, De vraag naar producten
PARAGRAAF 1.1 DE INDIVIDUELE VRAAG
Iedereen vraagt een tal van goederen en diensten om in zijn/haar behoefte te
voorzien.
WET VAN DE VRAAG
De wet van de vraag: hoe hoger de prijs, hoe de gevraagde hoeveelheid.
INDIVIDUELE VRAAG
Individuele vraag: het aantal eenheden dat een consument ergens
van wil kopen bij een bepaalde prijs.
De consument vraagt 2 appels als ze €0,50 zijn
BETALINGSBEREIDHEID
Uit de individuele vraag volgt de individuele
betalingsbereidheid: de maximale prijs die een
consument wil betalen voor 1 product bij een
gegeven aantal.
In bron 1 wil de consument voor de 1e appel €0,60
betalen. De betalingsbereidheid daalt naarmate de
consument meer appels heeft gekocht.
Een toename van betalingsbereidheid betekent een
hogere prijs bij ieder gevraagd aantal; de vraaglijn
verschuift naar rechts.
VAN DISCRETE NAAR CONTINUE VRAAG
De prijs moet in stapjes dalen om de gevraagde
hoeveelheid te laten stijgen. Dat komt doordat de
gevraagde aantallen telkens een geheel getal zijn. We
spreken dan van een discrete vraag: vraag waarbij de
gevraagde hoeveelheid een geheel getal is.
Als de gevraagde aantallen alle reële getallen mogen
zijn, kan de vraag van de consument worden
weergegeven als een vraaglijn: de lijn die het verband
weergeeft tussen de gevraagde hoeveelheid en de prijs.
Dit is gedaan in de rechtergrafiek bron 2. Op deze
vraaglijn ligt bijvoorbeeld de combinatie 1,5 balpennen
bij een prijs van € 3,50. We spreken dan van een
continue vraag. Omdat het hier de vraag van één
consument betreft, is de rechtergrafiek van bron 2 een
individuele vraaglijn.
De algebraïsche formulering van de individuele vraag
voor de vraaglijn in de rechtergrafiek in bron 2 is: q = 5
– p. q is de gevraagde hoeveelheid balpennen en p de
prijs . Bij een p= 3 wil de consument q = 5 – 3 = 2
balpennen kopen. Een negatieve prijs bestaat niet en
een negatieve gevraagde hoeveelheid bestaat ook niet.
De formule van de individuele vraag geldt alleen voor
een prijs vanaf 0 tot en met 5.
Kortom: q = 5 – p, waarbij 0 ≤ ≤ p 5.
, CONSUMENTENSURPLUS
Het consumentensurplus: optelsom van het individuele consumentensurplus van alle
consumenten die het product kopen. In bron 1 is het consumentensurplus donker
gekleurd. Omdat het hier over het consumentensurplus van één consument gaat, noemen
we dit het individuele consumentensurplus.
Bij een individuele vraaglijn zoals in bron 2 kan ook het individuele consumentensurplus
berekend worden. Dit staat in bron 3 bij een prijs van € 2 per balpen. De consument in
bron 3 vraagt bij deze prijs drie balpennen.
Omdat bij een continue vraag alle reële hoeveelheden tussen 0 en 3 meedoen, is het
individuele consumentensurplus in bron 3 gelijk aan de oppervlakte van de driehoek
ABC: 0,5 × (€ 5 – € 2) × 3 = € 4,50.
Bron 3 illustreert een wetmatigheid: hoe lager de prijs, hoe groter het individuele
consumentensurplus; het welbevinden van consumenten die middelen kopen neemt toe
naarmate de prijs lager is.
Verandert de betalingsbereidheid, dan verandert de bijbehorende vraaglijn.
5 factoren die betalingsbereidheid & individuele vraaglijn beïnvloeden:
Individuele voorkeuren -> Iemand met een voorkeur voor een bepaald product is
bereid om er meer voor te betalen dan iemand zonder die voorkeur.
Beschikbaar budget -> Groter budget= toename individuele vraag.
Aanwezigheid van substitueerbare producten -> Substitueerbaar goed: product dat in
de ogen van de consument kan voorzien in de bevrediging van dezelfde behoefte. Bijv.
peer en appel. De individuele vraag naar een product vermindert als er substituten
voor bestaan. Als de ene duurder wordt, koop je het andere wel.
Bestaan van complementaire producten-> Complementair product: product dat
samen met een ander product voorziet in de bevrediging van een behoefte. De
betalingsbereidheid voor één van deze producten neemt toe als het complementaire
product al in bezit is. Bijv. tandenborstel en tandpasta.
Exogene factoren-> Exogene factoren zijn omstandigheden waar betrokkenen geen
invloed op hebben. Het weer bijvoorbeeld of verkeersdrukte. Wanneer het mooi weer
is gaan mensen een ijsje halen, maar wanneer er een lange rij staat gaan ze juist weg.
!DEZE FACTOREN ZORGEN VOOR EEN VERANDERING VAN DE VRAAGLIJN!
Een prijsverandering zorgt voor een verandering langs de vraaglijn.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmakuiphuis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.