100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting aardrijkskunde (weer en klimaat) vmbo-kgt 4 $8.90   Add to cart

Summary

Samenvatting aardrijkskunde (weer en klimaat) vmbo-kgt 4

1 review
 237 views  1 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

dit is een samenvatting van de hoofdstukken 1,2 en 3 van weer en klimaat + de casus.

Preview 2 out of 9  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 t/m 3
  • April 27, 2021
  • 9
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 4

1  review

review-writer-avatar

By: martinecole • 3 year ago

Translated by Google

Unfortunately, not all chapters are on it.

avatar-seller
Aardrijkskunde H1, H2 en H3

1.1

Het weer in Nederland kan van dag tot dag en plaats tot plaats verschillen. Het weer speelt zich af in
de atmosfeer (dampkring) = de toestand van de atmosfeer op een bepaald moment, in een bepaald
gebied.

In een weerbericht of een weerkaart kun je weerelementen zien: tempratuur, wind, bewolking,
neerslag en luchtdruk. Weerkundigen meten deze weerelementen met satellieten, weerballonen en
meetapparatuur in weerstations op het aardoppervlak. Zo maken ze een weersverwachting.

Zonlicht bestaat uit licht, maar ook uit ultraviolette straling.
- deze uv-straling is schadelijk, want je kunt eraan verbranden als je je huid niet bedekt. (huidkanker).
- in het weerbericht word vaak de zonkracht genoemd.
De zonkracht is een maat voor de hoeveelheid uv-straling in het zonlicht die de aarde bereikt. Als het
erg bewolkt is (bewolkingsgraad), is de zonkracht kleiner.

Het klimaat is het gemiddelde weer over een langere periode (30-40 jaar) in een bepaald gebied.
- bij de indeling van klimaten op aarde zijn de gemiddelde temperaturen in de koudste en de
warmste maand en de totale gemiddelde neerslag over een jaar belangrijk. (planten/dieren leven?)

Noord-Atlantische Drift = de warme zeestroom die warm water en warme, vochtige lucht naar
Europa brengt.
Benguelastroom = de koude zeestroom voor de kust van Zuidwest-Afrika.

Door de klimaatfactoren kunnen temperaturen en neerslagen in gebieden erg verschillend zijn.
- breedteligging = dit is de afstand tot de evenaar. Hoe verder van de evenaar, hoe lager de
gemiddelde temperatuur.

- hoogteligging boven zeeniveau = hoe hoger je komt, hoe lager de
gemiddelde temperatuur. Onder deze klimaatfactor valt ook het reliëf in een
gebied, zoals de ligging van een gebergte. Per km daalt de temperatuur met
6 graden.

- gesteldheid van het aardoppervlak (het soort oppervlak dat de zon
verwarmt = er is meer zonne-energie nodig om 1 M3 water (vloeistof) op te
warmen dat 1 M3 land (vaste stof). Water koelt langzamer af dan het land
 dit komt doordat opgewarmd water zich kan mengen met kouder water
uit de diepte. Een gebied bij zee ontvangt met een wind vanaf zee vaak vochtige
lucht waar veel neerslag uit valt. (koele
wind in de zomer) en (warme wind in
de winter).

- afstand zee = een gebied bij zee
ontvangt met een wind vanaf zee vaak
vochtige lucht waar veel neerslag uit
valt (koele winter/warme zomer).

- de aanvoer van warmte, koude of vochtigheid van elders, door wereldwijde wind- en
oceaanoverstromingen.
1.2

, Nederland heeft een gematigd zee klimaat.

De temperatuur meet je op de schaal van Celsius met een thermometer.
- bij 0 graden bevriest water en bij 100 graden kookt water.

Op kaarten word de temperatuur vaak weergegeven met isothermen = lijnen die plaatsen met een
gelijke temperatuur met elkaar verbinden.

Zonnestralen vallen op het aardoppervlak, dat daardoor opwarmt en warme lucht afgeeft aan de
lucht erboven. De zon warmt de lucht dus niet direct op, maar via het aardoppervlak.
- op 10 km hoogte is het wel -52 graden.
- elke 1000 meter neemt de temperatuur met 6 graden af.

De aarde is bol en staat schuin, daardoor moeten sommige zonnestralen een lange weg afleggen en
andere zonnestralen een korte weg. Daardoor is de invalshoek op hoge breedte kleiner dan op lage
breedte.
- korte zonnestralen (lage breedte)  kortere afstand (minder stofdeeltjes) en kleiner oppervlak
- lange zonnestralen (hoge breedte)  langere afstand (meer stofdeeltjes) en groter oppervlak

Als de zon op de evenaar staat is het herfst of lente
Als de zon onder de evenaar staat is het winter  noordpool is donker – zuidpool is licht
Als de zon boven de evenaar staat is het zomer  noordpool is licht – zuidpool is donker

De aarde staat schuin doordat de aardas in het echt schuin staat ten
opzichte van de baan van het aarde om de zon.
- ene helft van het jaar is het noordelijk halfrond naar de zon toegekeerd.
- ene helft van het jaar is het zuidelijk halfrond naar de zon toegekeerd.
 hierdoor veranderd de zoninvalshoek op elke breedtegraad, en ook de
hoeveelheid warmte.

Het gebied tussen 23 ½ N.B. = Kreeftskeerkring  hele jaar warm (tropen
en dicht bij de evenaar)
Het gebied tussen 66 ½ N.B. = noordpoolcirkel
Het gebied tussen 23 ½ Z.B. = Steenbokskeerkring  hele jaar warm
(tropen en dicht bij de evenaar)
Het gebied tussen 66 ½ Z.B. = zuidpoolcirkel

Het aardoppervlak in een gebergte wordt net als het aardoppervlak op
zeeniveau opgewarmd door zonnestralen, dus ook de atmosfeer erboven.
Maar omdat daar minder luchtdeeltjes boven het aardoppervlak zitten, houdt
de atmosfeer boven gebergten minder warmte vast en ontsnapt meer warmte
naar het heelal.  hoe hoger je in de bergen komt, hoe lager de gemiddelde
temperatuur van de lucht is.

In de zomer is de lucht boven water kouder dan de lucht boven het land.
In de winter is de lucht boven water warmer dan de lucht boven het land.
 dat komt door het verschil in opwarmen en afkoelen van water en land.



1.3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisadekker0105. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.90  1x  sold
  • (1)
  Add to cart