Samenvatting kennisclips en bronnen blok 2.7 Orthopedagogiek probleem 1 t/m 7
14 views 0 purchase
Course
2.7 Orthopdegogiek Stoornissen Bij Kinderen
Institution
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Samenvatting kennisclips en bronnen blok 2.7 Orthopedagogiek probleem 1 t/m 7
Probleem 1 = temperament en persoonlijkheid
Probleem 2 = ADHD
Probleem 3 = ODD/CD
Probleem 4 = Autisme
Probleem 5 = leerstoornissen
Probleem 6 = depressie en stemmingsstoornissen
Probleem 7 = angststoornissen
2.7 Orthopdegogiek Stoornissen Bij Kinderen
All documents for this subject (15)
Seller
Follow
SFB98
Reviews received
Content preview
1
PGO BLOK 2.7 PROBLEEM 1
Leerdoel 1: Is er een verschil tussen temperament en persoonlijkheid en zo ja, wat is het
verschil?
Hoofdstuk 5 Prins (2014)
Verschil
Temperament werd klassiek onderscheden van persoonlijkheid, omdat temperament
verwijst naar eigenschappen die reeds vroeg in de ontwikkeling observeerbaar zijn en een
sterke genetische of neurobiologische basis hebben, terwijl men ervan uitging dat
persoonlijkheid een minder sterke genetische basis heeft en pas later in de ontwikkeling tot
uiting komt.
Temperament
Thomas en Chess zagen persoonlijkheidsontwikkeling als het resultaat van de interactie
tussen temperamentfactoren en de omgeving, en vestigden de aandacht op individuele
verschillen bij het kind.
Temperamenttheorieën verschillen onderling in de klemtoon die ze leggen op de rol van
emotionele processen, stilistische componenten en aandachtsprocessen als de kern van
temperament. De stilistische componenten van temperament verwijzen naar de intensiteit en
de snelheid waarmee gereageerd wordt, maar ook de duur van der reactie.
Persoonlijkheid
De Big Five van het Vijf-Factorenmodel representeren de onderliggende structuur van de
variëteit aan persoonlijkheidstrekken.
Persoonlijkheidstrekken zijn te beschouwen als mengvormen van deze vijf basisdimensies
(net zoals bij kleuren).
, 2
De Pauw en Mervielde (2010)
Aanvullingen op Prins
Thomas & Chess – gedragsstijlen benadering
Temperament = hoe van het gedrag (stilistisch aspect) is belangrijker dan inhoud of
motivatie
Persoonlijkheid = interactie tussen temperamentfactoren en omgeving (goodness of fit)
De 3 persoonlijkheidstypen moeten gezien worden als reactiepatronen welke trekken je
hebt, bepaalt je persoonlijkheid.
Kritiek
Weinig bewijs voor de 9 dimensies, er zijn er maar 4 gevonden
Het model onderschat de rol van emotionele en motivationele componenten van
temperament.
Buss & Plomin – kritische benadering
Temperament = de ontwikkelingsvoorloper van de volwassen persoonlijkheid
4 dimensies van temperament
Criteria om iets als temperament te zien
1. Erfelijk
2. Relatief stabiel tijdens kindertijd
3. Blijven tot in de volwassenheid
4. Evolutionair aanpasbaar
5. Aanwezig bij fylogenetische verwanten
Verschil met Thomas & Chess
Eigenschappen zijn blijvend, bij Thomas en Chess is dit alleen in de kindertijd.
Rothbart – psychobiologische benadering
Psychobiologische processen bepalen het temperament
3 dimensies
1. Negatieve invloed/effecten (neiging negatieve emoties te ervaren)
2. Surgency (sociale oriëntatie)
3. Effortful control (controle inhibitie)
Modellen samen
4 belangrijkste dimensies blijven over
1. Emotionaliteit
2. Extraversie
3. Activiteit
4. Persistentie
2 benaderingen
1. Bottom-up
Verschillen tussen persoonlijkheid van kinderen & adolescenten in kaart brengen
Je schrijft alles op wat er aan de hand is
2. Top-down
Je begint met een vragenlijst, dus je schrijft niet alles op.
, 3
Shiner & Caspi (2003)
Conceptuele dimensies onderliggend aan temperament en persoonlijkheid
Lage order Sociale inhibitie Angst Aandacht Antagonisme
Sociabiliteit Irritant Inhibitie controle Pro-sociale
Dominantie Prestatiemotivatie neigingen
Activiteitsniveau
Conclusie
Temperament en persoonlijkheid komen grotendeels overeen
Lijkt veel op het Vijf-factor model
Klassieke gedachte
Temperament is de biologische basis van persoonlijkheid
De interactie tussen temperament en omgevingsinvloeden is persoonlijkheid
Kritiek
Temperament is geen voorloper van persoonlijkheid, want
Het heeft beiden een biologische basis en beiden worden beïnvloed door ervaring
Het wordt op dezelfde manier gemeten (BIG 5)
Beiden kunnen ook voor kinderen worden gemeten
Er is veel overlap tussen dimensies temperament en persoonlijkheid.
, 4
Leerdoel 2: Wanneer is er sprake van een (ab)normale persoonlijkheid en wanneer is er
sprake van een persoonlijkheidsstoornis en wat is een borderline persoonlijkheidsstoornis
(BPD, borderline personality disorder)?
Kennisclip – Persoonlijkheidsproblemen
Onderscheid tussen normale, abnormale en gestoorde persoonlijkheid.
Bij een abnormale persoonlijkheid is er sprake van een extreme positie of afwijking van
het gemiddelde op de vijf dimensies van normale persoonlijkheid Big 5. Het verschil
tussen normaal en abnormaal is kwantitatief
Van een gestoorde persoonlijkheid wordt gesproken als er sprake is van substantiële
beperkingen in het functioneren op het gebied van het zelf (identiteit) en op het gebied van
relaties (empathie). Verschil tussen normaal en gestoorde persoonlijkheid is kwalitatief.
Een persoonlijkheidsstoornis is een stoornis waarbij het dagelijks functioneren erg wordt
verstoord door de beperkingen in het functioneren van de persoonlijkheid en door de
aanwezigheid van pathologische persoonlijkheidskenmerken.
Invloed op:
1. Individuele problemen (identiteit, geen doelen hebben)
2. Intermenselijk functioneren (niet tonen empathie of intimiteit)
Soorten stoornissen
Borderline-, dwangmatige-,
histrionische-, afhankelijke-,
vermijdende-, paranoïde-, schizoïde-,
schizotypische-, antisociale-,
narcistische-, andere
gespecificeerde- en
ongespecificeerde
persoonlijkheidsstoornis.
Prevalentie
Algemene populatie jeugdigen heeft ongeveer 11% ten minste één persoonlijkheidsstoornis.
40% in klinische populaties. Voor specifieke stoornissen lopen de prevalenties wat uiteen.
Borderline komt het vaakst voor 20% klinische populatie jongeren.
Borderline Persoonlijkheidsstoornis
Instabiele relaties en instabiel zelfbeeld. Sterke stemmingswisselingen en impulsief.
Problemen op jongvolwassenleeftijd en in verschillende contexten. 6/9 criteria borderline
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SFB98. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.