100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Nectar Biologie Hoofdstuk 8: Evolutie $3.21   Add to cart

Summary

Samenvatting Nectar Biologie Hoofdstuk 8: Evolutie

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Samenvatting van hoofdstuk 8 van Nectar Biologie

Preview 2 out of 7  pages

  • No
  • 8
  • April 29, 2021
  • 7
  • 2017/2018
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Biologie hoofdstuk 8 – Evolutie
8.1 Oorsprong van het leven

Eerste denkbeelden

 Bijbel zegt dat God de aarde schiep in 6 dagen. Dit denkbeeld bleef tot de 19 e eeuw
geaccepteerd in de westerse samenleving. Door het geloof in de schepping namen
natuuronderzoekers aan dat soorten niet veranderden, maar bleven zoals ze geschapen
waren.
 Fossielen = restanten van vroeger levende organismen. Cuvier kwam door fossielen te
onderzoeken met de catastrofetheorie. De fossielen uit de verschillende afzettingslagen leken
niet op de levende organismen in het gebied. Zijn theorie baseerde hij op natuurrampen,
aardbevingen of overstromingen, zoals de zondvloed, beschreven in de Bijbel. Door een
catastrofe verdwenen alle levende organismen uit het getroffen gebied. Door een nieuwe
schepping ontstonden nieuwe soorten.

Andere denkbeelden

 In de 18e eeuw trokken natuuronderzoekers de conclusie dat soorten wél kunnen veranderen
en dat uit een soort een andere kan ontstaan. Deze ontwikkeling van soorten heet evolueren.
 Een evolutietheorie verklaart hoe soorten veranderen en nieuwe soorten ontstaan.
 Lamarck constateerde dat fossielen afkomstig uit verschillende afzettingslagen
overeenkomsten in lichaamsbouw vertonen. Hij stelde dat organismen tijdens hun leven
nieuwe eigenschappen verwerven als aanpassing aan hun omgeving. Deze nieuwe
eigenschappen geven ze door aan hun nakomelingen: de zoon van een timmerman zou sterker
zijn dan de zoon van een kleermaker. Tegenwoordig vinden wetenschappers de verklaring van
Lamarck onwaarschijnlijk.

Evolutie door selectie

 Darwin kwam met een andere evolutietheorie (1859): op zijn wereldreis bestudeerde hij
planten en dieren en nam hij waar dat binnen dezelfde populatie individuen variëren in
eigenschappen. Hij veronderstelde dat de leefomgeving een selectiedruk uitoefent op de
overlevingskansen van alle individuen. Onder verschillende omstandigheden zijn andere
eigenschappen nuttiger. Individuen die het langst overleven, krijgen de meeste nakomelingen.
Na enkele generaties bestaat het grootste deel v/d populatie uit individuen die zijn aangepast
aan bv. het type voedsel dat te vinden is op een bepaald eiland (harde zaden -> grote
kegelvormige snavel)
 Lamarck stelde dat aanpassingen van individuen de evolutie sturen. Volgens Darwin was de
drijvende kracht achter evolutie de selectiedruk uit de omgeving: die heeft invloed op het
aandeel van een eigenschap in de populatie. Het individu past zich niet aan (Lamarck), maar
leeft langer en plant zich meer voort.

Tegen de stroom in

 Darwin was bang voor veel kritiek van de christelijke samenleving -> wachtte 20 jaar met
publiceren. Hij kon sommige dingen nog niet verklaren. Er zijn veel wetenschappers wiens

, ontdekkingen de evolutietheorie aanvullen. Deze zijn verwerkt tot de neodarwinistische
theorie.

8.2 Ontstaan van nieuwe soorten

Aanpassen om te overleven

 Natuurlijke selectie bestaat uit 2 processen:
 1. ‘struggle for life’: in elke omgeving voeren organismen een dagelijkse strijd met
soortgenoten om te overleven. De omgeving oefent een selectiedruk uit op de
overlevingskansen van individuen (jarenlange droogte in een ecosysteem).
 2. ‘survival of the fittest’: individuen met eigenschappen die gunstig zijn bij selectiedruk,
hebben betere kansen in de strijd om het bestaan. De ‘fittest’ zijn die individuen in een
populatie die de meeste nakomelingen krijgen.
 Darwin: variatie in eigenschappen tussen soortgenoten is een belangrijke voorwaarde bij dit
proces van natuurlijke selectie (door mutaties in het DNA en recombinatie van allelen).

De populatiesamenstelling verandert

 Individuen met gunstige eigenschappen krijgen veel nakomelingen -> met elke generatie
neemt het relatieve aandeel van individuen met die gunstige eigenschappen verder toe -> na
aantal generaties + constante selectiedruk heeft vrijwel de hele populatie die gunstige
eigenschappen. Selectiedruk verandert -> andere eigenschappen bieden voordeel. Bij Darwin
gaat het niet om aanpassingen van individuen, maar om selectieprocessen op de
populatiesamenstelling.

Gesplitste populaties

 Allopatrische soortvorming: het evolueren van nieuwe soorten door barrières (Mayr). De
barrière splitst een populatie in tweeën. In beide populaties komen mutaties voor ->
eigenschappen veranderen. Bij opheffen van de barrière kunnen de eigenschappen zo
verschillen dat individuen uit beide populaties elkaar niet meer herkennen als soortgenoten of
ze kunnen geen vruchtbare nakomelingen meer krijgen. Uit 1 soort zijn 2 nieuwe soorten
ontstaan.

Partnerselectie

 Sympatrische soortvorming: het evolueren van nieuwe soorten zonder barrière. In het
Victoriameer leven honderden cichlidensoorten naast elkaar, waarschijnlijk een gevolg van
seksuele selectie. De vrouwtjes kiezen selectief een mannetje met een bepaalde kleur.

Selectie door mensen

 Kunstmatige selectie: het fokken van dieren of kweken van planten met gewenste
eigenschappen. Hierbij selecteert de mens.

8.3 Een populatie vol allelen

Allelen in een populatie

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller boeky. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

70055 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21
  • (0)
  Add to cart