TENTAMEN BURGERLIJK PROCESRECHT EN INSOLVENTIERECHT
D.D. 31 JANUARI 2020
De juiste antwoorden zijn geel gemarkeerd; onderaan iedere vraag wordt een toelichting op
het juiste antwoord gegeven.
1. Hermien, wonende in Amsterdam, koopt van haar eerste salaris een tweedehands auto
bij Garage Winters B.V., gevestigd in Rotterdam, voor een bedrag van € 27.999. Na
een paar weken ontdekt Hermien grote roestplekken onder de lak. Zij vordert
ontbinding van de koopovereenkomst.
Welke rechter(s) is/zijn bevoegd kennis te nemen van haar vordering?
A. De rechtbank, kamer voor kantonzaken, in Amsterdam en Rotterdam.
B. De rechtbank, kamer voor kantonzaken, in Rotterdam.
C. De rechtbank, kamer voor niet-kantonzaken, in Amsterdam en Rotterdam.
D. De rechtbank, kamer voor niet-kantonzaken, in Rotterdam.
Toelichting: Kantonrechter (consumentenkoop, art. 93 onder c Rv). Rechtbank Rotterdam
(art. 99 Rv) en Amsterdam (art. 101 Rv).
2. Mozes, wonende in Amsterdam, meent dat Stephanie, wonende in Den Haag,
onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld. Mozes verlangt een schadevergoeding van €
100.000 van Stephanie. Mozes en Stephanie komen overeen dat zij hun geschil zullen
voorleggen aan de rechtbank Rotterdam. Mozes begint vervolgens echter een
procedure bij de rechtbank Midden-Nederland.
Heeft Mozes zijn vordering bij de verkeerde rechter ingesteld?
A. Nee, in deze procedure is naast de rechtbank Rotterdam ook de rechtbank Midden-
Nederland bevoegd.
B. Nee, in deze procedure is naast de rechtbank Den Haag ook de rechtbank Midden-
Nederland bevoegd.
C. Ja, in deze procedure zijn alleen de rechtbanken Rotterdam en Den Haag bevoegd.
D. Ja, in deze procedure is alleen de rechtbank Rotterdam bevoegd.
Toelichting: Forumkeuze (art. 108 Rv); gekozen rechtbank is exclusief bevoegd.
3. Sonja huurt een appartement in Amsterdam van verhuurder Stichting Woongenot,
gevestigd in Rotterdam. Sonja betaalt haar huur al enige tijd niet. Stichting Woongenot
vordert betaling van de achterstallige huurpenningen ad € 10.000. Na de conclusie van
antwoord verhoogt Stichting Woongenot haar vordering tot € 30.000, omdat Sonja
brandschade heeft veroorzaakt.
Welke stelling is juist na de vermeerdering van eis?
Bevoegd om over de vordering van Stichting Woongenot te beslissen is/zijn
A. de rechtbank, kamer voor niet-kantonzaken, in Amsterdam en Rotterdam.
B. de rechtbank, kamer voor niet-kantonzaken, in Amsterdam.
C. de rechtbank, kamer voor kantonzaken, in Amsterdam en Rotterdam.
D. de rechtbank, kamer voor kantonzaken, in Amsterdam.
Toelichting: De kantonrechter blijft bevoegd, nl. dit is een huurzaak (art. 93 onder c en 95
Rv). Exclusief bevoegd is de rechtbank van de plaats van het gehuurde (art. 103 Rv).
1
, 4. Rosanna vordert in een bodemprocedure bij de rechtbank tegen Louisa € 10.000
schadevergoeding op grond van wanprestatie.
Welke stelling is juist?
A. Alleen Rosanna moet zich in de procedure laten vertegenwoordigen door een
advocaat.
B. Rosanna en Louisa moeten zich in de procedure laten vertegenwoordigen door een
advocaat.
C. Rosanna en Louisa kunnen in persoon procederen of zich laten
vertegenwoordigen door een gemachtigde.
D. Rosanna en Louisa moeten zich in de procedure laten vertegenwoordigen door een
gemachtigde.
Toelichting: Kantonzaak, dus procederen in persoon (art. 79 lid 1 Rv) of vertegenwoordiging
door de gemachtigde (art. 80 lid 1 Rv).
