijgen,
om daarmee de wederpartij, als deze het vonnis niet vrijwillig nakomt, te kunnen dwingen
aan het vonnis te voldoen. Betekening van het vonnis (430 Rv) ter inleiding van executie is
noodzakelijk en voldoende.
Ander rechtsgevolg van het vonnis is dat het de rechtstoestand tussen partijen bindend
vaststelt (236 Rv).
De werking van het vonnis = gezag van gewijsde. Op gezag van gewijsde moeten partijen
beroep doen, het wordt niet ambtshalve toegepast (236 lid 3 Rv).
Partijen (en rechter) hebben bij een beroep op gezag van gewijsde de rechtsverhouding te
aanvaarden zoals de eerdere rechter haar had vastgesteld. Dit laat onverlet dat, mochten
partijen het er (alsnog) over eens zijn dat hun rechtsverhouding een andere is dan de rechter
vaststelde, zij de vrijheid hebben om van het vonnis af te wijken.
Gezag van gewijsde komt toe aan beslissingen over de rechtsbetrekking in geschil, die
dragend zin voor het dictum, i.d. de praktische slotsom (toewijzing, afwijzing, niet-
ontvankelijkverklaring) waarop de rechter uitkomt. Dit brengt mee dat het gezag zich niet
uitstrekt tot zuiver feitelijke of zuiver juridische beslissingen, en evenmin tot zgn. obiter
dicta, overwegingen ten overvloede. Beslissingen over de rechtsbetrekking van partijen
waarop het dictum steunt vormen samen = objectieve omvang van het gezag van gewijsde.
Gezag van gewijsde is beperkt tot partijen in de procedure en hun rechtverkrijgenden onder
algemene of bijzondere titel (236 lid 1 en 2 Rv/bijzondere titel 6:142 BW) = subjectieve
omvang van het gezag van gewijsde. Gezag van gewijsde kan niet door of tegen derde
worden ingeroepen. Uitzondering per jan. 2020 WAMCA (collectieve actie) – ook bindend
voor diegenen die horen tot de door de rechter ‘nauw omschreven groep’, voor zover zij niet
tot opt out zijn overgegaan.
Afgezien van de binding volgens 236 Rv kan een door gezag van gewijsde gebonden partij op
verschillende wijzen andere partijen ‘vertegenwoordigen’ waardoor het vonnis indirect ook
voor hen geldt: vb. 3:171 BW
Niet op alle procespartijen in een procedure kan het gezag van gewijsde van toepassing zijn:
gevoegde partij raakt niet gebonden in de zin van 236 Rv omdat het vonnis niet zijn
rechtsbetrekking betreft (maar die van eiser en gedaagde). Voor gezag van gewijsde bij
rechtsbetrekkingen tussen meer dan twee partijen, die rechter als processueel ondeelbaar
heeft aangemerkt.
Ten aanzien van het gezag van gewijsde: positieve en negatieve werking.
Positief: de rechter in een nieuw geding vanwege het gezag van gewijsde van een eerder
vonnis tussen partijen verplicht kan zijn voort te bouwen op beslissingen in dat eerdere
vonnis. Negatief werkt het uit wanneer de rechter vanwege dat gezag de gevraagde
voortbouwende beslissing in het nieuwe geding niet kan geven.
Negatief: de rechter op een vordering die al eerder tussen dezelfde partijen in een vonnis is
beslist, niet nog eens dient te beslissen. In de herhaalde vordering is de eiser niet-
ontvankelijk.
Het gesloten stelsel van rechtsmiddelen: een rechterlijk vonnis op geen andere wijze kan
worden aangetast dan door middel van een in de wet geregeld rechtsmiddelen. Het zou met
dit gesloten stelsel in strijd zijn wanneer de eerder ingestelde en afgewezen vordering,
, anders dan door het aanwenden van een rechtsmiddel, opnieuw zou worden toegelaten.
Het gaat hier om een regel die ambtshalve moet worden toegepast.
Aangenomen mag worden dat de regel van het gesloten stelsel van rechtsmiddelen ook
geldt bij vonnissen die nog niet in kracht van gewijsde zijn gegaan: een herhaalde vordering
is net goed ontoelaatbaar als de beroepstermijn van het reeds gewezen vonnis nog niet
verstreken is.
Kracht van gewijsde = wanneer er geen gewoon rechtsmiddel meer tegen open staat.
Gewone rechtsmiddelen: verzet (143 e.v. Rv), hoger beroep (332 e.v. Rv) en cassatie (398
e.v. Rv).
Het instellen van die middelen schort de tenuitvoerlegging, zulks in tegenstelling tot de
buitengewone rechtsmiddelen derdenverzet (377 e.v. Rv) en herroeping (382 e.v. Rv).
Kracht van gewijsde maakt een vonnis vrijwel onaantastbaar – buitengewone
rechtsmiddelen kunnen alleen onder heel bijzondere omstandigheden succesvol zijn.
Gebrek in vonnis leidt niet tot nietigheid van dat vonnis.
Onaantastbaarheid: termijn verstreken van rechtsmiddelen instellen of rechtsmiddelen zijn
uitgeput of tegen vonnis staan geen rechtsmiddelen open.
Met dit systeem is onverenigbaar dat een vonnis anders dan door toedoen van een
rechtsmiddel nietig zou kunnen zijn.
Het defungeren van een rechter voordat in de mede behandelde zaak vonnis is gewezen,
maakt dat het vonnis als het mede op zijn naam is gesteld nietig is cf. 5 lid 2 RO. Ook hier is
geen sprake van nietigheid van rechtswege, maar vernietiging nodig.
Condemnatore: vonnis dat de gedaagde veroordeelt tot het verrichten van een prestatie (vb.
betaling geldsom)
Constitutief: bepaalde rechtsbetrekkingen wordt tenietgedaan of nieuwe rechtstoestand in
het leven wordt geroepen (vb. vernietiging rechtshandeling of ontbinding ovk). Een
constitutief vonnis doet de nieuwe rechtstoestand pas ingaan op het tijdstip, waarop het
vonnis kracht van gewijsde heeft verkregen, een condemnatoor vonnis kan ten uitvoer
worden gelegd ook als dat nog niet het geval is.
Declaratoor: vonnis waarin de rechter zich in het dictum beperkt tot de verklaring wat
rechtens is (vb. eiser is eigenaar, bepaalde daad is OD of dat een vonnis nietig is).
Bevat een vonnis in het geheel geen constitutieve of condemnatore elementen = zuiver
declaratoor vonnis.
Artikel 3:302 BW wekt de indruk dat een verklaring voor recht steeds gevraagd en verkregen
kan worden. Direct daarna bepaalt 3:303 BW echter dat zonder belang niemand een
rechtsvordering toekomt.
De nadruk lijkt erop te liggen dat de rechter niet gehouden is ambtshalve op dit aspect van
de belang-eis acht te slaan: hij mag ervan uitgaan dat het belang er is. Hij hoeft dus ook niet
expliciet te toetsen. Maar inefficiënt procedure blijft een gegeven waartegen een
wederpartij, nog altijd aan de hand van de belang-eis, met succes bezwaar kan maken.
In het algemeen kan men zeggen dat alle toewijzende vonnissen, ook de constitutieve en
condemnatore, steeds een declaratoor bestanddeel hebben, omdat de rechter er niet toe
kan komen de door de eiser gevraagde voorziening uit te spreken zonder eerst te hebben
vastgesteld, dat daartoe een rechtsgrond aanwezig is. Van declaratoor vonnis spreekt men
pas als het dictum een verklaring van recht bevat.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Doju. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.