Biologie samenvatting hoofdstuk 4, 5 en 6 (basisstof 1 en 2)
Hoofdstuk 4
Tijdlijn begin van het bestaan van de aarde:
De aarde bestaat ongeveer 4,6 miljard jaar.
Ongeveer 3,8 miljard jaar geleden ontstonden er de eerste eencelligen in het
precambrium
Ongeveer 670 miljoen jaar geleden verschenen de eerste meercellige,
542 miljoen jaar geleden ontstonden gepantserde dieren, (bijvoorbeeld weekdieren),
geleedpotigen en stekelhuidigen. Ook de eerste vissen
De eerste landplanten verschenen ongeveer 400 miljoen jaar geleden
Vlak na de landplanten ook de landdieren, voornamelijk geleedpotigen
350 miljoen jaar geleden ontstonden ook de gewervelden, de amfibieën
Ongeveer 250 miljoen jaar geleden ontstonden de zaadplanten, daarvoor waren het
planten met vaatbundels
De oudste fossielen van menselijke kenmerken zijn ongeveer 5 miljoen jaar oud
Door een waarschijnlijke chemische evolutie werden stoffen gevormd waaruit de eerste
eencellige kon ontstaan. Tot ongeveer 3 miljard jaar geleden was er geen zuurstof.
De oer atmosfeer stond waarschijnlijk uit
-stikstof
-waterdamp
-koolstofmonoxide
-C02
-ammoniak
-methaan
-waterstofsulfide
Dit gasmengsel komt nu ook vrij bij vulkaanuitbarstingen
Door toevoer van energie (bijvoorbeeld meteorietbotsingen en uv-straling kunnen deze
gassen ioniseren naar koolstof, waterstof, stikstof en zuurstof. Dit is hoe uit de anorganische
stoffen van de oer atmosfeer organische stoffen ontstonden
Anorganische stoffen: komen in de levenloze natuur en in organismen voor. Zijn klein en
eenvoudig gebouwde moleculen: koolstofmonooxide, koolstofdioxide, water, keukenzout en
zuurstof.
Organische stoffen: komen in organismen voor: grote en ingewikkelde moleculen die altijd
een of meer atomen koolstof en waterstof en meestal ook zuurstof bevatten. Een voorbeeld
daarvan is glucose.
, Miller-urey-experiment: bootste het ontstaan van organische stoffen na door een mengsel
van ammoniak, methaan, waterstofgas en waterdamp bloot te stellen aan elektrische
ontladingen, hierbij ontstonden er onder andere nucleotiden en aminozuren, waarvan in
organismen belangrijke stoffen zoals eiwitten en DNA kan worden gevormd.
Oersoep: door verdamping uit binnenzeeën vond indikking plaats terwijl de eerste
organische stoffen in de zeeën kwamen. De moleculen verenigden zich tot grotere
moleculen. De organische moleculen rangschikten zich in druppeltjes (protobionten) daaruit
ontstonden de eerste cellen.
Voorbeeld zelforganisatie: apoptose en celdiferentiatie
Protobionten kunnen ook zijn ontstaan door black Smokers, vulkanische schoorstenen waar
water onder hoge druk uit de zeebodem spuit.
Een derde theorie zegt dat de bouwstenen voor het leven afkomstig zijn uit de ruimte.
Oudste fossielen: 3.5 miljard oud
Alle gevonden fossielen ouder dan 1.4 miljard jaar zijn van prokaryote organismen:
eencellige organismen zonder celkern of andere zichtbare organellen.
Eerste prokaryoten: anaeroob: ze konden alleen leven zonder zuurstof
Ook heterotroof: haalden energie uit de oersoep
Heterotrofe organismen kunnen geen organische stoffen maken maar moeten ze wel als
voedsel opnemen.
Ongeveer 2.8 miljard jaar geleden ontstonden de cyanobacteriën of blauwalg, ze waren in
staat tot fotosynthese. Ze waren auotroof, ze deden aan fotosynthese, ze maakten ook
zuurstof.
Ongeveer 1.5 miljard geleden ontstonden de eukaryoten, cellen met een celkern, dubbele
membranen en organellen. Zie de endosymbiosetheorie.
Belangrijke ondersteuning theorie:
-mitochondriën en chloroplasten zijn ooit vrij levende bacteriën geweest door het feit dat
beide organellen een kringvormige DNA molecuul bezitten.
-de bouw komt overeen met de bouw van het celmembraan van prokaryoten
-cytoplasma kan zelf geen mitochondriën of chloroplasten vormen.
De ontwikkeling van levensvormen heeft geleid tot een grote biodiversiteit
Taxonomen beschrijven, ordenen en benoemen groepen organismen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maudmol. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.