Dit is een samenvatting van hoofdstuk 1 t/m 5 en cluster 1,3,4,6 en 8.
(Vanaf bladzijde 12 beginnen de clusters)
In de samenvatting worden de hoofdstukken uitgebreid beschreven. Bij de clusters worden de bewegingsactiviteiten beschreven onder andere met foto's uit het boek.
H1 t/m 5 en cluster 1,3,4,6,8
April 29, 2021
30
2020/2021
Summary
Subjects
beweging
bewegingsonderwijs
v1bew11
bewegingsonderwijs in het speellokaal
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
More summaries for
Boek: Bewegingsonderwijs in het speellokaal
All for this textbook (1)
Written for
Katholieke Pabo Zwolle (KPZ)
Leerkracht Basisonderwijs / Pabo
Bewegingsonderwijs (V1BEW11)
All documents for this subject (5)
3
reviews
By: mwv2004 • 9 months ago
By: noamechielsen • 1 year ago
By: lisadijkhof1 • 2 year ago
Seller
Follow
kpzstudent
Reviews received
Content preview
Samenvatting Beweging
Hoofdstuk 1: De les in vogelvlucht
§1.2 De inrichting
De inrichting heeft een functie:
- Bij het uitleggen kan de leerkracht met weinig woorden veel verduidelijken.
- Tijdens hun activiteit vinden de kinderen in de ordening van het materiaal een
ordening voor hun handelen.
- Een goede indeling van de ruimte zorgt ervoor dat de verschillende groepen elkaar
niet hinderen.
- Ten slotte maakt een efficiënte inrichting mogelijk om ook in een kleine speelzaal vier
of meer activiteiten een plaats te geven. Een ruim en gevarieerd aanbod van
activiteiten is medebepalend voor de kwaliteit van een les.
Als de ruimte goed is ingericht, geeft dat zowel de leerkracht als de kinderen houvast. En het
komt de veiligheid ten goede.
§1.3 De activiteiten
We proberen de activiteiten zo te kiezen, dat er voor ieder kind een motiverende en
passende uitdaging aanwezig is.
§1.4 De leerkracht
Onder ideale omstandigheden doen de inrichting en de activiteiten het werk. Daar is wel de
nodige voorbereiding aan vooraf gegaan. Het kiezen van geschikte activiteiten, klaarzetten,
uitleggen, afspraken maken, groepen indelen. Juist omdat de les zo dynamisch verloopt en
de kinderen veel zelf doen, moet de leerkracht steeds alert blijven en goed overzicht
behouden. Waarnemen wat er goed gaat en proberen te voorzien wat er fout dreigt te gaan.
Ook is de rol van leerkracht belangrijk bij:
- Helpen bij het omkleden
- Groepen weloverwogen indelen
- Bondig uitleggen en dan vlot starten met de activiteiten
- Regelen van de wisselmomenten als elke groep naar een andere plek gaat
- Zinvolle gedragsregels instellen en handhaven
De kinderen kunnen dus veel zelf, maar alleen als de leerkracht zich daarvoor inspant.
§1.5 De kinderen
In de manier van bewegen is ieder kind uniek. Soms is het wenselijk of zinvol om een kind te
corrigeren of bij te staan in zijn persoonlijke manier van doen. We maken gebruik van
motiverende activiteiten, los daarvan tonen kinderen ook geheel eigen motieven om mee te
doen. De vierjarige instromers vragen speciale aandacht.
Tegemoet komen aan alle mogelijke verschillen is niet uitvoerbaar. Maar voor iedere klas en
ieder kind probeer je de best mogelijke voorwaarden te creëren.
Hoofdstuk 2: Lesbedoelingen
§2.2 Visie en gedrag
Wie onderwijs geeft in bewegen kijkt met andere ogen, ziet geen functionerende zintuigen,
zenuwstelsels en bewegingsapparaten. Wij zien kinderen die bewegen spannen of een
,beetje eng vinden, leuk of stom, makkelijk of makkelijk. Jonge kinderen denken niet na over
hun bewegen, ze doen het gewoon. Dat ze leren bewegen is zo gewoon, dat wij er vaak niet
bij stilstaan. Ze kunnen al lopen, springen, balanceren, werpen, hanteren, dergelijke
fundamentele vaardigheden hebben ze zich al een beetje eigen gemaakt. Nu accentueren
we die uitnodiging tot bewegen, vanuit de bedoeling dat ze hun bewegingsmogelijkheden
nog verder zullen uitbreiden.
Gedrag is handelen in een bepaalde context: voor kinderen is de speelplaats een andere
context dan het klaslokaal. We zien op de speelplaats ander gedrag. Op de achtergrond
speelt mee welk gedrag op de speelplaats is toegestaan, ook dat is deel van de context. In de
klas gelden andere regels en verwachtingen. In het bewegingsonderwijs is er ruimte voor
dergelijke verschillen.
Bewegen is dus persoonlijk gekleurd gedrag, dat ontstaat in relatie tot een tot bewegen
uitnodigende context, de bewegingssituatie. Er zijn grote verschillen in de manier waarop
kinderen betrokken zijn op een bewegingssituatie. In het bewegingsonderwijs willen we daar
nadrukkelijk rekening mee houden.
