Filosofie
Hoofdstuk 1: De oorsprong van de filosofie
Inleiding
In dit hoofdstuk behandelen we 2 onderdelen:
- De vraag naar de OORSPRONG van de filosofie
- De vraag naar de INHOUD en INDELING van de filosofie
Oorsprong van de filosofie:
Etymologie = filein en Sophia
-> Griekse filein: “houden van”
-> Sophia: (godin van de) wijsheid, dat wijsheid vrouwelijk was, mag een verassing lijken, of
toch weer niet? Men spreekt immers van vrouwelijke intuïtie, hiermee verwijzend naar de
directe ervaring van waarheid, zonder beroep te doen op een redeneerproces. Toch is een
geschiedenis van de filosofie een verhaal van mannen. Van de 20e eeuw is hier
verandering in gekomen, omdat vrouwen toen pas gelijke toegang kregen tot onderwijs
als mannen.
2 visies:
- Filosofie is zo oud als de mens zelf: vanaf we konden spreken, stelden we onszelf en
anderen filosofische vragen. Iedereen dat diepzinnige vragen stelt, is filosofisch bezig.
Plato: ”Filosofie begint met verwondering” -> Dit is de bron van onze zoektocht om te
begrijpen wat er zich voordoet in onszelf en de wereld.
- filosofie is ontstaan in een bepaalde periode en binnen een bepaalde cultuur:
Westerse filosofie: 6e eeuw v.C. in de streek rond de Egeïsche zee, op het kruispunt
van verschillende sterk ontwikkelde culturen.
Oosterse filosofie: rond 6e eeuw v.C. In India werden de Upanishaden (=erotische
filosofische verhandelingen) geschreven. Mahavira en Boeddha stelden de
traditionele brahmaanse levenswijze in vraag en lagen aan de basis van het jaïnisme
en het boeddhisme. In China kwam Confucius met een uitgewerkte sociale filosofie
en kende het taoïsme haar bloei met de overlevering van Lao Tse.
Overgang van Mythos naar Logos (‘ontstaan’ van Westerse filosofie)
Van een wereldbeeld gebaseerd op mythen, meestal gekleurd door een rijke wereld van
goden en fantastische verhalen naar een wereldbeeld dat haar fundering zoekt in een meer
‘rationele’ verklaring. Deze rationaliteit verwijst naar het toenemende belang van
observatie en argumentatie en naar het feit dat de natuur uit de natuur wordt verklaard en
niet meer door te verwijzen naar goden en andere wezens met hun onderlinge vetes en
wisselende gemoedstoestanden.
Mythische wereldbeelden treffen we aan in alle culturen en tijden, en ze vormen een geliefd
onderzoekdomein van antropologen (voorvaderen, Shiva-Shaki).
Voorbeelden van Westerse mythen:
- De zondeval (Oude testament):
Het verhaal van de uitdrijving uit het Aards Paradijs. Deze mythen spreken nog steeds tot
de verbeelding. Ze behandelen diepmenselijke vragen aan de hand van metaforen en
verhalen. Verhaal van adam en Eva: gevolg van kennis en oordelen. Uitdrijving: kennis
maken met het lijden.
1
,- Odysseus en de sirenen:
De terugkeer van Odysseus naar zijn vrouw na de oorlog. Hij moet alle minnaressen van zijn
slachtoffers overleven/weerstaan. De piraten konden het stuur niet meer houden en
werden gek van het gezang. Dit verhaal gaat over de confrontaties in het leven en hoe
verleiding weerstaan.
Omschrijving en indeling van de filosofie
Tussen RELIGIE en WETENSCHAP
Omschrijving volgens Italiaanse filosoof Luciano de Crescenzo:
1. Wetenschap: bestudeert op systematische wijze de ‘objectieve’ verschijnselen in de
natuur.