5. Welke stelling over algemene beginselen voor procedures is juist?
A. Tot de grondbeginselen van een goede procesorde behoort dat elke
rechterlijke beslissing tenminste zodanig moet worden gemotiveerd dat zij
voldoende inzicht geeft in de daaraan ten grondslag liggende gedachtegang
om de beslissing zowel voor partijen als voor derden controleerbaar en
aanvaardbaar te maken.
B. De waarheidsplicht strekt ertoe te voorkomen dat partijen de rechter niet volledig
informeren. Het is daarom niet mogelijk om bepaalde posities meer te
benadrukken en andere onderbelicht te laten.
C. Als de verwijzing van een zaak van de enkelvoudige kamer naar de meervoudige
kamer plaatsvindt na een mondelinge behandeling waarin partijen hun stellingen
hebben kunnen toelichten en die voorafgaat aan de eerstvolgende uitspraak, hoeft
van de verwijzing geen mededeling aan partijen te worden gedaan.
D. In een dagvaardingsprocedure zijn in beginsel de terechtzittingen, de beraadslaging
en de besluitvorming in het rechterlijke college alsmede de uitspraak van het
vonnis openbaar.
Toelichting: Vredo/Veenhuis, r.o. 3.4.
Ad B. Commentaar bij arrest Waarheidsplicht (nr. 7).
Ad C. Arrest Rechterswissel (nr. 9).
Ad D. De beraadslaging en besluitvorming gebeurt niet in het openbaar, maar in de
raadkamer. Art. 27 en 28 Rv en H/H nr. 5.
6. Welke stelling over HR 19 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:210 (X./Dexia Nederland
(ook: Aanvulling feitelijke grondslag)) is juist?
A. Het hof had de vordering van eiseres X. alleen mogen afwijzen vanwege de
gebondenheid van X. aan de WCAM-overeenkomst, als zowel eiseres X. als
gedaagde Dexia zich daarop zou hebben beroepen.
B. Het hof mocht de vordering van eiseres X. niet afwijzen vanwege de
gebondenheid van X. aan de WCAM-overeenkomst, omdat gedaagde Dexia
haar verweer niet op die gebondenheid had gebaseerd.
2
, C. Het hof mocht de vordering van eiseres X. afwijzen vanwege de gebondenheid van
X. aan de WCAM-overeenkomst, omdat hij de feitelijke grondslag ambtshalve
moet aanvullen.
D. Het hof mocht de vordering van eiseres X. afwijzen vanwege de gebondenheid van
X. aan de WCAM-overeenkomst, omdat hij de rechtsgronden ambtshalve moet
aanvullen.
Toelichting: Arrest X./Dexia Nederland.
7. In een dagvaarding in een niet-kantonzaak is het gevolg van het niet-tijdig betalen van
het griffierecht niet opgenomen. De eerste roldatum is 15 februari. De eiser ontdekt de
fout niet voor de eerste roldatum. De gedaagde verschijnt niet in de procedure.
Wat zal er op de eerste roldatum gebeuren?
A. De rechter zal verstek verlenen.
B. De rechter zal de dagvaarding nietig verklaren.
C. De rechter zal de nietigheid voor gedekt verklaren.
D. De rechter zal een nieuwe roldatum bepalen en de eiser bevelen een
herstelexploot uit te brengen.
Toelichting: De fout wordt bedreigd met nietigheid (art. 111 lid 2 onder i en 120 lid 1 Rv),
dus geen verstek (art. 121 lid 1 Rv). De dagvaarding zal de gedaagde wel hebben bereikt, dus
geen nietigverklaring (art. 121 lid 3 Rv). Wel een nieuwe roldatum en herstelexploot, zie art.
121 lid 2 Rv.
8. Welke stelling over het verloop van de dagvaardingsprocedure in eerste aanleg is juist
nu de Spoedwet KEI in werking is getreden?
A. De procedure is aanhangig vanaf de eerste roldatum.
B. Na de conclusie van antwoord wordt een comparitie na antwoord bevolen, tenzij
de rechter oordeelt dat de zaak daarvoor niet geschikt is.
