Stekken = snijvlak van afgesneden plant groeien wortels waaruit nieuwe plant groeit
Weefselkweek = doorgaans proces van stukjes plant aanbrengen op groeistoffen (duur)
- Ontstaan veel plantjes met dezelfde erfelijke eigenschappen als de moederplant
Spiraliseren = chromosomen korter en dikker voor de celdeling
Mitose = kerndeling waarna plasmagroei plaatsvindt en celorganellen verdubbelen
Celcyclus:
- M-fase = kerndeling en celdeling vindt plaats (mitose)
- G1-fase = rustfase -> 46 chromosomen + 1 chromatide per chromosoom
- S-fase = DNA-synthese vindt plaats waarbij kopie aan centromeer blijft zitten
- G2-fase = rustfase -> 46 chromosomen + 2 chromatide per chromosoom
Interfase = periode tussen twee celdelingen
G0-fase = er treden geen delingen op
Mitose (wat er tijdens de M-fase in de celcyclus plaats vindt):
- Profase = centrosoom verdubbelt, chromosomen spiraliseren, twee chromatiden
- Prometafase = centrosomen vormen microtubuli, kernmembraan verdwijnt
- Metafase = microtubuli van kernspoel hecht zich aan centromeren
- Anafase = chromatiden uit elkaar getrokken door microtubuli
- Telofase = nieuw kernmembraan, twee kernen raken los van elkaar, een chromatide
Klonen -> om gunstige erfelijke eigenschappen
te behouden
Embryosplitsing = klompje cellen na bevruchting
in twee of vier gedeeld, elk klopje wordt in een
koe geplaatst
Celkerntransplantatie = kernen van superkoe
worden in lege onbevruchte eicellen van
donorkoe geplaatst die later worden
geïmplanteerd in draagkoeien
, Basisstof 2:
Geslachtelijke voortplanting = versmelting van twee cellen (celfusie) -> dubbel aantal
chromosomen en informatie van beide cellen
Geslachtscellen = reductie aantal chromosomen plaatsgevonden (gameten)
Somatische cellen = alle andere cellen die normaal aantal chromosomen bevatten
Meiose (reductiedeling) = aantal chromosomen van een cel wordt gereduceerd:
- Meiose I = een diploïde cel -> twee haploïde cellen
Tijdens profase vindt crossing-over plaats, nieuwe geen-combinaties ontstaan
Chromosoomparen worden uit elkaar gehaald
- Meiose II = twee haploïde cellen -> vier haploïde cellen
Mitose vindt plaats, 23 chromosomen hebben eerst twee chromatiden maar die
splitsen af en worden twee cellen met beiden 23 chromosomen met 1 chromatide
Testes (teelballen) = gekronkelde buisjes waar spermatogenese plaats vindt (zaadcel)
De buisjes lopen door tot de bijballen waar de zaadcellen worden opgeslagen
Als zwellichaam volloopt met bloed, wordt de penis stijf
Bij zaadlozing gaan de cellen vanaf de bijbal via de zaadleider naar de urinebuis waarvoor
de zaadblaasjes en prostaat vocht toevoegen -> sperma is basisch:
- Sperma maakt milieu bij vagina minder zuur, zaadcellen blijven langer in leven
Ovaria (eierstokken) = miljoenen cellen waar oögenese plaats vindt
Bij geboorte zijn deze primaire eicellen diploïd en zit in een follikel
Als eicel deelt in twee haploïde -> poollichaampje
In de eileider -> meiose II -> secundaire eicel
Ovulatie = follikel barst open en eicel verlaat ovarium
Enkele zaadcel kan door zona pellucida en na bevruchting wordt het een ondoordringbaar
bevruchting membraan
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 8558. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.44. You're not tied to anything after your purchase.