In dit document vind je een samenvatting van kennisleer. (Een deel hiervan is ook onderdeel van het CE) Door het leren van deze samenvatting had ik een 8,6 voor m'n SE! Succes met leren :)
KENNISLEER
Kennis is de representatie in taal over hoe de wereld is en hoe deze werkt. De representatie
komt allereerst van directe ervaringen van de wereld (en je redelijke denken) om je heen.
Om te begrijpen hoe de wereld werkt, ontwikkel je dit tot inzichten over de wereld.
Bij elke beslissing die je maakt is kennis nodig. Je bent in staat keuzes te maken (dus
beslissingen maken), omdat je kennis hebt. Zonder kennis over de wereld kunnen mensen
niet handelen (je handelt namelijk naar de beslissing die je maakt). Door kennis kan je ook
gaan twijfelen aan bepaalde zaken, waardoor je stopt met handelen (het kiezen om iets niet
te doen). Dit doen ze omdat iets wat zij wisten niet langer meer kennis (hoe deze wereld
werkt) bleek. Kennis is dus ook van levensbelang.
→ vb. Door corona besloten veel docenten niet meer les te geven, omdat het niet
langer meer kennis bleek om veilig les te kunnen geven in een lokaal met 30
leerlingen.
Niet alle ervaringen zijn echter te vertrouwen voor kennis over de wereld
(dronken) en niet alle inzichten over de wereld zijn kennis (geen ervaringen →
vermoeden). Voor kennis zijn 5 noodzakelijke voorwaarden:
1. betekenis: ik begrijp de kennis uitspraak; je begrijpt hoe de talige uitspraak over de
werkelijkheid verwijst naar de werkelijkheid
2. kenbaar: wat ik weet, is ervaarbaar (zo niet → vermoeden)
3. waarheid: ik ben ervan overtuigd dat mijn inzicht over de werkelijkheid echt het geval
in de werkelijkheid is (kennis uitspraak komt overeen met werkelijkheid)
4. rechtvaardiging: ik heb bewijs om te zeggen dat de kennis uitspraak waar is
5. zekerheid: ik kan aantonen dat mijn rechtvaardiging betrouwbaar is.
De relatie tussen uitspraak en ervaring kent echter vele problemen. De waarheid is niet
makkelijk vast te stellen en bewijzen kunnen erg betwijfelbaar zijn. De filosofie is er om de
twijfel weg te erkennen én genoeg houvast te geven over kennisuitspraken om er toch naar
te kunnen handelen.
Betekenis: de betekenis driehoek en Wittgenstein
De eerste eis van kennis is dat je de uitspraak over de werkelijkheid begrijpt. Er zijn 3
onderdelen van betekenis:
1. het teken/het talige woord
2. het inzicht dat bij het woord past
3. de verwijzing naar de werkelijkheid
Het woord verwijst naar de werkelijkheid en het inzicht. De werkelijkheid verwijst het inzicht
en het woord en het inzicht verwijst naar het woord en de werkelijkheid. De lijn werkelijkheid-
teken bevat echter heel veel mogelijkheden, over de lijn teken-inzicht kan altijd
gediscussieerd worden en bij inzicht-werkelijkheid is de vraag hoe nauwgezet dit inzicht
moet zijn om de werkelijkheid nog te beschrijven.
Wittgenstein stelt dat het onmogelijk is de 3 driehoeken gelijk te stellen dus stelde hij voor
om betekenissen vast te stellen op basis van familiegelijkenissen. Een verschijnsel in de
werkelijkheid heeft niet een aantal vaste kenmerken, maar een lijstje kenmerken die bij dat
verschijnsel horen (zoals bij familie; iedereen lijkt op elkaar maar heeft niet dezelfde
kenmerken).
