○Introspectietheorie = zelfkennis komt tot stand door ‘naar binnen te kijken’ (direct)
Direct toegang tot jouw ‘zelf’/bewustzijn.
•Eerstepersoonsautoriteit: alleen jij bent zeker van wat jij denkt, voelt en wil - ik ben in een betere
positie dan anderen als het gaat om zelfkennis
• Descartes Neocartesianen
Zelfkennis vorm van naar binnen kijken Zelfkennis vorm naar binnen kijken
Zelfkennis is direct Zelfkennis is direct
Er is sprake van eerstepersoonsautoriteit Er is sprake van eerstepersoonsautoriteit
Je bent onfeilbaar (je kunt je niet vergissen) en Je kunt je vergissen, maar dat is uitzonderlijk
alwetend
●Kritiek op introspectietheorie: Confabulatie: mensen verzinnen verhalen om hun keuze
begrijpelijk te maken en te rechtvaardigen, terwijl ze eigenlijk niet weten waarom ze deze keuze
gemaakt hebben, of wat ze precies gekozen hebben. We maken onbewuste keuzes en laten het na
afloop logisch klinken.
-Geen eerstepersoonsautoriteit (onderzoekers kennen jou beter dan jij jezelf)
-Maar: is inzicht in de oorzaken van je gedrag een noodzakelijke voorwaarde voor zelfkennis?
●Introspectietheorie van Descartes vs. Confabulatie= volgens Descartes kun je je niet vergissen in
wat je doet, wij zijn alwetend over onszelf. Maar volgens confabulatie maken we achteraf pas een
reden voor onze keuze die we hebben gemaakt. Confabulatie gaat in tegen het idee dat je van alles
bewust bent.
● Introspectietheorie vs. derdepersoonsperspectief
Het 3e persoonsperspectief gaat in tegen het introspectietheorie. Het 3 e persoonsperspectief zegt
namelijk dat anderen óók kunnen zien hoe jij je voelt (wel met kans op misinterpretatie). De
introspectietheorie zegt dat alleen jij kan zien wat je voelt, door naar binnen te kijken.
Bijvoorbeeld: Meneer de Jong begint te huilen voor de klas. Wij zien zijn tranen en concluderen; hij is
verdrietig.
Kritiek van introspectietheorie: “Nee, want alleen hij weet wat hij voelt. Je kan mis interpreteren.
Misschien zijn het wel tranen van geluk.”
●Psycholoog: introspectietheorie vs. Interpretatietheorie
Psycholoog kan niet bij jou naar binnen kijken, maar jij weet nog steeds het beste wat jij voelt.
(introspectietheorie) Psycholoog interpreteert bepaald gedrag, en kan met bepaalde theorieën
begrijpen waar iets vandaan komt en waar het mee te maken heeft, soms beter dan jij dat zelf kan
(interpretatietheorie)
○Interpretatietheorie = We weten wat we denken, voelen en willen door ons gedrag te
interpreteren (indirect).
•Het begint niet met zelfkennis maar met Interpreteren van gedrag
-extern waarneembaar gedrag : voor iedereen waarneembaar (vb. tranen)
-intern waarneembaar gedrag: voor jouw zelf waarneembaar (vb. knoop in je maag)
•Geen eerstepersoonautoriteit: omdat anderen hier ook kunnen ‘interpreteren’ aan de hand van
jouw lichaam, die verraad wat je voelt en denkt.
Maar er is kans op misinterpretatie, je kan iets voelen en denken dat het iets is, maar dat het blijkt
dat het later toch iets anders is.
•Derdepersoonsperspectief
, •Interne informatie: Ik heb meer interne informatie die anderen niet hebben, maar het blijft
indirect.
•Gilbert Ryle: Zelfkennis is een kwestie van je gedrag waarnemen en dan pas concluderen wat voel
ik eigenlijk. Jouw lichaam verraad wat je voelt en denkt. 'ik spring een gat in de lucht'
○Deliberatietheorie = kennis van binnen (zelfkennis) krijgen we door kennis van buiten
(wereldkennis)
•Kennis van binnen krijgen we door kennis van buiten vs. Introspectietheorie
•Richard Moran door gebeurtenissen buiten jou te beoordelen, erover na te denken, bepaal jij wat
jij vindt. Dit is een activiteit. Eerst naar buiten kijken (wereldkennis) om dan te bepalen wat jij vindt.
Dingen afwegen uit jouw omgeving. Je vormt je mening door de omgeving, door wat je ziet en wat
mensen zeggen. Bv. Zwarte pieten discussie
•Eerste-persoon-autoriteit: actief bepalen wat je ergens van vindt
•Eerste-persoonsautoriteit vs. Interpretatietheorie
•Zelfkennis door deliberatie: bepaalde redenen voor of tegen een oordeel af te wegen
-Vs. introspectietheorie (want kennis van binnen d.m.v. kennis van buiten)
Dit is een overtuiging die jij hebt is het resultaat van jouw beredenering/deliberatie. Maar je hebt
overtuigingen die niet het resultaat zijn van beredenering --> impliciete oordelen KRITIEK
•Kritiek: Impliciete oordelen: een oordeel over iets of iemand dat gebaseerd is op een stereotype en
waarvan je je niet bewust bent
→ probleem voor deliberatietheorie, omdat:
1. Impliciet oordeel: een oordeel over iets of iemand dat gebaseerd is op een stereotype en
waarvan je je niet bewust bent
2. Moeilijk corrigeerbaar
3. Overtuiging niet (automatisch) resultaat van een deliberatief proces
4. Dus geen eerste-persoon-autoriteit als autonoom denkend wezen
Vb. dat je onbewust je tas steviger vasthoudt als je met een zwarte man in de lift staat
Kritiek van Wittgenstein:
-Privétaal is onmogelijk
Vb. Je geeft persoon A, B en C een doosje. Je zegt tegen elke persoon dat er een kever in de doos zit.
Bij persoon A zit er echt een kever in de doos, maar bij B en C niet. Je kunt pas weten dat er een
kever in je doosje zit, als je bij elkaar mag kijken. Met andere woorden, je kunt pas weten dat dit
rood is als wij er vanuit gaan dat we met elkaar hebben afgesproken dat dit rood is. De
introspectietheorie is onmogelijk waar.
-Psychologische begrippen komen in sociale context tot stand
Psychologische begrippen (groen, pijn, verdriet) kun je alleen maar begrijpen/ervaren als je die
begrippen met andere mensen deelt.
Je kunt niet in je eentje bedenken wat groen is, want hoe weet je dat jouw groen ook echt groen is.
Hoe kan ik zeker weten dat jullie weten hoe groen eruit ziet?
•Kritiek op introspectietheorie: leidt tot solipsisme (De overtuiging dat alleen jij als bewustzijn
bestaat)
Want als je alleen toegang hebt tot jouw eigen bewustzijn kun je nooit weten of anderen mensen
hetzelfde voelen of überhaupt iets voelen.
-solus = alleen | ipse= zelf
Alle anderen mensen om jouw heen bestaan alleen in jouw bewustzijn.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller andreakrist. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.32. You're not tied to anything after your purchase.