Antwoorden hoofdstuk 1 (4e druk 2017) ± Ondernemingsvormen
Casus I
Vraag 1
Pieter werkt in zijn eentje dus een personenvennootschap komt niet in aanmerking. Ook een nv
OLJWLQYHUEDQGPHWKHWGDDUYRRUYHUHLVWHPLQLPXPNDSLWDDO ¼ EXLWHQEHUHLN 3LHWHUKHHIW
geen startkapitaal). De aangewezen rechtsvorm voor Pieter is de eenmanszaak of de BV. Sinds de
invoering van de wet Flex-BV gelden geen regels meer voor een minimum te storten bedrag op
aandelen van een bv. Nadeel van de eenmanszaak is dat Pieter met zijn privé-vermogen in de
wind staat voor schulden van zijn bedrijfje. Zijn risico is echter beperkt omdat hij geen schulden
wil aangaan. Er kunnen echter ook schulden uit de wet ontstaan (bijvoorbeeld uit onrechtmatige
daad). Als Pieter op zeker wil spelen kan hij wellicht het beste kiezen voor de oprichting van een
bv.
NB: Eventueel zou Pieter kunnen kiezen voor oprichting van Engelse limited company waarvoor
storting van een bepaalde hoeveelheid minimumkapitaal niet vereist (of een andere buitenlandse
vennootschapsvorm waarvoor geen minimumkapitaal vereist is).
Vraag 2
De aangewezen rechtsvorm is de bv. De heer Janssens kan de bv zo laten vormgeven dat er
bijvoorbeeld 99 aandelen zijn uitgegeven. Bij testament kan hij bepalen dat elke dochter 33
aandelen verkrijgt. Het uitgangspunt bij de bv is dat aandeelhouders en bestuurders niet
aansprakelijk zijn voor schulden van de bv (zie art. 2:175 lid 1 BW). Men zegt wel dat de bv een
van haar aandeelhouders en bestuurders te onderscheiden rechtssubject is met eigen rechten en
verplichtingen.
Vraag 3
De aangewezen rechtsvorm om naar de beurs te gaan is de nv. Bij de nv zijn aandelen aan
toonder toegestaan (zie art. 2:82 lid 1 BW). Voor een beursnotering is de gemakkelijke
verhandelbaarheid van toonderaandelen een groot voordeel.
Vraag 4
De aangewezen rechtsvorm is een coöperatie (zie art. 2:53 lid 1 BW). De coöperatie gaat de
gebundelde inkoop doen voor alle winkeliers. De zelfstandige winkeliers zijn leden van de
coöperatie. Zij nemen de ingekochte zaken af van de coöperatie. Men spreekt in de praktijk wel
van een zgn. inkoopcoöperatie.
Vraag 5
De aangewezen rechtsvorm is een stichting (zie art. 2:285 BW). De stichting kan worden
opgericht bij testament (art. 2:286 BW).
Casus II
Vraag 6
Wimpy en Wappy willen een bedrijf beginnen waarmee zij geld kunnen verdienen. Het ligt
daarom voor de hand dat zij kiezen voor een rechtsvorm met een winstverdelingsdoel. Daarmee
vallen de vereniging en de stichting als rechtsvormen af. De coöperatie ligt - gezien de
doelomschrijving van art. 2:53 lid 1 BW - als rechtsvorm niet voor de hand. Een bv behoort voor
Wimpy en Wappy sinds het afschaffen van het vereiste minimumkapitaal op 1 oktober 2012 wel
tot de mogelijkheden, een nv niet. Voor de bv gelden wel veel dwingende regels (vgl. art. 2:25
BW).
