100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Tijd voor geschiedenis tijdvakken en contexten HEEL vwo $8.82   Add to cart

Summary

Samenvatting Tijd voor geschiedenis tijdvakken en contexten HEEL vwo

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Dit is een samenvatting van Tijd voor Geschiedenis met de tijdvakken 1 t/m 9 en contexten Republiek, Verlichting, Duitsland en Koude Oorlog

Last document update: 3 year ago

Preview 4 out of 76  pages

  • April 27, 2021
  • April 27, 2021
  • 76
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
Samenvatting H1 P1: Overzicht tijd van jagers en boeren
Jagers jagen niet altijd, ze verzamelde ook. Vooral de vrouwen verzamelden. Het tijdvak moet tijd van
jagers en verzamelaars en boeren en steden heten. Prehistorie betekent voor de geschiedenis.
Mensen die niet-schriftelijke bronnen onderzoeken zijn archeologen.

Samenvatting H1 P3: Jagers en verzamelaars, tot ca. 11.000 v.Chr.
Ongeveer 15.000 jaar geleden eindigde de ijstijd, daarbij ook veel planten en diersoorten. Toen
werden de jagers en verzamelaars gedwongen om een andere voedselbron te zoeken: boer worden.
Het overgaan van jagen naar landbouw heet de Neolithische Revolutie. De jagers-verzamelaars
gingen op vast plekken wonen en gingen dieren temmen en houden: domesticeren. De Neolithische
Revolutie vond vooral plaats in Mesopotamië (de vruchtbare halvemaan), het Midden-Oosten. Dit
hele proces duurde duizenden jaren en heette het Neolithicum (Nieuwe Steentijd). Ze noemen het
nieuw vanwege drie redenen:
1. Er was meer zekerheid over kwaliteit en kwantiteit van voedsel.
2. De mensen leiden een sedentair bestaan, ze wonen op een plek.
3. De bevolking groeide

Doordat iedereen op boerderijen ging wonen werd bezit steeds belangrijker. In de agrarische
samenleving was er meer tijd voor andere dingen. Zoals kleding en potten maken. Door die potten
konden er voedselvoorraden aangelegd worden. Er werd ook nieuw gereedschap uitgevonden, zoals
het wiel, de sikkel en de ploeg. Er werd ook veel aandacht besteed aan het begraven van doden. Dat
is te zien aan Stonehenge. In deze tijd groeiden boerderijen uit tot dorpen en later tot steden,
daarvoor was georganiseerd bestuur nodig. De eerste boeren in Nederland heten de
Bandkeramiekers.

,Samenvatting H2 P1: Overzicht tijd van Grieken en Romeinen
De tijd van Grieken en Romeinen duurt van 30.000 v.Chr. tot 500 na Chr.
De naam Grieken en Romeinen kloppen niet. Er zijn ook andere machtige beschavingen (Egypte,
Babylon, Assyrië), maar die zijn niet zo belangrijk als de Grieken en Romeinen. Het hoogtepunt van
de Grieken en Romeinen heet de Klassieke Oudheid (500 v.Chr. – 500 na Chr.). Het einde van het
West-Romeinse Rijk was ongeveer 500 na Chr. De Romeinse cultuur gaat verder na 500 in het Oost-
Romeinse Rijk tot 1453.

Samenvatting H2 P2: De Griekse stadsstaat
Ontwikkeling van wetenschappelijk denken en denken over burgerschap en politiek in de Griekse
stadsstaat
Griekenland rond 500 v.Chr. was geen eenheidsstaat. De zeeën en bergen scheiden verschillende
stadstaten. Een zelfstandige Griekse stad heet een Polis. Veel stadstaten waren ooit een monarchie,
maar veel werden later een aristocratie: Ze werden bestuurd door een rijke groep mannen, behalve
in Sparta: daar hadden ze nog een koning. In sommige stadstaten kun je burgerrechten krijgen, die
heb je nodig om mee te doen aan de politiek. Omdat Griekenland heel bergachtig is was er weinig
vruchtbare grond, daarom stichtten veel stadstaten andere steden langs de Middellandse Zee. De
steden deden samen aan de Olympische Spelen en eerden dezelfde goden. Ook spraken ze dezelfde
taal en waren ze een agrarisch stedelijke samenleving. In de 5 e eeuw voor Christus werd Griekenland
twee keer aangevallen door Perzië. Athene en Sparta werkten samen om hen te verslaan maar
vochten daarna zelf de Peloponnesische Oorlogen.
De Griekse goden waren een natuurgodsdienst, zij waren er om natuurverschijnselen te verklaren.
De Griekse goden waren ook polytheïstisch. Over de goden werden mythen verteld. De Grieken
probeerden dingen zoals aardbevingen en regen te verklaren door de goden, dat heet mythisch
denken. Later leerden de Grieken ook wetenschappelijk denken. Filosofen zijn mensen die over het
bestaan denken. Bekende filosofen waren Socrates en zijn leerlingen Plato en Aristoteles. Aristoteles
vond dat je de waarheid kon vinden door wetenschappelijk onderzoek te doen: dat heet zintuigelijke
waarneming.
Athene was de eerste polis die de democratie koos. Normaal was er vaak een aristocratie of tirannie.
De macht kwam te liggen bij de Volksvergadering, je moest burgerschap hebben om daar in te
komen. Door een kleroterion werd geloot wie de jury was bij een rechtbank. Door roulatie
voorkwamen de Grieken dat niemand te lang aan de macht was. Ostracisme kon worden gebruikt
om iemand te verbannen. Athene was een directe democratie, ze konden zelf op wetten stemmen of
voorstellen. Maar in Nederland hebben we een indirecte democratie, wij stemmen voor een
vertegenwoordiger.