I. Domein: de materiële (waarneembare) werkelijkheid.
II. Natuurfilosofie werd fysica (1545: Copernicus en Vesalius), later ook andere
natuurwetenschappen en sociologie/psychologie.
III. Ratio (rede, verstand) en empirie (zintuiglijke waarneming)
2. Religie: zoekt naar iets absoluuts en biedt troost en zingeving
I. Domein: zingeving, waarden en bewustzijn.
II. “voorbij” zintuigen en verstand.
Drie grote vragen en domeinen
De vragen van Immanuel Kant:
1. Wat kan ik weten? (ons denken)
2. Wat moet ik doen? (ons handelen)
3. Wat mag ik hopen? (onze verwachtingen)
-> Wat is de mens?
De indeling van Luc Ferry:
1. Kennis: werkelijkheid (objectieve feiten of objectiveerbare begrippen en hoe deze op
elkaar inwerken)
2. Ethiek: rechtvaardigheid
3. Wijsheid: heil of geluk (de manier waarop we in het leven staan en hoe we omgaan met
de wisselvalligheden van het leven)
Het Huis van de filosofie: zijn, bewustzijn en mens
Ontologie: vragen over het zijnde (‘dat wat is’)
De kosmologie: werking en oorsprong van de kosmos, de natuur en de krachten
binnen de natuur. Deze tak ontwikkelde zich in de fysica, astronomie, biologie…
“Waar eindigt het universum?”
Metafysica (bovenwereld): stelt vraag naar achterliggende principe (geest). Als dit
principe God genoemd wordt, spreekt men van theologie.
“Is er leven na de dood?”
Wijsgerige antropologie (mens): stelt zich vragen over de aard, de status en de
plaats van de mens en ging als wetenschap in de sociologie, agogiek en de culturele
antropologie.
“Wat is geluk?”, “Wie ben ik?”, “Wat drijft mij?”
2
,Het huis van de filosofie: de 3 grote waarden
1. Het ware (waarheid)
-> De epistemologie of kennisleer stelt zich vragen over waarheid en kennis.
Vb: Wat is kennis?, Wat is de waarheid?, Bestaat de waarheid of is dit relatief?
-> De logica houdt zich bezig met de vraag “Wat is geldig redeneren?”. In de 20 e eeuw
ontstonden de wetenschapsfilosofie, de taalfilosofie, en de bewustzijnsfilosofie als
aparte takken van de kennisleer.
-> De wetenschapsfilosofie buigt zich over de grondslagen van de kennis van de
afzonderlijke wetenschappen. Methoden, grondstellingen, begrippen en doelen
worden hier verhelderd en aan kritisch onderzoek onderworpen.
-> De taalfilosofie behandelt het ontstaan, de ontwikkeling, de betekenis en de functie van
de taal en het verband tussen taal en dingen en taal en denken.
2. Het goede (goedheid en rechtvaardigheid)
-> De ethiek onderzoekt het goede. Ze vraagt wat goedheid en rechtvaardigheid is, of en
hoe het goede kan gefundeerd worden, of normen en waarden een universele grond
hebben, dan wel relatief zijn aan de mens en cultuur.
-> De sociale en politieke filosofie houdt zich bezig met de (rechtvaardige) samenleving.
Toegepast op de maatschappelijke vertaalt de vraag: “Hoe dient een rechtvaardige
maatschappij te worden georganiseerd?”. Deze vragen behoren tot het domein van de
politieke en/of sociale filosofie.
-> De rechtsfilosofie is ook een apart vakgebied waarbinnen onder meer de vraag wordt
gesteld naar de aard en de oorsprong van recht en haar verhouding tot ethiek.
3. Het schone (schoonheid)
-> De esthetica houdt zich bezig met de vraag naar wat schoonheid en kunst is. Afgeleide
deelgebieden zijn de kunst- en cultuurfilosofie.
De pre- socratische filosofie/natuurfilosofen
Hun vragen waren vooral kosmologisch geïnspireerd. Ze gingen op zoek naar de oorsprong
van de kosmos en naar de principes van verandering.