Doelstelling:
We willen de kinderen leren om deel te nemen aan bewegingsactiviteiten die nu zinvol voor
zijn en die perspectief bieden voor deelname later. We proberen te bevorderen dat kinderen
in bewegingssituaties:
- Reeds verworven mogelijkheden kunnen inzetten
- Daarbij worden uitgedaagd nieuwe gedragsmogelijkheden te ontdekken, te
onderzoeken en zich eigen te maken
- Zich zo bewust worden van wat voor hen persoonlijk zinvol en haalbaar is
- Waardoor ze zich onderscheiden weten van anderen en eigen keuzes maken
- Respecteren en waarderen dat andere kinderen eigen mogelijkheden, voorkeuren en
grenzen hebben
- Samen met andere kinderen een bewegingsactiviteit kunnen beginnen en op gang
houden
- Nieuwe activiteiten als betekenisvol en beantwoordbaar leren onderkennen
- Waardoor meer bewegingssituaties beschikbaar komen en toegankelijk worden
- Ze zo in hun bewegingsgedrag een ononderbroken ontwikkeling doormaken
- En daar blijvend plezier aan beleven
Het doel is dus gelegen in de ontwikkeling van het bewegingsgedrag zelf. We helpen de
kinderen om al die kwaliteiten te ontwikkelen die het deelnemen aan bewegingsituaties
kunnen bevorderen, nu en later.
§2.3 Bewegingsthema’s en activiteiten
De activiteiten in de lessen zijn geordend volgens het principe van bewegingsthema’s. Een
bewegingsthema typeert uiteenlopende activiteiten vanuit een overkoepelend kenmerk en
een overeenkomstige uitdaging tot bewegen. (Bewegingsschema in boek)
Per les komen steeds verschillende thema’s aan de orde. Dat heeft diverse redenen; de
belangrijkste daarvan is, dat we zo de nodige variatie waarborgen. Niet ieder
bewegingsthema komt evenveel aan bod. Springen komt vaker voor dan glijden, omdat
, springen in de ontwikkeling van bewegingsgedrag een meer centrale rol vervult dan glijden
(inhoudelijke reden). Praktisch gezien wordt glijden in de speelzaal maar op een bekert
aantal manier aangeboden.
Onder een bewegingsthema zijn vergelijkbare activiteiten verzameld. Een weloverwogen
selectie van activiteiten uit de verschillende bewegingsthema’s stelt ons in staat om:
- aansluiting te vinden bij belangstelling en mogelijkheden van kinderen.
- veelzijdigheid en continuïteit in de ontwikkeling van bewegingsgedrag na te streven.
§2.4 Organisatievormen
Er zijn drie basisvormen:
- Klassikaal werken: alle kinderen doen mee met een door de leerkracht geleide activiteit.
- Vrij werken: individueel kiezen de kinderen waar ze gaan spelen.
- In groepjes werken: de kinderen spelen in samengestelde groepjes bij verschillende
activiteiten; kortweg ook wel ‘groepjesles’ genoemd.
Klassikaal werken:
Voor de leerkracht is dit overzichtelijk. Zij regisseert voortdurend wat de kinderen doen. De
keerzijde hiervan is, dat de kinderen weinig eigen initiatieven kunnen nemen. Het is
afgesteld op het ‘gemiddelde kind’, differentiatie is meestal maar beperkt mogelijk. De
kinderen leren mee te doen met wat alle anderen doen. Voor instructiedoeleinden is de
klassikale aanpak vaak effectief en efficiënt.
- Stap 1: de activiteit laten zien
- Stap 2: de activiteit met een grotere groep spelen
- Stap 3: de activiteit in kleine groepjes spelen
Voordelen Nadelen
- De leerkracht heeft goed overzicht - Weinig eigen initiatieven van kinderen, ze
- Weinig complexe leiding leren niet zelfstandig te werken
- Efficiënt voor instructie - Sommige activiteiten vallen af
- Duidelijk voor de kinderen - Soms lange wachttijden
- Gezamenlijke sfeer - Meestal geringe variatie van activiteiten
- Meestal weinig voorbereiding met klaarzetten - Beperkte differentiatie, afgestemd op
‘gemiddelde’
- Wie iets niet goed doet, valt erg op
- Individuele begeleiding dikwijls alleen voor
wie opvalt.
Vrij werken
Er zijn wel algemene gedragsregels: afspraken over veiligheid en over gezamenlijke
verantwoordelijkheid. De voorkeur bij vrij werken is dat de activiteiten al bekend zijn bij
kinderen. Vrij werken geeft de kans om een activiteit nader te onderzoeken en naar eigen
hand te zetten.
Voor veel kinderen is het aantrekkelijk, omdat ze hun eigen voorkeur voor activiteiten
mogen volgen. Als ze gaan kiezen, moet er genoeg te kiezen zijn. Ook is het wenselijk om
meer activiteiten aan te bieden dan de vier uit de groepjesles, om de wachttijd te verkleinen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kpzstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.