Dit document bevat een samenvatting van het boek Wereldwijs Wereld 2 van aardrijkskunde.
Hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4 compleet.
De begrippen worden gebruikt en uitgelegd.
Plaatjes om de tekst te verduidelijken.
ISBN 978 90 345 6949 3
Malmberg
Globalisering = het verschijnsel dat er in de wereld steeds meer samenhang ontstaat
tussen internationaal verspreide activiteiten en er steeds meer
landsgrensoverschrijdende activiteiten plaatsvinden.
Globalisering heeft 3 kenmerken:
1. Bedrijven, landen en mensen werken meer samen.
een telefoon had niet gemaakt kunnen worden zonder grondstoffen uit Kongo,
technische kennis uit Taiwan en montage door arbeiders uit China. Er is
sprake van een internationale taakverdeling. Er zijn steeds meer relaties
ontstaan tussen landen, bedrijven en mensen. (netwerksamenleving)
2. Er zijn steeds meer grensoverschrijdende stromen van goederen,
mensen en informatie.
Een belangrijke oorzaak hiervoor is de toenemende tijd-ruimtecompressie.
Mensen hoeven steeds minder tijd, geld of energie te besteden om van het
ene naar het andere gebied te reizen.
3. Bedrijven, landen en mensen oefenen steeds meer invloed op elkaar uit.
Als de koffieoogst in Brazilië mislukt, dan wordt een pak koffie duurder. Als de
Verenigde Staten bedreigd worden met terroristische aanslagen, dan gelden
in Nederland strengere regels op de luchthavens.
We spreken sneller van internationalisering dan van globalisering. Elke
internationale grensoverschrijdende activiteit is een vorm van internationalisering.
(Je gaat als toerist naar Duitsland)
Bij globalisering is er een wereldwijde samenhang.
Mondialisering en globalisering is hetzelfde. Alleen mondialisering komt van het
frans ‘Le monde’ en globalisering van het engels ‘globe’.
Elk land heeft zijn eigen taak → internationale taakverdeling
Het ene land is leverancier van grondstoffen, het andere land is gespecialiseerd in
dienstverlening. Door de taakverdeling krijgt de wereldeconomie zijn vorm.
,Met de interactietheorie van Ullman kun je beredeneren wanneer dit soort ruimtelijke
verplaatsingen kunnen optreden. Stromingen tussen gebieden van mensen,
goederen, bedrijven en informatie kunnen plaatsvinden als voldaan wordt aan 3
voorwaarden:
1. Complementariteit.
Gebieden vullen elkaar aan. Het ene gebied heeft iets wat het andere gebied
niet heeft.
Voorbeeld: Een bedrijf gaat van Nederland naar China, omdat er lagere
loonkosten zijn. Dit is een aantrekkingsfactor (pullfactoren). De hoge
loonkosten in Nederland zijn de pushfactoren.
2. Geen tussenliggende mogelijkheden.
Als een bedrijf uit Nederland naar China vertrekt, is dat een hele afstand.
Tussenliggend zijn er nog tientallen andere landen waar het bedrijf zich had
kunnen vestigen. Blijkbaar waren deze geen beter alternatief.
3. transporteerbaarheid. (geen financiële en/of wettelijke hindernissen)
Bij ruimtelijk verplaatsing is er altijd sprake van kosten. Zo is de verplaatsing
van een bedrijf enorm duur. Dit geldt ook voor de lange reis van een migrant.
Bijvoorbeeld:
- zwaar bewaakte grens is een barrière voor migratie.
- hoge importheffingen vormen een hindernis voor handel.
- bedrijven krijgen geen toestemming van de regering om zich in een
land te vestigen.
Wereldsteden = steden waar onder andere veel hoofdkantoren van grote bedrijven
zijn gevestigd, zoals Tokio, Londen en New York.
Dagelijks worden niet alleen goederen, mensen en informatie verplaatst, maar ook
veel geld. → kapitaalstromen.
De belangrijkste oorzaak voor het ontstaan van de talrijke internationale netwerken
is de toename van mobiliteit.
Soorten netwerken:
- Productienetwerken
- Sociale netwerken.
Voorbeeld: Facebook. Mensen uit de hele wereld zijn met elkaar verbonden.
, Transport van het ene gebied naar het ander gebied gaat steeds makkelijker. De
afstanden in tijd, geld en energie (relatieve afstand) wordt korter.
We noemen dit verschijnsel tijd-ruimtecompressie, mogelijk door 2 technologische
ontwikkelingen:
- Transporttechnologie.
Goederen, producten en
mensen kunnen steeds
makkelijker in grote
hoeveelheden worden
verplaatst.
- Communicatietechnologie.
Sinds 1980 beschikken we
over betere en goedkopere
manieren om informatie te
verzenden en contact te
leggen. Toegang tot
telefoons, computers,
internet en tv is niet gelijk in
de wereld.
Standaardisering = er ontstaat steeds meer uniformiteit in de culturele ideeën, in de
economie en in de regels. Landen gaan steeds meer op elkaar lijken.
Standaardisering wordt ook wel amerikanisering genoemd. Deze term is echter
misplaatst. Het geeft de indruk dat we steeds meer op Amerika gaan lijken. Tot 1980
was dit wel het geval. (Mcdonald's, T-shirts). De Engelse taal was de lingua franca =
meest gebruikte taal in de wereld.
Na 1980 komen er ook meer Aziatische invloeden in de wereld. (Chinees leren op
middelbare scholen, bij bedrijven beïnvloeden Aziaten de wijze waarop
geproduceerd wordt.)
Fordisme = lopende band werk.
- massaproductie mogelijk
- Fabrikant zorgt in eigen fabriek voor het complete
maakproces.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisavanderoost. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.