Samenvatting In Balans - Bedrijfseconomie in balans VWO Theorieboek 1 Hoofdstuk 17 t/m 21, ISBN: 9789462871854 Bedrijfseconomie
9 views 0 purchase
Course
Bedrijfseconomie
Level
VWO / Gymnasium
Book
In Balans - Bedrijfseconomie in balans VWO Theorieboek 1
Samenvatting van hoofstuk 17 t/m 21. Het gaat om domein D investeren en financieren. Uitleg berekeningen zijn niet inbegrepen. Het is vooral alle informatie verkort opgeschreven.
● vervangingsinversteringen → goed vervangen voor een nieuwe (productiecapaciteit
blijft hetzelfde)
● risicoreductie → onzekerheden zo klein mogelijk houden (voorbeelden
onzekerheden: hoogte ontvangsten + bijkomende kosten)
● cashflow → in- en uitstromingen van geld (kasstroom)
● (negatieve) cashflow begin looptijd: investeringen (in vaste en vlottende activa)
cashflow tijdens looptijd = nettowinst (winst na belasting)
cashflow einde looptijd = desinvesteringen (restwaarde)
● tijdstip cashflows spelen altijd een rol
17.2
● terugverdientijd → daarbij reken je uit hoe lang het duurt voordat je het bedrag aan
inversteringen terugverdiend hebt.
voordelen: eenvoudig + onzekerheid dat je het geld terug krijgt kleiner
nadelen: geen rekening met interest + verwaarloosd verdeling & cashflows na het
terugverdiende bedrag
17.3
● nettocontantewaardemethode → cashflows contant gemaakt tegen gewenste
interestvoet
voordelen: houdt rekening met de looptijd & interest
nadelen: geen rekening met onzekerheid
● keuze voor project → hoogste netto contante waarde (bij gelijke investeringen) -
anders → netto contante waarde per geïnvesteerde euro (netto contante waarde /
investering)
17.4
● Gevoeligheidsanalyse → verschillende berekeningen met verschillende gegevens
om de waarde van het bedrijf in kaart te brengen
● rentabiliteitswaarde → jaarlijkse winst / geëiste rentabiliteitspercentage (dit
percentage wordt vaak gegeven)
● marktwaarde → voor hoeveel het bedrijf verkocht zou worden (als het te koop stond)
● discounted cashflow methode → jaarlijkse cashflow / geëiste rentabiliteitspercentage
(dit percentage wordt vaak gegeven)
18.1
● garantiefunctie van eigen vermogen → buffer voor verliezen
, ● aandeel → bewijs van deelname in het eigen vermogen van een bv of nv
● nominale waarde → bedrag dat op het aandeel staat (met dit bedrag bereken je het
dividend (dit wordt nog besproken in 18.6)
● koerswaarde → bedrag dat je betaalt als je het aandeel koopt
● emissiekoers → prijs waartegen de nieuwe aandelen verkocht gaan worden
● maatschappelijk aandelenkapitaal → totaalbedrag (berekend met nominale waarde)
dat een onderneming aan aandelen heeft (zowel geplaatst als in portefeuille) of het
max bedrag (in nominale waarde) dat een nv aan aandelen mag uitgeven (dit staat
vaak beschreven in de statuten)
● Geplaatst aandelenkapitaal → maatschappelijk aandelenkapitaal - aandelen in
portefeuille
● belegger → iemand die investeert om geld te verdienen
● Dividend → geld wat aandeelhouders uit de winst krijgen (LET OP: dit bedrag
bereken je niet met de winst, het bedrag wat de aandeelhouders uitgekeerd krijgen
bereken je met de nominale waarde. Dit bedrag wat uiteindelijk naar de
aandeelhouders gaat, wordt alleen van de winst afgetrokken)
● koerswinst → winst door een aandeel voor een hogere prijs te verkopen dan de prijs
waarvoor je het zelf gekocht hebt
● tantième -->winstuitkering voor commissarissen en personeelsleden
18.2
● preferente aandelen → aandelen met voorrang op een bepaald gebied
op winstuitkering → mensen met preferente aandelen voor winstuitkering kregen als
eerst hun dividend (LET OP: dit is een vast percentage, het staat dus vast hoeveel je
krijgt. Dit kan nadelig zijn als er veel winst is en de rest meer kan krijgen, maar
voordelig als de winst laag is)
op zeggenschap → je mag meebeslissen (ook wel prioriteitsaandelen → aandelen
op naam zodat de vijanden niet zomaar kunnen kopen)
op uitkering bij liquidatie (het failliet gaan van een bedrijf) → deze aandeelhouders
krijgen hun geld terug voor de overige aandeelhouders
● Nadelen gewone houder ten opzichte van preferente houder → bij liquidatie krijg je
later je geld terug + zijn duurder + zeggenschap zeer beperkt
● voordelen gewoon aandelenkapitaal ten opzichte van preferente aandelenkapitaal
(dus voor de onderneming) → opbrengst bij plaatsing hoger + bemoeien zich minder
met zeggenschap
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evaormel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.