Samenvatting H2 P3: Beeld(en) van de Grieken en Romeinen
De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
Klassiek betekent tijdloos, uitmuntend, een voorbeeld voor latere tijden. De vorm waarop de kunst
in de Oudheid uitdrukken noemen we de klassieke vormentaal. De Grieken raakten geïnspireerd
door Egyptische kunst. Ze maakten de stijve Egyptische beelden na. Die beelden heten archaïsche
stijl. Vanaf de 6e eeuw ontwikkelen de Grieken een eigen klassieke vormentaal. Griekse
standbeelden hebben altijd een natuurlijke beweging. Het anatomisch ideaal kwam altijd duidelijk
naar voren, zeker bij de goden, want die waren beter dan mensen.
Griekse tempels hebben drie bouwstijlen.
 Dorische stijl: Vanaf de 7e eeuw v. Chr. Robuuste en sobere stijl. Geen voet/sokkel en geen
versieringen
 Ionische stijl: De zuilen zijn dunner en kregen een kapiteel met eenvoudige ronde
krulversieringen (voluten)
 Korintische stijl: Het kapiteel rijkelijk versierd met vele elkaar overlappende krullen.

,Tempels waren niet altijd wit, maar waren met kleurrijke kleuren versierd.
De Griekse stadstaten verspreiden zich over het Middellandse Zeegebied door kolonisatie. Ze nemen
hun geloof en cultuur mee. Vanaf 300 v. Chr. Veroverde Alexander de Grote Griekenland, hierdoor
werd de Griekse cultuur over een groot gebied verspreid. Daardoor werd Griekse cultuur ver
verspreid naar zelfs India. Die periode heet de Hellenistische periode. De Hellenistische stijl vanaf de
3e eeuw nog gecompliceerdere, beweeglijkere en emotievolle beelden.
Na de Romeinse verovering van Griekenland kopieerden de Romeinen de Griekse beelden. In de
Hellenistische periode waren er beelden waaruit een ster gevoel moest spreken. De Romeinse
beeldhouwers maakten vooral standbeelden van hun keizers. In de architectuur maakten de
Romeinen vooral bogen en cement. De Romeinen pasten hun bouwstructuur ook toe in openbare
gebouwen.

Samenvatting H2 P5: Grenzeloze Germanen
De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-
Europa
Tijdens zijn veroveringen in Gallië kwam Caesar in contact met verschillende volkeren die deze
gebieden bewoonden: de Kelten, de Belgen en de Germanen. Vanwege de ruige manier van leven
werden ze barbaren genoemd. Om zich tegen de barbaren te beschermen, werden natuurlijke
grenzen aangehouden of gebouwd. De grenzen van het Romeinse rijk werd limes genoemd, en lag
voor een deel door Nederland. De Romeinen brachten naar de verschillende gebieden hun eigen
cultuur, gebruiken gewoonten: Romanisering.
Rond 200n. Chr. Waren de grenzen definitief en leefden de Romeinen en de volkeren en relatieve
rust en vrede: Pax Romana. Rond het jaar 300 ontstonden grote migratiestromingen, de
Volksverhuizingen, die driehonderd jaar zouden aanhouden. Je hebt de Angelen, Saksen, Franken,
Gothen, Visigothen, Ostrogothen, Hunnen en de Vandalen. Dit was een van de redenen die bijdroeg
aan het verval van het Romeinse rijk, andere redenen zijn:
 Bureaucratie en corruptie
 In 395 n. Chr. Wordt het Romeinse Rijk in tweeën gesplitst met elk een eigen keizer
 Hulptroepen samengesteld uit volken en stammen, die vaak in oorlog met elkaar waren
 Minder aanvoer van slaven, daling landbouwproductie