, lOMoARcPSD|7106048
Willen Wimpy en Wappy wat meer vrijheid dan ligt in de praktijk als rechtsvorm een
vennootschap onder firma (vof) voor de hand. Een vof is kort gezegd een overeenkomst tot
gezamenlijke bedrijfsuitoefening voor gemeenschappelijke rekening van twee of meer personen,
de vennoten, welke samenwerking is gericht op het behalen van vermogensrechtelijk voordeel ten
behoeve van alle vennoten door middel van inbreng door ieder van de vennoten. Wimpy en
Wappy kunnen een overeenkomst van vennootschap aangaan. Wimpy kan het VW-busje, contant
geld en arbeid inbrengen. Wappy kan contant geld en arbeid inbrengen. De samenwerking van
Wimpy en Wappy is gericht ± zo bleek uit de casus - op het behalen van vermogensrechtelijk
voordeel.
Een vennootschap onder firma dient op een voor derden duidelijk kenbare wijze naar buiten op te
treden onder een gemeenschappelijke naam. Dat is hier het geval: Wimpy en Wappy treden voor
derden op duidelijk kenbare wijze naar buiten op onder een als zodanig gevoerde naam, te weten:
Verhuiscentrum De Sjouwer.
Wimpy en Wappy zijn als vennoten van een vof beiden volledig vertegenwoordigingsbevoegd
voor handelingen die dienstig kunnen zijn tot verwezenlijking van het doel van de vennootschap,
tenzij in de overeenkomst anders is bepaald (art. 17 WvK). Vertegenwoordigingsbevoegdheid
houdt bij de personenvennootschap in de bevoegdheid om de andere vennoot te verbinden. Sluit
Wimpy namens de vof een overeenkomst (hij koopt bijvoorbeeld uit de behaalde winst een
computer om de administratie van het verhuiscentrum te kunnen verzorgen), dan is ook Wimpy
daaraan gebonden. Dat wil zeggen: de leverancier van de computer kan zowel Wimpy als Wappy
aanspreken tot betaling van de koopprijs.
Wimpy en Wappy zijn hoofdelijk verbonden, zie art. 18 WvK. Dat wil zeggen dat de leverancier
de gehele koopprijs van Wimpy of Wappy kan vorderen.
Casus III
Vraag 7
Ja. Gegeven is dat Bert Peters in het handelsregister staat ingeschreven als eigenaar van de
groente- en fruithandel. Er is dus sprake van een eenmanszaak.
Zie voor de inschrijvingsverplichting: art. 5 en 6 van de Handelsregisterwet 2007. Quick kan Bert
3HWHUV DDQVSUHNHQ WRW EHWDOLQJ YDQ ¼ +LM LV ZHOLVZDDU JHHQ HLJHQDDU PHHU YDQ GH
onderneming, maar hij staat nog wel als zodanig ingeschreven in het handelsregister. Quick wordt
beschermd op grond van art. 25 Handelsregisterwet 2007. Quick was onkundig van de onjuistheid
van deze inschrijving. Bert Peters, in art. 25 lid 3 "degene die enig feit heeft opgegeven" (hij
heeft destijds opgegeven dat hij eigenaar was), kan die onjuistheid niet aan Quick tegenwerpen en
is derhalve gebonden aan de inleenovereenkomst. Dat Quick pas na het sluiten van de
uitzendovereenkomst het handelsregister raadpleegt, doet niet ter zake. Zie het arrest HR 3
februari 1984, NJ 1984, 386 Damen/Geho (rechtsoverweging 3.2).
NB:
- In het arrest wordt verwezen naar art. 31 lid 3 Handelsregisterwet (oud). Dit artikel
correspondeert met het huidige art. 25 lid 3 Handelsregisterwet 2007. Uiteraard kan Quick ook
Wil Peters aanspreken: ook hij heeft niet voldaan aan de plicht om zich als eigenaar in het
handelsregister te doen inschrijven. Zie art. 5 jo. 25 lid 3 Handelsregisterwet 2007. Wil Peters is
in art. 25 lid 3 Handelsregisterwet 2007 "degene aan wie de onderneming toebehoort".
- Bert Peters kan na betaling regres nemen op Wil Peters: Wil Peters is degene die de schuld
aangaat.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller felixfelix. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.50. You're not tied to anything after your purchase.