100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Samenvattig van theorie van alle weken bij het vak Belastingrecht onderdeel 'Omzetbelasting' $7.59   Add to cart

Summary

Samenvatting Samenvattig van theorie van alle weken bij het vak Belastingrecht onderdeel 'Omzetbelasting'

 8 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvattig van theorie van alle weken bij het vak Belastingrecht onderdeel 'Omzetbelasting'. Per week is de theorie samengevat met voorbeelden erbij. Alle artikelen zijn opgenomen die je moet kennen voor het tentamen.

Last document update: 3 year ago

Preview 3 out of 28  pages

  • Yes
  • April 24, 2021
  • April 24, 2021
  • 28
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Omzetbelasting Semester 6.2
Week 1
Dia's week 1 zijn niet ingesproken.

Kenmerken omzetbelasting
 Kostprijsverhogende belasting (verbruiksbelasting)
In de belastingwetgeving worden twee aangrijpingspunten tot heffing onderscheiden, te
weten: belastingen die een heffing leggen op de inkomenskant (bijv. inkomsten- en
vennootschapsbelasting) en belastingen die een heffing leggen op de uitgaafkant (btw,
accijnzen). De belastingen die drukken op de uitgaven worden ook wel “kostprijsverhogende
belastingen” genoemd. Tot deze laatste groep behoren onder andere de
verbruiksbelastingen.
Bij een verbruiksbelasting is in beginsel het verbruik door een consument belast.
 Algemene belasting
Een verbruiksbelasting kan alle goederen en diensten die worden verbruikt treffen of slechts
bijzondere aangewezen goederen. In het eerste geval spreekt men van een algemene
verbruiksbelasting. De omzetbelasting die in Nederland en andere landen van de EU wordt
geheven volgens het btw-systeem is een algemene verbruiksbelasting. Om praktische
redenen heeft de wetgever niet het verbruik zelf willen belasten, maar de bestedingen die
leiden tot verbruik. Vb: accijnzen, BPM.
 Indirecte belasting
Om de belasting te vergaren wordt gebruik gemaakt van een intermediair in de Wet OB,
aangeduid als ondernemer. Deze ondernemer is de belastingplichtige. Over alle
verrichtingen aan afnemers berekent hij omzetbelasting. De belasting draagt hij vervolgens
af aan de fiscus. De belasting komt op indirecte manier bij de fiscus binnen. Vandaar ook dat
de omzetbelasting in economische zin een indirecte algemene verbruiksbelasting wordt
genoemd.
 Aangiftebelasting
Bij een aangiftebelasting moet de belastingplichtige zelfstandig de belasting berekenen en
betalen. De bemoeienis van de belastingdienst is minimaal. Voorbeelden van
aangiftebelastingen zijn de loonbelasting en omzetbelasting.

De belastingplichtige en degene op wie de belasting drukken zijn verschillende personen.

Systeem heffing van omzetbelasting
 Artikel 1: verschuldigdheid van BTW over belaste prestaties (omzetzijde)
 Artikel 2: aftrek van voorbelasting over inkopen, kosten en investeringen (inkoopzijde)

Opbouw van de Wet omzetbelasting

,Belastbare prestaties (Artikel 1 OB)
a. Levering van goederen en diensten in NL door een als zodanig handelend ondernemer
b. Intracommunautaire verwervingen (ICV) van goederen in NL door ondernemer en rp-niet
ondernemer
c. Intracommunautaire verwervingen van nieuwe vervoermiddelen in NL
d. Invoer van goederen

Artikel 1: “als zodanig handelend ondernemer”: handelen in het kader van de belastbare activiteit
(jurisprudentie HvJ).

Criteria:
1. Nevenwerkzaamheden van dezelfde aard
2. Voor werkzaamheden wordt gebruik gemaakt van kennis, ervaring, activa, geldmiddelen,
administratie van de onderneming
3. Gebruik gemaakt van diensten en voordelen uit relaties van de onderneming

Conclusie: van een handeling in het kader van de onderneming is sprake als er een zodanig nauw
verband is met de ondernemingshandelingen dat zij maatschappelijk daarmee samenvallen.

Zie ook artikel 12: de btw wordt ook geheven van degene die de levering of dienst verricht.

1. Belastingplichtige: begrip ondernemer
Art. 1-a/b jo 7-1 OB:
De ondernemer
A. Ieder die zelfstandig een bedrijf uitoefent
B. Beroep (lid 2)
C. Exploitatie vermogensbestanddeel (lid 2)
D. Overheid als ondernemer (lid 3)
E. Fiscale eenheid (lid 4).

2. Belastingplichtige: begrip “ieder”
Rechtsvorm is irrelevant:
 Natuurlijke personen
 Rechtspersonen
 Combinaties zonder rechtspersoonlijkheid
Dus: al diegenen die in het maatschappelijk leven een zelfstandig bestaan voeren.

3. Belastingplichtige: begrip “zelfstandig”

,  Een verhouding van ondergeschiktheid ten aanzien van de arbeids- en
bezoldigingsvoorwaarden sluit zelfstandigheid uit (vb: arbeidsovereenkomst)
 Criteria zelfstandigheid n.p.
 DGA: vanaf 18-10-2007 is DGA niet meer “automatisch” ondernemer (HvJ EG 18 oktober
2007, zaal C-355/06 (Van der Steen))

Zelfstandigheid zal aanwezig zijn als personen hun activiteiten voor eigen rekening en
verantwoording uitoefenen, waarbij ze vrij zijn in het stellen van voorwaarden waaronder zij
werken en zelf de vergoeding voor het gepresteerde ontvangen.

DGA
Indien een DGA andere werkzaamheden verricht op grond van een andere overeenkomst
dan een arbeidsovereenkomst, zal aan de hand van de feiten en omstandigheden moeten
worden beoordeeld of sprake is van ondernemerschap. Bijv: verhuur OG (vgl. HvJ Heerma)

4. Belastingplichtige: begrip “bedrijf”
Begrip:
 Organisatie van kapitaal en arbeid
 Duurzaam streven
 Deelname aan economisch verkeer
NB: Winstoogmerk niet relevant

5. Belastingplichtige: uitbreiding begrip “bedrijf”
Onder bedrijf wordt mede verstaan:
 Beroep (voorbeeld: medici, consultant)
 Exploitatie vermogensbestanddeel om duurzaam opbrengst te krijgen (Voorbeeld: verhuur
O.G.)

6. Belastingplichtige: overheid als ondernemer




Wet
Een aantal personen die op grond van de wet geen ondernemer zijn worden ze door de wet
aangewezen als ondernemer. Door deze fictie worden zijn voor bepaalde handelingen toch als
ondernemer beschouwd. Volgens artikel 7 lid 3 OB kunnen de rijksoverheid, provincies, gemeenten,
waterschappen etc. ondernemer zijn voor de Wet OB.

7. Belastingplichtige: fiscale eenheid (Artikel 7 lid 4 OB)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DeBesteSamenvattingen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.59. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75632 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.59
  • (0)
  Add to cart