Het West-Romeinse Rijk bleek niet bestand tegen de invallen van de vijandige volken te zijn. De
romeinse soldaten verdwenen rond 350 n. Chr. Uit ons land. In 410 wordt Rome geplunderd door
Alarik. In 476 n. Chr. Werd de zestienjarige West-Romeinse keizer Romulus Augustulus afgezet. In
Frankrijk kwam Clovis aan de macht en de Angelen en Saksen trokken naar Brittannië. Het Oost-
Romeinse Rijk was beter bestand tegen de invallen van barbaren en bleef nog tot 1453 bestaan.

Samenvatting H2 P6: Crisis door het christendom
De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische
godsdiensten
De Grieken en de Romeinen waren polytheïstisch. Dat betekent dat ze in meerdere goden geloven.
De Romeinen waren tolerant ten opzichte van andere goden, ze namen veel goden klakkeloos over.
De Romeinse keizer moest ook vereerd worden als een god: een keizercultus. De Joden waren een
uitzondering in de Oosterse provincie Judea, wat nu Israël is. Zij waren en zijn monotheïstisch onder
hun aartsvader Abraham, volgens de Joden de eerste mens, die zij als profeet van hun enige god
Jahweh zien. Het joodse volk werd door de profeet Mozes uit Egypte naar het beloofde land Israël
geleid. Mozes ontving op de vlucht uit Egypte van God de Tien Geboden. In de Tenach, heilig boek,
staan de overlevingsverhalen. De joden kwamen in opstand tegen de Romeinen. Toen de joodse
hoofdstad, Jerusalem, door de Romeinen in 587 v. Chr. werd verwoest verspreiden de Joden zich:
diaspora.

, Rond het jaar 0 ontstond ook in Judea een nieuwe beweging die zichzelf christenen noemden. Zij
waren joden die zich tegen de Romeinse verzetten, geïnspireerd door een jood genaamd Jezus van
Nazareth. Hij was de Messias die God had gezonden om het koninkrijk te redden. Een Messias is een
persoon die de band met god versterkt.
Belangrijk was naastenliefde, vergeving en de regels (Tien Geboden) van het geloof. Veel machtige
Joden waren bang dat, doordat er nu twee geloven waren met één god, dat zij hun bevoorrechte
positie bij de Romeinen zouden verliezen. Daarom verraden zij Jezus en kruisigen ze hem. In het jaar
50 na Chr. maakte de volgeling van Jezus zich los en werden geleid door de apostel Paulus. Een
apostel is iemand die het woord van Jezus kent en verspreidt. De christenen verspreiden het geloof
over het Romeinse Rijk (de Joden deden dit niet). Via het wegennetwerk en de gemeenschappelijke
taal (Latijn) van de Romeinen kon het geloof zich zo spoedig verspreiden. De Romeinse keizers waren
niet blij, omdat de christenen weigerde de keizers te vereren. Het christendom verspreidde zich
onder alle lagen van de bevolking. Christenen die in de openbaarheid traden werden vervolgd, vooral
door Keizer Nero en Decius. Hierdoor stierven volgers als de apostelen Petrus en Paulus, zij werden
martelaren. Dat zijn mensen die sterven voor hun geloof. Het christendom was vooral populair onder
slaven, vrouwen en andere onderdrukte groepen, want zij konden uitkijken na een leven na de dood.
In 313 na Chr. werd door keizer Constantijn een einde gemaakt aan de vervolgingen. Hij was in een
machtsstrijd met een andere keizer, toen kreeg hij een visioen over een teken dat hij op zijn schilden
moest zetten waarmee hij zou winnen. Na een bloedig gevecht won hij een wordt hij een christen.
Voor zijn dood liet hij zichzelf nog dopen. Vanaf de vierde eeuw werd het christendom de
Staatsgodsdienst onder keizer Theodosius. Door overleg ontstond de Bijbel, bestaande uit het
Nieuwe Testament (dat vier oude levensbeschrijvingen van Jezus, de evangeliën) en het Oude
Testament (de Tenach van de Joden).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hetterscheidtom. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78998 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.82
  • (0)
  Add to cart