1 Zuur en basisch
Zuurgraad
► Een zure oplossing bevat H3O+-deeltjes. Hoe meer H3O+-deeltjes, hoe zuurder
de oplossing.
► De pH-waarde is een maat voor de concentratie H3O+ in de oplossing. Hoe
hoger de concentratie H3O+, hoe lager de pH (hoe zuurder de oplossing, hoe lager
de pH).
► Een zuur is een stof die een H+-deeltje (proton) af kan staan aan een ander
deeltje. Als het proton wordt afgestaan aan H 2O, dan ontstaat een
(hydr)oxoniumion (H3O+).
► Algemene reactievergelijking van een zuur (HZ) met water is: HZ + H2O -> Z-
+ H3O+
► Wanneer een deeltje als zuur (HZ) heeft gereageerd en een proton heeft
afgegeven, blijft er een zuurrestion over (Z-).
► Organische zuren/carbonzuren kunnen alleen het H-atoom van de zuurgroep
(-COOH) afstaan. Er ontstaat dan een zuurrestgroep, de –COO - groep. