Vast salaris: loondienst met arbeidsovereenkomst Geen vast salaris: winst
Verzekerd tegen werkloosheid en ziekte Niet verzekerd tegen werkloosheid en ziekte
Pensioenverzekering Geen pensioenverzekering
Verantwoordelijk uitvoering bepaalde taken Verantwoordelijk voor alles in het bedrijf
Weinig belastingvoordelen Veel belastingvoordelen
Stappen om een bedrijf te beginnen
1. Vergunningen
2. Inschrijven bij Kamer van Koophandel
3. De administratie
4. Vestigingsplaats
5. Investeringsbegroting
6. Resultatenbegroting
7. Liquiditeitsbegroting
8. Rechtsvorm
9. Verzekeringen
a. WA-verzekering (wettelijke aansprakelijkheid): tegen schade die de verzekerde toebrengt aan
derde
b. Opstalverzekering: dekt schade aan het pand (brand, waterschade)
c. Verzekering voor de inventaris en de voorraden (brand, diefstal, storm)
d. overlijdensrisicoverzekering: voor het geval dat één persoon komt te overlijden en voor de
hele zaak zou moeten zorgen (voorkomen financiële problemen)
e. Bedrijfsschadeverzekering: vergoedt de schade als gevolg van het niet kunnen doordraaien
van een bedrijf omdat er bijvoorbeeld brand of storm is geweest.
10. Financiering
Boekhouden en resultaat
Onder boekhouden of administreren verstaan we: het regelmatig en stelselmatig (via een bepaald systeem)
verwerken van financiële feiten. Een onderneming is verplicht om op zodanige wijze boekhouding te voeren,
dat daaruit alle rechten en verplichtingen blijken. De ondernemer moet elke zes maanden een balans maken
en deze zeven jaar bewaren. Indien de ondernemer geen boekhouding voert en niks bewaart, krijgt hij grote
moeilijkheden. Bij klanten die zeggen dat ze betaald hebben maar het niet gedaan hebben kan hij niks doen
omdat hij geen bewijs heeft.
Omzet = het aantal verkoopcontracten (afzet) x de verkoopprijs excl. btw. . Het tijdstip waarop de klant betaalt
of de goederen geleverd worden is niet van belang voor de bepaling van de omzet.
Bruto verkoopresultaat / brutowinst = omzet - inkoopwaarde van de verkochte goederen
Nettowinst / nettoresultaat = brutowinst - overige bedrijfskosten
, BTW
Btw (belasting op toegevoegde waarde), ook wel omzetbelasting is een belasting op het gebruik en verbruik
van goederen en diensten die geïnd wordt door de bedrijven maar uiteindelijk via een verhoging van de prijs
betaald wordt door de consumenten. Iedere ondernemer moet btw in rekening brengen over alle goederen en
diensten die hij verkoopt. Wanneer iemand goederen verkoopt, ontvangt hij van de afnemer btw, die hij moet
afdragen aan de fiscus (belastingdienst). Wanneer de ondernemer zelf afnemer is krijgt hij de door hem
betaalde btw terug van de fiscus.
● Het bedrag dat iemand moet afdragen aan de belastingdienst is het verschil tussen wat hij moet
betalen aan de fiscus omdat hij goederen verkocht heeft en wat hij mag terugvorderen van de fiscus.
● De bedrijven fungeren als een soort doorgeefluik: zij innen de belasting van de consument en dragen
haar daarna af aan de belastingdienst.
● De btw dat iemand moet betalen aan de fiscus en zijn leveranciers bedraagt evenveel btw als dat geen
wat iemand ontvangt van zijn afnemers. De btw behoort daarom niet tot de kosten van de
onderneming en heeft dus geen invloed op de winst of het verlies van een onderneming.
● Er zijn drie btw-tarieven: 9%-tarief voor noodzakelijke levensbehoeften, 21%-tarief voor luxegoederen
en het 0%-tarief voor goederen en diensten die geëxporteerd worden.
● Verkoopprijs inclusief btw = 121%
Investeringsbegroting
De investeringsbegroting: De kosten van alle zaken die je moet aanschaffen om je bedrijf te beginnen. Alle
kosten geef je weer met btw. Je geeft je financieringsbehoefte weer en kunt hiermee ongeveer zeggen hoeveel
geld je nodig hebt om een bedrijf te beginnen. De investeringen kunnen worden ingedeeld in drie posten:
Vaste activa (vast kapitaal): Goederen (die slijtage onderhevig zijn en) waarin geld voor langer dan één jaar
wordt vastgelegd.
➔ Dit zijn goederen die je nodig hebt om te kunnen ‘produceren’.
➔ Voorbeelden zijn: een gebouw, bestelauto en meubilair.
➔ Het rekening houden met de waardevermindering van de vaste activa (afschrijven).
Vlottende activa (vlottend kapitaal): bezittingen waarin geld niet langer dan één jaar wordt vastgelegd: binnen
één jaar komt het geïnvesteerde geld weer vrij.
a) Voorraad goederen ook wel (handels)goederen;
b) Debiteuren: afnemers/klanten van wie een bedrijf nog geld tegoed heeft. Hierop staan de vorderingen
van een bedrijf op afnemers, klanten die wel een product hebben maar nog niet betaald hebben.
c) Nog te ontvangen bedragen: ondernemer moet nog geld krijgen van anderen dan klanten.
d) Vooruitbetaalde bedragen: bedragen die al betaald voor zijn voor de toekomst (bijv. huur)
e) Te vorderen btw: Bij een inkoop betaalt de ondernemer btw aan zijn leverancier, deze betaalde btw
kan hij terugvorderen van de fiscus. Omdat de btw op het einde van elk kwartaal wordt afgerekend,
ontstaat er een vordering op de fiscus die je ‘te vorderen btw’ of ‘te vorderen omzetbelasting’ noemt.
Liquide middelen (liquide kapitaal of liquide activa): geldmiddelen die je nodig hebt om je dagelijkse
betalingen te doen. Deze middelen bestaan uit het geld dat je in de kas hebt en het geld dat op je bankrekening
staat. Je kunt er meteen over beschikken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller imkejanssen2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.