Kwalitatieve identiteit = één of meerdere objecten hebben precies dezelfde eigenschap(pen)
(wet van de identiteit: A=B, als B precies dezelfde eigenschappen heeft als A)
Numerieke identiteit = de identiteit-door-de-tijd-heen van één object of persoon
* materiële objecten hebben geen numerieke identiteit omdat ze steeds veranderen, door materie.
► John Locke :
Bewustzijn is hetzelfde als persoonlijke herinneringen. (psychologisch criterium)
--> kritiek: er is meer dan herinneringen.
• Op zoek naar identiteitscriterium (hoe weet God wie hij moet straffen of belonen, in het
hiernamaals)
• Mens versus persoon
Numerieke identiteit:
Materiële objecten Mens Persoon
Levend wezen met interne functionele Bewustzijn: persoonlijke herinneringen
X organisatie --> Meer waarde omdat we DNA --> Kunnen vals zijn, je kan liegen
kunnen lezen (hiermee kan je geïdentificeerd worden)
• De identiteit van de mens: de functionele organisatie van zijn lichaam (onafhankelijk van materiele
continuïteit)
Materie Levende wezens
Vb. deuk in auto Hebben een interne functionele organisatie die los
hersteld niet staat van de materie. Groeien, ontwikkelen, sterven.
vb. schapenvacht groeit opnieuw
• Kritiek op Plato en Aristoteles
Plato: de ziel bestaat uit 3 delen: menner (rede), witte paard (emoties), zwarte paard (verlangens)
persoonlijkheid zit in de ziel.
Kritiek Locke: Een ziel kan in een ander lichaam terechtkomen, het is niet persoonlijk genoeg
Aristoteles: de mens is met rede begiftigd (animal rational), identiteit van mens ligt in de rede
Kritiek Locke: een pratende papegaai lijkt een animal rationale
• Belangrijke rol voor het geheugen
• Herinneringen als noodzakelijke voorwaarde: zonder persoonlijke herinneringen ben je niet
dezelfde
• Herinneringen als voldoende voorwaarde: als je persoonlijke herinneringen hebt, weet je dat je
dezelfde bent
• ‘Persoon’ als forensisch begrip (persoonlijke herinneringen maken je moreel verantwoordelijk
voor je daden)
Locke: wanneer kun je iemand verantwoordelijk houden voor zijn gedrag?
Antwoord: als hij herinneringen heeft aan zijn gedrag/voorval.
B (3 jaar) C (16 jaar)
- als persoon ben je 13, omdat je herinneringen bij je 3 e levensjaar beginnen.
Maar toen je 3 jaar was, had je wel herinneringen van je 1,5 levensjaar.
A= B | B = C | maar A = NIET C -->> de theorie van Locke is tegenstrijdig
Volgens Locke is A niet C, want C kan zich A niet herinneren. A (1,5 jaar) B (3 jaar)
► Thomas Reid
Tegenstrijdigheid in Locke’s psychologische criterium
Vier kritiekpunten op Locke:
1. Locke stelt bewustzijn en geheugen gelijk aan elkaar (bestaat uit veel meer dan geheugen)
2. Locke verwart het bewijs voor onze identiteit met onze identiteit zelf (waarom is zoiets dan)
3. Bewustzijn verandert steeds; als bewustzijn het identiteitscriterium is dan is geen enkele
persoon ooit gelijk aan zichzelf op twee verschillende momenten
, 4. Locke verwart het filosofische begrip ‘identiteit’ met de betekenis van het begrip in ons
alledaagse gebruik ervan (‘ik voel wat jij voelt’ → maar deze gevoelens verschillen numeriek
van elkaar)
Reid: Locke gebruikt op een verkeerde manier het woord identiteit.
Hij spreekt meer over kwalitatieve identiteit. Locke vergelijkt maar we willen weten of hij dezelfde is.
Als A=B is, en B=C, dan moet A=C zijn. --> volgens Reid.
► Derek Parfit
Identiteit is altijd een kwestie van deels wel, deels niet.
Sommige wel hetzelfde gebleven, sommige niet --> gradueel : je bent in meer of mindere mate jezelf
Je bent niets meer dan een verzameling van herinneringen, overtuigingen en eigenschappen.
•Overeenkomst met Locke: persoonlijke herinneringen zijn een voldoende voorwaarde (we zoeken
een psychologisch (bewustzijn) criterium)
•Kritiek op Locke: persoonlijke herinneringen zijn GEEN noodzakelijke voorwaarde
• Vraag naar persoonlijke identiteit onder of los van die verzameling is een lege vraag, je vraagt
nergens naar. Er zijn alleen maar verzamelingen van eigenschappen die meer of minder op elkaar
kunnen lijken.
• Psychologische continuïteit: Er worden voortdurend herinneringen, overtuigingen en
eigenschappen doorgegeven --> (transitief) overlappende ketens van sterke verbondenheid.
Verzameling herinneringen, overtuigingen, karaktereigenschappen
• Transitief: overlappende ketens van sterke verbondenheid, eigenschappen worden doorgegeven
• Numerieke identiteit is niet van belang het gaat om kwalitatieve identiteit.
Is hij nog steeds dezelfde? Domme vraag --> je bent gewoon een verzameling van eigenschappen.
--->> in hoeverre lijken de verzamelingen van eigenschappen op elkaar?
• Gedachte-experiment: teletransportation
Door het apparaat kun je het bewustzijn in een ander lichaam transporteren --> selfless
In een ander lichaam verder leven, je bewustzijn is hetzelfde. Numeriek niet hetzelfde
voor Parfit is numerieke identiteit niet belangrijk. Zolang je verzameling van
eigenschappen/herinneringen is doorgegeven is het dezelfde. --> er is geen persoon.
• Numerieke identiteit is niet belangrijk, het gaat erom heb je de eigenschappen doorgegeven.
Het gaat om kwalitatieve identiteit--> hoeveel van je eigenschappen heb je doorgegeven.
Meer of mindere mate jezelf, 60% van eigenschappen door geven, is hij nog voor 60% hetzelfde als
gister.
○ Parfit en het schip van Theseus:
Net als een schip uit een verzameling planken bestaat, bestaan wij uit een verzameling
eigenschappen. Een schip is niets meer dan de planken waar hij uit bestaat. Haal 50% van de planken
weg, dan is de verzameling planken voor 50% hetzelfde.
► Paul Ricoeur
Persoonlijke identiteit heeft te maken met het wie --> (Ipse-identiteit)
Je verhoudt je tot jezelf door de tijd heen door reflectie. (Als persoon terug –en vooruit kijken)
• Kritiek op Parfit + Locke: zij kijken alleen naar Idem-identiteit, niet naar Ipse-identiteit.
(3e persoonsperspectief)• Idem-identiteit: het ‘wat’ dat hetzelfde blijft door de tijd ( zoals
herinneringen, overtuigingen, karaktereigenschappen) (Focus van Locke en Parfit)
(1ste persoonsperspectief)• Ipse-identiteit: het ‘wie’ dat hetzelfde blijft door de tijd heen, je verhoudt
je tot je eigen verleden, heden en toekomst.
● Breinreductionisten (Metzinger, Swaab & Lamme):
Onderzoeken het zelf door waarnemingen, ze vinden het niet, dus het zelf bestaat niet
Herleiden het bewustzijn terug tot ons brein. Ik ben mijn brein.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller andreakrist. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.19. You're not tied to anything after your purchase.