100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Alle theorie van het vak Belastingrecht onderdeel Internationaal / formeel Belastingrecht $6.85
Add to cart

Summary

Samenvatting Alle theorie van het vak Belastingrecht onderdeel Internationaal / formeel Belastingrecht

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Alle theorie van het vak Belastingrecht onderdeel Internationaal / formeel Belastingrecht. Zorg dat je alle onderdelen hiervan goed beheerst. Met dit document een ruime 8,5 gehaald in het 3e jaar van HBO Accountancy

Preview 3 out of 16  pages

  • April 26, 2021
  • 16
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
IBR Semester 6.2

Week 3

Belastingplicht inkomstenbelasting
 Binnenlandse belastingplicht:
Art. 2.1 lid 1 onderdeel a Wet IB 2001:
Natuurlijk persoon in Nederland woonachtig
 Buitenlandse belastingplicht:
Art. 2.1 lid 1 onderdeel b Wet IB 2001:
Natuurlijk persoon niet in Nederland woonachtig maar wel met Nederlands inkomen

 Woonplaats (Art. 4 AWR):
Te bepalen aan de hand van de feitelijke omstandigheden (sociaal economisch middelpunt
van het leven).

 Fictieve woonplaats (Art. 2.2 Wet IB 2001):
 Korte periode weg uit Nederland (lid 1)
Iemand die emigreert uit Nederland, maar binnen een jaar weer terugkeert zonder
in dat andere land belastingplichtig te zijn geweest, dan blijf je in Nederland
belastingplichtig.
 Diplomatenfunctie (lid 2)
Iemand die als diplomaat in het buitenland woont, maar werkt voor de Nederlandse
overheid, wordt toch geacht in Nederland te wonen.

 Nederlands inkomen
Een binnenlands belastingplichtige betaalt belasting over zijn wereldinkomen. Een
buitenlands belastingplichtige betaalt alleen belasting over zijn Nederlands inkomen op basis
van het bronstaatbeginsel.
Art. 2.3 en 2.4 juncto hoofdstuk 7 Wet IB 2001:
a. Bepaalde inkomensbestanddelen uit box 1 (7.2)
b. Bepaalde inkomensbestanddelen uit box 2 (7.5)
c. Bepaalde inkomensbestanddelen uit box 3 (7.7)

Situsbeginsel: je betaalt belasting daar waar de onroerende zaak is gelegen.

 Kwalificerende buitenlandse belastingplichtige
(Art. 7.8 Wet IB 2001)
 In EU woonachtig
 Inkomen voor meer dan 90% in NL belast (IB en LB)

Strijdigheid met Europese regelgeving? Hoe nu verder?
Zie ter verduidelijking artikel bij aanvullende literatuur.

Wat is nu het voordeel om kwalificerende buitenlands belastingplichtige te zijn?

, De aftrekposten en de fiscale faciliteiten die in beginsel in het woonland geclaimd moeten
worden, toch geclaimd mogen worden in het bronland.
 Aftrek in verband met eigen woning buiten Nederland
 Persoonsgebonden aftrek
 Heffingskortingen
 Heffingsvrij vermogen in box 3

Internationale heffingsbeginselen
 Bronstaatbeginsel (loon, dividend, rente, winst)
Waar wordt het inkomen genoten? Van welke vennootschap krijg je dividend uitgekeerd?
 Woonstaatbeginsel (wereldinkomen en voorkoming ter vermijding van dubbele belasting)
Je betaalt belasting in het land waar je woont, dus waar je fiscale woonplaats is.
 Nationaliteitsbeginsel (dit hanteert de VS)
Je betaalt belasting in het land waar je inwoner bent, dus welke nationaliteit je hebt.

Belastingplicht vennootschapsbelasting
 Binnenlandse belastingplicht:
Art. 2 Wet Vpb 1969 in Nederland gevestigde:
o.a. NV of BV en andere vennootschappen met een in aandelen verdeeld kapitaal (lid 1
onderdeel a)

 Buitenlandse belastingplicht:
Art. 3 Wet Vpb 1969 niet in Nederland gevestigde:
o.a. verenigingen en rechtspersonen (lid 1 onderdeel a)
… die Nederlands inkomen genieten

 Vestigingsplaats (Art. 4 AWR):
Te bepalen aan de hand van de feitelijke omstandigheden (plaats uitoefening feitelijke
leiding)

 Fictieve vestigingsplaats (Art. 2 lid 4 Wet Vpb 1969):
 Oprichting naar Nederlands recht

 Nederland inkomen (Art. 17 lid 3 letter a Wet Vpb 1969)
Voordelen van vaste inrichting / vaste vertegenwoordiger

 Vaste inrichting (ter indicatie: art. 15f Wet Vpb 1969 / verdragen / BvdB)
Vaste bedrijfsinrichting met behulp waarvan de werkzaamheden van een
onderneming geheel of gedeeltelijk worden uitgeoefend. Er moet sprake zijn van
een fysieke constructie, van waaruit een onderneming wordt gedreven. Bijv. een
kantoor. Een parkeerplaats bijv. is geen vaste inrichting. Daarnaast moet het in
principe zelfstandig kunnen functioneren.

 Vaste vertegenwoordiger (ter indicatie: art. 15f Wet Vpb 1969 / verdragen / BvdB)
Persoon afhankelijk van een onderneming die machtiging heeft om namens
onderneming overeenkomsten te sluiten en dat regelmatig doet (niet zijnde
makelaar / commissionair).

,  Wat is nu het verschil tussen ondernemen in buitenland via:
 Nederlandse BV die in buitenland gevestigd is
 Rechtspersoon opgericht naar recht vestigingsland
 VI / VV

Als je een vennootschap hebt in het buitenland, dat kan zijn naar Nederlands recht dan wel
een ander land, dan is die vennootschap volledig zelfstandig belast aldaar.
Heb je een vaste inrichting of een vaste vertegenwoordiger, dan is er maar één
rechtssubject. Dat rechtssubject kan dan ook maar in één land gevestigd zijn. De winst splits
je in bijvoorbeeld een Nederlands deel en een buitenlands deel.
Dit is anders als bij de eerste twee bullets. Er zijn dan twee rechtssubjecten: een
aandeelhouder in het land van vestiging en de deelneming in een ander land. Dan hoef je
dus ook geen winst te splitsen, want per rechtssubject geniet je maar in een land winst en
betaal je dus ook alleen in dat land belasting.



Week 4

Overlap heffingen twee landen
Bij grensoverschrijdend werken kan er dubbele heffing ontstaan, dus in twee landen. Als we het
hebben over voorkoming van dubbele belasting, hebben we het over inkomstenbelasting en niet
over inkomensheffing!

Let op bij natuurlijke personen:
Inkomstenbelasting is niet gelijk aan inkomensheffing
(IB + PHVV)

Wat deze en volgende week volgt, geldt alleen voor belastingcomponent van de inkomensheffing
(en dus niet voor de premieheffing volksverzekering)

 Samenloop
 Binnenlandse belastingplicht in land 1 (woonland)
Met
 Buitenlandse belastingplicht in land 2 (bronland)

Oplossing:
Belastingverdragen (Dit zijn bilaterale belastingverdragen: dat wil zeggen tussen twee
landen.)
+
Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 (ook wel: “eenzijdige regeling)

Let op:
Deze wijzen slechts heffingsbevoegdheden toe maar zij creëren geen heffingsbevoegdheden
 O.b.v. verdrag: land mag heffen
 O.b.v. nationale wet: land kan belasten
Verdrag staat boven de wet!

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DeBesteSamenvattingen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.85. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

55628 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.85
  • (0)
Add to cart
Added