C. De eiser mag een conclusie van repliek nemen en de gedaagde mag een
conclusie van dupliek nemen als geen mondelinge behandeling is bevolen.
D. Partijen kunnen voordat de rechter over de zaak beslist pleidooi vragen.
Toelichting: Art. 132 lid 1 Rv.
Ad A: Art. 125 lid 1 Rv.
Ad B: Geen comparitie maar een mondelinge behandeling. Art. 131 Rv (gewijzigd Spoedwet
KEI).
Ad D: Pleidooi is vervallen (Spoedwet KEI).
9. Welke stelling over het verweer is juist?
A. Een principaal verweer strekt ertoe dat de rechter, aan wie het geschil is
voorgelegd, op grond van regels van processuele aard niet tot een beoordeling van
de rechtsbetrekking in geschil zelf kan komen.
B. De gedaagde kan geen materieel verweer meer voeren als hij in zijn conclusie
van antwoord alleen excepties heeft aangevoerd.
C. Het beroep op het verstreken zijn van de appeltermijn is een principaal verweer.
D. Het beroep op dwaling bij de totstandkoming van een overeenkomst is een
exceptief verweer.
Toelichting: Art. 128 lid 3 Rv.
3
, Ad A: Definitie exceptie i.p.v. principaal verweer.
Ad C en D: voorbeelden genoemd in H/H nr. 66.
10. In een bodemprocedure bij de rechtbank vordert Yigit in conventie een contactverbod
tegen Chantal. Twaalf dagen voor de mondelinge behandeling stelt Chantal bij akte een
vordering in reconventie in. Chantal vordert in reconventie de ontbinding van een met
Yigit gesloten koopovereenkomst.
Welke stelling is juist?
A. Chantal had de vordering in reconventie moeten instellen bij conclusie van
antwoord.
B. Chantal heeft de vordering in reconventie op tijd ingesteld, namelijk meer dan tien
dagen voor de mondelinge behandeling.
C. De vordering in reconventie zal niet worden behandeld, omdat een materieel
verband tussen de zaken in conventie en reconventie ontbreekt.
D. De eis in reconventie is een incident in de hoofdprocedure.
Toelichting: Art. 137 Rv.
Ad. B: deze regel betreft voor de mondelinge behandeling over te leggen stukken. Art. 87 lid 6
Rv.
Ad C: H/H nr. 71.
Ad D: H/H nr. 68.
11. Kunto verkoopt zijn MG sportwagen voor € 25.000 aan Semih. Een dag later biedt
Noah € 35.000 voor die auto aan Kunto. Kunto kan de verleiding niet weerstaan en
verkoopt de auto ook aan Noah. Uiteindelijk wil Kunto de auto toch graag zelf houden
en hij levert de auto noch aan Semih noch aan Noah. Noah vordert in een procedure
tegen Kunto de levering van de auto.
Wat raadt u Semih aan te doen?
A. Tussenkomen in de procedure tussen Noah en Kunto.
B. Zich voegen in de procedure tussen Noah en Kunto.
C. Kunto in vrijwaring oproepen.
D. Noah in vrijwaring oproepen.
Toelichting: Tussenkomen, nl. Semih stelt zich zowel tegen de eiser (hij wil dat de auto door
Kunto aan hem wordt geleverd) als tegen de gedaagde (hij wil dat de auto niet aan Noah
wordt geleverd). H/H nr. 127.
12. Cemre vordert ontbinding van een met Rebecca gesloten koopovereenkomst en € 7.500
schadevergoeding. In het dictum van een vonnis van 1 februari spreekt de rechter de
ontbinding van de koopovereenkomst uit en draagt hij Cemre op haar schade te
bewijzen. Vervolgens veroordeelt de rechter bij vonnis van 1 augustus Rebecca tot het
betalen van € 7.500 schadevergoeding.
Welke stelling over het vonnis van 1 februari is juist?
A. Het vonnis is een tussenvonnis; de ontbinding van de koopovereenkomst is een
constitutief vonnis.
B. Het vonnis is een tussenvonnis; de ontbinding van de koopovereenkomst is een
declaratoir vonnis.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fatemaamiri. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.09. You're not tied to anything after your purchase.