Summary chapter 6 species and populations - Nectar biology 4 vwo
All for this textbook (1)
Written for
Secondary school
VWO / Gymnasium
Biologie
4
All documents for this subject (5521)
Seller
Follow
boeky
Reviews received
Content preview
- opgebouwd uit een of meer cellen
- groei
- voortplanting
Biologie hoofdstuk 4 – Cel en leven - stofwisseling (opnemen, omzetten, afgeven van stoffen)
4.1 Levende cellen - waarnemen van en reageren op veranderingen in de
omgeving
Van systeem Aarde tot molecuul - organisatie van erfelijk materiaal Levenskenmerken
Organisatieniveau: schaal waarop biologisch onderzoek plaatsvindt.
Organisatieniveaus van klein naar groot: molecuul, organel, cel, weefsel, orgaan, orgaanstelsel,
organisme, populatie, soort, levensgemeenschap, ecosysteem, systeem Aarde.
Elk organisatieniveau heeft zijn eigen onderzoekstechnieken. Bij onderzoek op niveau van cel
en organellen (structuren binnen de cel) worden o.a. microscopen gebruikt.
Geheim van overleven van beerdiertjes ligt op celniveau: totale dehydratatie van hun cellen. In
uitgedroogde toestand is tolerantie voor veel abiotische factoren enorm. 1 druppel water zorgt
dat de verschrompelde cellen weer tot leven komen. Beerdiertjes naar ruimte gestuurd en na
wateropname op aarde vertoonden ze meteen een van de levenskenmerken: voortplanten.
Eencellig meercellig
Alle organismen zijn opgebouwd uit 1/meerdere cellen. Cellen zijn kleinste eenheid in het
leven. Bevatten 1/meer organellen, die allemaal eigen taak hebben en nodig zijn om te leven.
Cellen verschillen in afmetingen van 10 – 100 μm (BINAS100). Grootte van cellen is beperkt
door oppervlak-volumeverhouding: cel heeft zuurstof nodig. Volume bepaalt mate van
zuurstofbehoefte. Grootte van oppervlak bepaalt snelheid van uitwisseling van stoffen als
zuurstof.
Eencelligen staan met hele oppervlak in direct contact met omgeving waarmee ze stoffen
uitwisselen: nemen via celmembraan zuurstof op en geven koolstofdioxide af aan het
omringende water. Oppervlak-volumeverhouding is relatief groot: groot opp. t.o.v. klein
volume.
Meercellige organismen staan niet met alle cellen direct in contact met buitenomgeving: hoe
groter organisme, hoe kleiner de oppervlak-volumeverhouding. Volumetoename is
derdemachtsfunctie (x3) en oppervlakte toename een tweedemachtsfunctie (x 2) (bron4;p104).
Met toenemen van omvang van organisme neemt volume (aantal cellen dat zuurstof behoeft)
dus sneller toe dan het oppervlak waarmee een organisme zuurstof uit omgeving kan
opnemen.
Meercellige organismen hebben voor voldoende zuurstof darmen, kieuwen en longen
ontwikkeld. Hebben elk een groot oppervlak voor uitwisseling van stoffen. Hart & bloed =
transport.
Verschillende cellen, weefsels en organen
Meeste meercellige organismen zijn ontstaan uit 1 bevruchte eicel. Die deelt en ontstane
cellen delen ook. Eerste cellen lijken sterk op elkaar. In een volgend stadium van embryo
ontstaan cellen die verschillen in grootte, vorm en functie. Dit heet celdifferentiatie.
Gedifferentieerde cellen verschillen ook in eiwitten die ze maken. Spiercellen zijn lang + maken
spiereiwitten. Groep cellen met dezelfde bouw en functie vormen samen weefsel.
Samenwerking in weefselverband verbetert celactiviteiten bij organismen: met 1 enzym duurt
verteren van voedsel heel lang en bewegen met losse spiercellen is erg lastig.
Hart is opgebouwd uit bind-, spier- en zenuwweefsel. Zenuwweefsel geeft seintjes aan
spierweefsel om samen te trekken; bindweefsel laat samengetrokken spierweefsel weer
, ontspannen. Bladeren bestaan uit 2 lagen dekweefsel met ertussen vul- en trasportweefsel
(91A).
Organen, zoals hart en bladeren zijn gevormd uit verschillende weefsels. Organen hebben
binnen organisme gespecialiseerde taken. Hart pompt bloed rond; bladeren vangen licht op.
Zieke cellen
Ziekten bij planten/dieren ontstaan vaak op celniveau.
Ziekte bij jonge plant verspreidt zich door celdeling -> misvormen.
Bij diabetes type 1 vallen cellen van afweersysteem bepaalde cellen in alvleesklier aan ->
alvleeskliercellen maken geen insuline (hormoon dat glucosegehalte in bloed verlaagt. Door
insuline nemen cellen glucose op uit bloed) meer. Zonder insuline is opname van suiker
verstoord en voelt patiënt zich ziek.
Problemen op celniveau werken door op andere organisatieniveaus: bij diabetes werkt groep
cellen (weefsel) niet meer -> alvleesklier (orgaan) werkt niet goed meer -> patiënt (organisme)
niet meer in staat glucosegehalte van bloed te regelen. Hypo: te weinig; hyper: te veel glucose.
Stamcellen
Stamcellen kunnen in toekomst uitkomst bieden voor suikerpatiënten die nu verplicht zijn
insuline te spuiten. Stamcellen zijn ongedifferentieerde cellen die kunnen blijven delen.
1. Embryo’s
Embryonale stamcellen komen uit embryo’s die overblijven na een ivf-behandeling. Kunnen in
principe differentiëren tot elk gewenst type cel.
2. Navelstreng
Stamcellen uit navelstreng lijken al sterk op volwassen stamcellen. Kunnen niet meer tot elk
type cel uitgroeien. Onderzoekers proberen hieruit insulineproducerende cellen te kweken.
3. Volwassen organen
Bekendst zijn de stamcellen die in je beenmerg continu nieuwe bloedcellen maken. Ook
stamcellen in huid -> na verwonding herstellen van huid. Andere stamcellen vormen
haarcellen.
Volwassen stamcellen zijn zo te beïnvloeden dat ze veranderen in cellen met een bepaalde
functie, zoals het maken van insuline.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller boeky. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.