100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Psychopathologie 2.3 $5.53   Add to cart

Summary

Samenvatting Psychopathologie 2.3

1 review
 83 views  8 purchases
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van de leerdoelen voor het vak medische kennis psychopathologie van jaar 2 verpleegkunde hbo. De informatie is afkomstig van de hoorcolleges en PowerPoints die in de lessen zijn behandeld. Veel succes ;)

Preview 4 out of 39  pages

  • April 26, 2021
  • 39
  • 2019/2020
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: evaverver • 5 months ago

avatar-seller
SAMENVATTING PSYCHOPATHOLOGIE
 Co-morbiditeit = Twee of meer psychiatrische stoornissen tegelijkertijd
aanwezig die elkaar wederzijds beïnvloeden.
 Differentiële diagnose (differentiaaldiagnose) = Een stoornis die qua
verschijnselen veel overlap heeft met een andere stoornis, maar er wordt
niet voldaan aan alle criteria in de DSM-5.
 Differentieel diagnostisch proces = Andere stoornissen met deels
overlappende kenmerken uitsluiten.
 Drie modellen die verklaring bieden voor co-morbiditeit tussen
persoonlijkheidsstoornis en andere stoornis:
o Primaire persoonlijkheidsmodel (eerst een persoonlijkheidsstoornis
en dan komt later iets anders bij, of een gaat over in ander):
 Kwetsbaarheidshypothese > als je persoonlijkheidsstoornis
hebt, dan ben je kwetsbaar en loop je risico nog een stoornis te
ontwikkelen.
 Continuïteitshypothese > eerst persoonlijkheidsstoornis hebt
die overloopt in andere, symptomen worden erger
o Secundaire persoonlijkheidsmodel (eerst andere stoornis, later komt
persoonlijkheidsstoornis erbij):
 Schijnbare persoonlijkheidsverandering > als je eerst opgewekt
en levendig persoon bent, maar door ziekte word je negatiever,
terugtrekkend etc. Lijkt erop alsof je persoonlijkheid is
veranderd, maar na ziekte kan je weer vrolijk en positief
worden.
 Kortdurende persoonlijkheidsverandering > Ondanks dat ziekte
voorbij is, blijft je persoonlijkheid veranderd doordat je onzeker
blijft bijvoorbeeld.
 Echte, blijvende persoonlijkheidsverandering > Langdurig:
symptomen gaan over in echte stoornis. Symptomen kunnen
afnemen, maar verdwijnen niet.
o Gemeenschappelijke etiologiemodel (aantal risicofactoren zoals
aanleg, omgevingsfactoren, waardoor tegelijkertijd meerdere
stoornissen ontstaan, zoals depressie en eetstoornis)
 Behandeling co-morbiditeit:
o Co-morbiditeit heeft invloed op behandeling.
o Je kan kiezen voor andere behandeling, omdat er een andere stoornis
is die het niet mogelijk maakt om voor een bepaalde behandeling te
kiezen.
o Invloed op effectiviteit van behandeling andere stoornis:

,  Over algemeen wel/niet comorbide: zelfde effect behandeling.
 Tricyclische antidepressiva: BPS is contra-indicatie.
o Invloed op indicatiestelling behandeling andere stoornis:
 ASP bij verslaving: cognitieve gedragstherapie
 Geen ASP bij verslaving: interpersoonlijke psychotherapie
o Invloed op behandelproces:
 Attitude van behandelaar is belangrijk: afstemmen op type
persoonlijkheid.
 Dubbeldiagnose, voorbeelden van geïntegreerde behandelvormen bij co-
morbiditeit:
o Vroeger werd je met meerdere stoornissen van kastje naar muur
gestuurd: bijv. als je verslaafd ben en een psychische stoornis, kan je
niet voor beide tegelijk behandeld worden, omdat medicatie van een
stoornis werkt op andere stoornis. Daarom integreren behandelingen.
o IDDT (Integrated Dual Disorder Treatment): psychiatrie en verslaving.
 Kenmerken: kennis, gelijke aandacht, aan beide stoornissen,
fasebehandeling. Geïntegreerd behandelplan, motiverende
gespreksvoering, counseling bij middelenmisbruik,
groepsbehandeling, familiebegeleiding, zelfhulp,
farmacologische behandeling.
o ACT (Assertive community treatment): severe mental illness
 Kenmerken: sterk outreachend, hoge contactfrequentie, lage
caseload, multidisciplinair team, teambenadering met gedeelde
caseload, continuïteit van team waarborgen, samenwerking
met steunsysteem, diensten worden aangeboden binnen lokale
gemeenschap, hulpverlening is niet aan tijd gebonden.
 Persoonlijkheidsstoornissen:
Cluster A Cluster B Cluster C
Paranoïde Antisociaal Vermijdend
Schizoïde Borderline Afhankelijk
Schizotypisch Histrionisch Dwangmatig
Narcistisch
 Cluster A > Zonderlingen/Vreemde cluster: niet opvallend, terugtrekken uit
sociale contacten en daardoor minder in beeld. Zoeken geen hulp op.
 Cluster B > Wordt getypeerd als dramatische cluster. Zichtbare stoornissen
in gedrag, bijv. in contact met anderen (conflicten, emoties).
 Cluster C > Angstige cluster. Alles wat mensen doen komt voort uit angst.
 DSM 5: Persoonlijkheidsstoornis
o A – Duurzaam patroon van innerlijke ervaringen en gedragingen dat
binnen de cultuur (bijv. wel/niet hand geven) van betrokkene

