College aantekeningen Rechtsfilosofie (JUR-1REFILO) Mens en mensenrechten, ISBN: 9789461053473
20 views 0 purchase
Course
Rechtsfilosofie (JUR1REFILO)
Institution
Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
Book
Mens en mensenrechten
Duidelijke aantekeningen voor het vak rechtsfilosofie. Dit zijn de aantekeningen van jaar .
PS. Zie ook mijn andere document van dit vak (een samenvatting van het boek en de werkgroepopdrachten met antwoorden).
HC rechtsfilosofie
College 1
Wat is rechtsfilosofie?
1. Loving v. Virginia (1967).
a. Mildred reist met Richard naar Washington om daar te trouwen. Bij
thuiskomst worden ze gearresteerd en veroordeeld tot 1 jaar (voorwaardelijk)
cel. Aanklacht was: door in Washington te trouwen terwijl ze in Virginia wonen
hebben ze de lokale wet van Virginia geschonden. Was verboden gesteld om
ergens anders te trouwen met een ander ras en dan terug te keren. Rechter
oordeelde dat ze 25 jaar niet in Virginia mochten leven. Na 4 jaar begint het
koppel weer een zaak, ze zeggen dat er geen onderscheid mag worden
gemaakt door ras of huidskleur, want dit is in strijd met amendement 14->
gelijke rechtsbescherming. Rechter zei echter dat God de rassen heeft
geschapen en ze expres op andere continenten heeft gevestigd, daarom
mogen Mildred en Richard niet trouwen.
b. Supreme court zegt dat gelijkheid meer is dan gelijke gevallen gelijk
behandelen, betekent ook rassen gelijk behandelen-> gelijkheidsbeginsel.
i. Gelijkheid in formele zin= gelijke gevallen gelijk behandelen->
rassen zijn niet gelijk dus hoef je niet gelijk te behandelen.
ii. Fundamentele gelijkheid= gelijkwaardigheid behoort tot gelijkheid.
c. Wat is rechtsfilosofie (1e antwoord)?:
i. Conceptuele analyse= analyseren van concepten. Rechtsfilosofie
biedt analyses van juridische en politieke begrippen en ideeën.
ii. Socrates= de filosoof als democratische horzel. Zet medeburgers aan
tot denken over ideeën en concepten die we gebruiken. Socrates
vroeg bvb wat is moed? Wat is rechtvaardigheid?
2. Speluncean Explorers.
a. Fictieve casus: vier verdachten die lid zijn van amateuristische
grotonderzoekers. Die vier gingen samen met een leider een kalksteengrot in.
De weg naar buiten wordt versperd door een aardbeving. De mannen kunnen
er niet uit. Na 32 dagen worden de vier door een reddingsploeg bevrijd. Op
de 20ste dag slaagde de vier mannen erin contact te leggen met de
reddingsploeg en een van de artsen daarvan. Vier mannen vragen de arts
hoe ze kunnen overleven, vroegen of ze zouden overleven als ze nummer 5
zouden opeten. De arts zegt niet of dat zou werken. De vier komen voor het
gerechtshof en worden aangeklaagd voor moord. Worden veroordeeld tot de
dood.
Historische grondslag:
I. Regina v. Dudley & Stephens (1884):
A. Boot zinkt en sommige eindigen op de reddingsboot. Holmes commandeert
passagiers uit de reddingsboot te gooien, omdat er te veel in de boot zitten.
Sommige die eruit zijn gegooid overleven en spannen een zaak aan.
II. US v. Holmes (1842):
A. Vier mannen op een boot, 3 mannen maken 1 van kant, ze eten de ene man
op. De rechtbank veroordeelt ze voor moord.
,Dienen deze mannen wel veroordeeld te worden?
Oordeel van rechter Foster:
- Hij zegt: het recht dwingt mij volgens mij niet tot de conclusie de vier tot moord te
veroordelen, omdat:
- Voortbestaan van de samenleving – samen kunnen leven – is grondslag van
positief recht. In natuurtoestand geldt utilitaire calculus. Voortbestaan van
de vier staat op het spel, ze kunnen zo niet samenleven. Als samenleven niet
gegarandeerd kan worden, vallen we terug op een afweging-> vier tellen dan
meer dan 1.
- Strafrecht heeft hier geen afschrikwekkende werking-> geen preventie.