Thales van Milete
Hij wordt beschouwd als de ‘eerste filosoof’ om de volgende 3 redenen:
- Hij was de eerste die de complexe waarheid terugbracht tot 1 beginsel of archè. Volgens
hem is de oorsprong van alles water: alles ontstaat uit water en keert ernaar terug
(reductionisme). Tot deze bevinding kwam hij wellicht door observatie en het besef dat er
zonder water geen leven mogelijk is.
- Wiskundige stelling van Thales: evenwijdige lijnen van evenwijdige rechten snijden
evenredige stukken af. Voor de hoogte van een piramide te berekenen. A/B : C/D. Hij was
ook een astronoom (zonsverduistering).
- “Ken jezelf”, oproep tot zelfkennis blijft een fundamenteel thema in de filosofie.
Anaximander van Milete
- Leerling van Thales en ging verder in op de vraag naar het eerste beginsel.
- Het apeiron (onbepaalde, onbeperkte) is het eerste beginsel in plaats van water waaruit
alles voorkomt.
- Hij beschouwde de wereld als een platte schijf, tekende een wereldkaart en waagde zich
aan een eerste kosmogonie (verklaring voor ontstaan van de wereld als een scheiding en
inwerking van tegengestelde elementen op elkaar).
3
, Pythagoras
- Ontwierp term ‘philosphos’: verwijst naar mensen zoals hij, namelijk een persoon die blijft
nadenken tot hij weet, “ik blijf nadenken en zoeken, tot ik de werkelijkheid begrijp”
- Wiskundige stelling van Pythagoras: a²+b²=c²
- Via getallen en hun onderlinge verhoudingen kan men de wereld vatten en in kaart
brengen/de werkelijkheid uitdrukken
- De kosmos is een geordend geheel
- Hij leefde met zijn leerlingen in een soort van commune. Ze waren strikt vegetarisch en
geloofden in de reïncarnatie van de ziel.
Parmenides
- Centraal staat de vraag naar ‘het zijn’ (ontologie: de leer van het zijn)
- Beroemdste uitspraak “Alles (het zijn) is 1 en onvergankelijk en aan zichzelf gelijk”
-> al het tijdelijke verschijnt en verdwijnt in het eeuwige zijn.
-> denk aan de metafoor van het computerscherm
Herakleitos
- Vertrekt vanuit de verandering zelf
- Bijnaam “de Duistere” omwille van diepe uitspraken: “alles vloeit”, “je kan nooit tweemaal
in dezelfde rivier stappen” en “oorlog is de vader van alles”
- De logos is het principe achter de steeds veranderende werkelijkheid
- ‘rivier’, ‘vuur’ en ‘oorlog’ als metafoor voor verandering
- Een vergelijking met taoïsme (Tao is de orde en de tegenstelling yin-yang de dynamiek) ligt
voor de hand
Democritos
- Alles in de werkelijkheid is terug te brengen tot ‘ondeelbare’ deeltjes (atomos)
-> atomen ketten samen en komen los
-> verschillen in zwaarte: zwaardere = materie, lichtere = gedachten
- Deze visie maakt hem tot de eerste filosofische “materialist”
Filosofie binnen het hoger onderwijs
Algemeen: verruimende en trans formatieve kracht van filosofie.
‘Reflective practitioners’: zelfreflectie bij handelen/beslissen is cruciale competentie als je
met mensen werkt
- Mentale kracht, ‘geneeskunde van de ziel, bereiken van geluk of onverstoorbaarheid’
- Zingeving
- Nuttige vaarheden op vlak van spreken, kritisch denken, argumenten en morele keuzes
- Basisvaardigheden op vlak van zelfreflectie, pluralisme, openheid, burgerschap en
praktische wijsheid
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller martheblommaert. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.00. You're not tied to anything after your purchase.