, duidelijk afwijkt van verwachtingen. Dit patroon wordt zichtbaar op 2
of meer van de volgende terreinen:
 Cognities > De wijze van waarnemen en interpreteren van
zichzelf, anderen en gebeurtenissen.
 Affecten > De variatie, intensiteit, labiliteit en adequaatheid
van emotionele reacties (Bijv. lachen in ongepaste situaties, of
weinig uiting van gevoel)
 Interpersoonlijke functioneren > contacten met anderen
 Impulsbeheersing > Moeilijk jezelf onder controle houden en
plotseling bepaald gedrag vertonen
o B: Langdurig patroon, gaat niet zomaar over, zit in persoonlijkheid. Je
kan er wel mee leren omgaan. Continu aanwezig.
o C: Leidt tot beperkingen in sociale en beroepsmatig functioneren of
functioneren op andere gebieden.
o D: Patroon is stabiel en van lange duur, begin kan teruggevoerd
worden op ten minste adolescentie of vroege volwassenheid. Er
waren al tekenen dat er iets niet goed was, ook al liep iemand nog
niet tegen problemen aan.
o Mag pas diagnose stellen als iemand 18 jaar is, heeft te maken met
puberteit. In puberteit ook stemmingswisselingen en conflicten.

 Cluster A:
o Vreemd, excentriek en zonderling
o Vaak cognitieve en perceptuele stoornissen
o Beperkte emotionele expressie
o Terugtrekken uit sociale contacten
o Sociaal vaak “onhandig” en overgevoelig
o Geen helder zelfbeeld/doel
o Impulsbeheersing niet een probleem

 Schizoïde persoonlijkheidsstoornis (“kluizenaar”):
o Voorkeur voor solistische bezigheden
o Weinig plezier beleven aan activiteiten
o Geen verlangen naar intieme (en seksuele) relaties
o Ongevoelig voor lof of kritiek
o Gevoelsarmoede (beperkte expressie)
o Komt kil en afstandelijk over
o Egosyntoon > je weet dat je zo bent en herkent symptomen, maar “ik
ben nou eenmaal zo, is prima”: wordt ervaren als bij persoon
passend, niet vreemd of afwijkend, onderdeel van karakter.

, o Geen hulpvraag, redelijk functioneren, weinig in GGZ omdat je dan in
contact komt met anderen (vinden ze lastig)

 Schizotypische persoonlijkheidsstoornis:
o Vreemd en excentriek gedrag (vanuit eigenaardige
overtuigingen/waarnemingen)
o Vaak paranoïde en wantrouwend in contact met anderen (geen waan,
niet zo heftig als bij schizofrenie)
o Buitensporige sociale angst, ook in vertrouwde omgeving
o Verminderd vermogen om (intieme) relaties met anderen aan te
gaan, hebben er wel iets meer behoefte aan dan bij schizoïde
persoonlijkheidsstoornis
o Inadequaat of beperkt affect
o Egodystoon: zich anders voelen, gevoel niet erbij te horen
o Lijkt op schizofrenie, maar minder ernstige symptomen

 Paranoïde persoonlijkheidsstoornis:
o Wantrouwen en achterdocht staat op voorgrond
o Heeft van de drie stoornissen het meest last van klachten, door hele
tijd te kijken wat anderen doen en zeggen
o Vastomlijnde, rigide manier van denken
o Komt emotieloos of boos/vijandig over, maar dat komt voort uit angst
en kwetsbaar voelen.

 Cluster B:
o Duidelijk zichtbaar gedrag: dramatisch, emotioneel, impulsief,
extravert
o Verschil met cluster A: wel veel in contact met mensen en hebben
daar behoefte aan.
o Conflicten met anderen
o Anderen als oorzaak van eigen problemen zien.

 Histrionische (theatrisch) persoonlijkheidsstoornis:
o Excessief emotioneel en aandacht vragen
o Voelt zich ongemakkelijk als hij niet in middelpunt van belangstelling
staat
o Vaak ongepast seksueel verleidelijk of uitdagend in contact
o Snel wisselende, oppervlakkige emotionele uitingen
o Voortdurend gebruik van uiterlijk om aandacht en bevestiging te
krijgen voor zichzelf, omdat ze onzeker zijn

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AhlamZ. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.53. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79223 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.53  8x  sold
  • (1)
  Add to cart