Macro-economie bestudeert de economie als geheel van een land, regio of de hele wereld. Het
bestudeert onderwerpen als inflatie, BBP en werkeloosheid zowel kwantitatief en kwalitatief.
Veel macro-economische modellen zijn tegenwoordig micro-economisch onderbouwd. ->
Beslissingen van individuen heeft effect op macro economie heeft weer effect op individuen.
Economische modellen:
zijn een versimpeling(beperking) van de complexe werkelijkheid. Geen irrelevante
details.
kunnen worden weergeven in wiskundige vergelijkingen of grafieken.
worden gebruikt om: Verbanden tussen economische variabelen te laten zien. Het
gedrag van de economie te verklaren. Beleidsmakers te adviseren hoe de economie te
verbeteren.
Belangrijk zijn aannames, mogelijkheden en beperkingen. Geen enkel model verklaart alles.
Vraag en aanbod op verschillende geaggregeerde markten die onderling samenhangen.
Algemeen evenwicht als alle markten in evenwicht zijn.
Bij macro-modellen opletten bij onderscheid maken tussen: endogene/exogene variabelen,
nominale/reële variabelen, lange termijn/korte termijn, gesloten economie/open economie.
- Endogene variabele: variabele wordt binnen het model bepaald.
- Exogene variabele: variabele wordt buiten het model bepaald. Wordt gegeven. Ceteris
paribus: exogene variabelen veranderen niet. Verschuift of verdraaid een curve.
- Nominale variabele: uitgedrukt als een bedrag in bijvoorbeeld euro’s. Wat kan je ermee
kopen?
- Reële variabele: uitgedrukt in eenheden goederen bij constante prijzen = nominaal
gecorrigeerd voor prijzen of prijsveranderingen.
- Korte termijn: Prijzen zijn star, passen zich in eerste instantie niet of amper aan. Het is
kostbaar voor bedrijven om steeds hun prijzen aan te passen. Hierdoor is vraag ongelijk
aan aanbod.
- Lange termijn: Prijzen zijn flexibel. Marktruiming, geen/lage werkeloosheid en
onderbezetting. Gedrag economie hangt o.a. af van hoe flexibel de prijzen zijn.
- Gesloten economie: Geen handel met buitenland: totaal binnenlandse aanbod goederen
= totale binnenlandse vraag goederen. Geen internationale kapitaalstromen: totale
binnenlandse besparingen= totale vraag naar financiële middelen (investeringen).
- Kleine open economie: Rente wordt bepaald op internationale kapitaalmarkt.
Wisselkoers is erg belangrijk voor handel met buitenland.
,Algemene regel: Een economisch model is oplosbaar als er evenveel modelvergelijkingen zijn
als endogene variabelen.
Belangrijke macro-economische grootheden
BBP -> basis voor berekenen van economische groei, veel wordt uitgedrukt als % van het
BBP.
Inflatie -> basis voor berekenen van koopkracht, belangrijk voor de rente die de centrale
bank vaststelt.
Werkeloosheid -> belangrijk voor de welvaart van een land, hoge werkeloosheid kan tot
sociale problemen leiden.
Bruto Binnenlands Product (BBP) (Gross Domestic Product (GDP)) is de waarde van wat in een
bepaald gebied wordt geproduceerd in een bepaalde periode. Binnen de landsgrenzen, dus
inclusief wat door buitenlandse bedrijven wordt geproduceerd. Maar is ook het totale inkomen
wat in die periode in dat gebied wordt gegenereerd
BBP is te meten door
- Finale bestedingen -> perspectief van de
eindgebruikers.
- Toegevoegde waarde -> perspectief van de
binnenlandse producten.
- Totale inkomen -> perspectief van de
productiefactoren.
Deze drie benaderingen zouden op hetzelfde moeten
uitkomen.
Finale bestedingen is de totale waarde van de verkoop van alle finale goederen en diensten
gemaakt in het binnenland, in een bepaalde periode. Het BBP bevat niet de verkoop van
grondstoffen en halffabricaten om dubbeltelling te voorkomen.
BBP (Y) = C+ I + G + EX - IM of BBP = C + I + G + NX (Inkomensidentiteit)
C = Particuliere consumptie I = Particuliere investeringen
G = Overheidsbestedingen EX = Export
IM = Import NX = Netto export
Particuliere consumptie (C): Alle goederen en diensten die door huishoudens worden
aangeschaft.
Particuliere investeringen (I): Definitie 1: Bestedingen aan kapitaal. Definitie 2: Bestedingen aan
goederen voor toekomstig gebruik.
, Overheidsbestedingen (G): Omvat alle bestedingen van de overheid aan goederen en diensten.
Omvat niet de inkomensoverdrachten(uitkeringen), want dat zijn geen bestedingen aan
goederen en diensten.
Netto uitvoer Nederland (NX=EX-IM)
Toegevoegde waarde = waarde van de productie – waarde van grondstoffen en halffabricaten
die gebruikt zijn.
Totale inkomen is de som van alle inkomens verdiend door productiefactoren ingezet binnen de
landsgrenzen, zoals loon en salarissen, inkomens van zelfstandigen, etc.
Kritiek op BBP
Het BBP meet niet wat alle Nederlanders verdienen. Het BBP meet niet alle productieve
activiteiten (onbetaald werk, zwarte economie). Het BBP meet niet de veranderingen in het
natuurlijk kapitaal.
BBP, Inflatie, arbeidsmarktcijfers, De verdeling van het nationaal
inkomen
Hoofdstuk 2.2 t/m 3.2
Bruto nationaal product/inkomen (BNI) (Gross National Prodcut (GNP)): Het totale inkomen
verdiend door Nederlandse ingezetenen zowel binnen als buiten de landsgrenzen.
Het nominale BBP meet de waarde op basis van actuele prijzen
Het reële BBP is gebaseerd op constante prijzen (prijzen van een bepaald basisjaar)
Veranderingen in het nominale BBP kunnen het gevolg zijn van prijsveranderingen of
veranderingen in het productievolume. Veranderingen in het reële BBP zijn alleen het gevolg
van veranderingen in het productievolume. Inflatie wordt dus niet meegerekend.
Inflatie: De procentuele stijging van het algemene prijspeil. Het meten van dit peil doen we door
maatstaven: De BBP-deflator en de Consumentenprijsindex (CPI)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jrgenvanes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.73. You're not tied to anything after your purchase.