1
, → vb. Bij het woord ‘spelen’ moet je kijken (niet denken) naar de verwantschappen/
gelijkenissen tussen de verschillende spelen, want er is niet iets wat ze allemaal gemeen
hebben. Tussen elke groep zijn gelijkenissen en telkens als je een groep met een andere
groep vergelijkt, zie je nieuwe gelijkenissen en verdwijnen er een paar. Er is een
gecompliceerd web van gelijkenissen, die elkaar overlappen en kruisen.
Het probleem van de betekenis driehoek is dus dat de hoeken niet vaststaan. Betekenissen
is een sociale praktijk: taalspelen. De betekenis van een woord staat niet vast, maar wordt
bepaald afhankelijk van de context. In die context is er wel min of meer sprake van
vaststaande hoeken. Zo heeft Wittgenstein geprobeerd dit probleem op te lossen.
→ betekenissen veranderen overigens niet voortdurend. Er bestaan geen
onveranderlijke betekenissen maar de betekenissen van nu zijn min of meer
gewoonte
2.1 Kenbaarheid: rationalisme en empirisme
De mens heeft 2 bronnen om tot kennis te komen: zintuigen (ervaringen) en het redelijk
denken. Beide zijn noodzakelijk: een empirist kan niets met zijn ervaringen zonder er over
na te denken en een rationalist kan niet nadenken over dingen als hij/zij geen ervaringen
zou hebben.
Een rationalist meent dat de allereerste, betrouwbare bron van kennis over de werkelijkheid
in de ratio ligt. Ieder mens beschikt immers over dit denkvermogen. Het waardevolle hiervan
is dat dit bij iedereen hetzelfde werkt, zodat we tot dezelfde ware inzichten komen. Een
empirist meent dat de allereerste, betrouwbare bron van kennis over de werkelijkheid ligt in
het waarnemen van de werkelijkheid. Deze kunnen natuurlijk onbetrouwbaar zijn, maar
empiristen zeggen dat zonder waarnemingen er niets zinnigs valt te zeggen over de wereld.
2.2 Kenbaarheid: René Descartes’ radicale twijfel en rationalisme
Hij onderscheidt 3 opeenvolgende niveaus van twijfel over de empirische werkelijkheid.
Als eerste zijn er perceptuele vergissingen mogelijk: we kunnen niet zeker zijn van onze
waarnemingen, want schijn bedriegt soms. Dit is nog oppervlakkig, want het gebeurt slechts
incidenteel. In de juiste omstandigheden is er vaak geen mogelijkheid dat we ons vergissen.
Ten tweede komt hij met het droom argument: je zou namelijk kunnen dromen dat je handen
en een lichaam hebt. Dit is een groter probleem, want we kunnen nooit 100% uitsluiten dat
we nu niet aan het slapen zijn. Alle ervaringen kunnen dus gedroomd zijn. Op dit niveau is er
nog wel sprake van een zekere kennis van basis vormen.
Ten derde kan er een genius malignus (kwade demoon) bestaan: stel dat God wel almachtig
en alwetend is, maar niet algoed en stel dat hij Descartes systematisch een rad voor ogen
wil draaien. Descartes kan namelijk niet uitsluiten dat God Descartes de illusie geeft dat de
aarde etc. bestaat, terwijl hij de aarde etc. eigenlijk nooit heeft gecreëerd. Zo’n God zou ook
Descartes’ wiskundige zekerheden kunnen ondermijnen door hem altijd bv. verkeerd te laten
optellen. God zou er dus voor kunnen zorgen dat alles wat Descartes gelooft en waarneemt
misleiding is. Hiermee schort hij dus al zijn overtuigingen op: radicale twijfel.
Er moet echter wel een bewustzijnsvorm zijn die al deze stappen die leiden tot
radicale twijfel net heeft uitgevoerd. Zelfs als er een genius malignus zou zijn,
moet er min. 1 bewustzijn zijn dat door hem bedrogen wordt, want er is in ieder
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller myrthevandenberg3. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.52. You're not tied to anything after your purchase.