3. Grudge Informer cases:
Göttig wordt wegens het nadelig schrijven over Hitler op een wc deur veroordeeld voor
hoogverraad. Puttfarken wordt na WOII vervolgt. Puttfarken had Göttig namelijk willens en
wetens blootgesteld aan vervolging. Hij wist ook dat het systeem waaraan hij de handelaar
overleverde, niet voldeed aan de juridische bescherming.
- Lex iniusta non est lex-> is een onrechtvaardige wet nog wel een wet.
Waarden die inherent zijn aan het recht:
I. Rechtszekerheid= je moet als rechtssubject weten waar je staat.
II. Rechtvaardigheid= gelijkheid en gelijkwaardigheid.
III. Doelgerichtheid= gericht op algemeen welzijn.
a. Gustav Radbruch (1946)
Radbruchformule-> “het conflict tussen de rechtvaardigheid en de rechtszekerheid zou als
volgt opgelost kunnen worden: het positieve recht, gesteld en verzekerd door de macht,
heeft ook de voorrang, wanneer het inhoudelijk onrechtvaardig en niet-doelgericht is, tenzij
de tegenstelling tussen de positieve wet en de rechtvaardigheid zo ondraaglijk wordt dat de
wet als ‘onjuist recht’ voor de rechtvaardigheid moet wijken.” Fundamenteel onrechtvaardig
recht kan geen recht worden genoemd.
b. H.L.A. Hart (1958)
c. Lon Fuller (1964)
Eerste plaatsvervanger:
“Wat zij rapporteerden, was onwettig volgens de regels van de regering die toen de natie
feitelijk controleerde. De straffen die hun slachtoffers kregen, werden volgens de principes
van het toenmalige recht opgelegd. Wij vinden dat deze principes op een afschuwelijk
manier verschillen van de ons vertrouwde principes. Niettemin waren zij toen het recht van
het land.”
- Rechtspositivistisch advies.
Derde plaatsvervanger:
“Tot deze perverteringen van rechtvaardigheid moet mijns inziens bijvoorbeeld gerekend
worden het geval van een man die verliefd was op de vrouw van een ander, en diens dood
, bewerkstelligde door hem aan te brengen wegens een volledig triviale overtreding (...) Hij
bracht de dood tot stand van iemand die in de weg stond aan zijn ongeoorloofde passies en
hij gebruikte de rechterlijke macht voor de realisering van zijn moordzuchtige intentie. Hij
wist dat de rechterlijke macht een gewillig werktuig was voor wat de paarshemden op het
moment als nuttig beleid beschouwden.”
- Natuurrechtelijk advies.
Wat is recht?
1. Rechtspositivisme (1ste advies)-> wet= wet. Geldig recht= wettelijk bevoegd orgaan,
wettelijke procedure.
a. Rechtvaardigheid is niet relevant.
b. Belang van de rechtsorde.
John Austin: een neutrale definitie van recht-> wijzen niet op moraal of religie.
● Regels (wetten) als bevelen-> recht brengt een bepaalde wens mee, zegt wat je wel
en niet mag doen. Kunnen worden gezien als een bevel, wetgever bepaalt wat je wel
en niet mag doen.
● Meer dan een wens-> sanctie volgt.
● Regels uitgevaardigd door de soeverein-> degene die niemand meer boven zich
heeft zijn, is niet aan een hogere macht onderworpen. Merendeel gewoonte om te
gehoorzamen.
2. Natuurrecht-> formeel juiste wet= geldig recht.
a. Ontkenning rechtskarakter positief recht.
b. ‘Wettelijk onrecht’ en ‘bovenwettelijk recht’?
c. Maar: Legaliteitsbeginsel?
Fuller: ‘procedureel natuurrecht’:
- Rechtsbeginselen:
- Recht is alleen recht als het in overeenstemming is met een bepaalde
moraal-> interne moraal.
- Voorbeelden wanneer het geen recht kan zijn:
- Geen terugwerkende kracht.
- Begrijpelijk en helder.
- Publiek bekend.
- Niet het onmogelijke vragen, want dan kun je het recht niet naleven.
Wat als positief recht botst met moraal?
1. Positief recht primeert altijd
2. Rechtvaardigheid primeert altijd.
3. Soms het positief recht, soms de rechtvaardigheid.
Rechtspositivisme= geen noodzakelijk, maar sociologisch verband.
Natuurrecht= wel noodzakelijk, verband tussen recht en moraal.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller s-kers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.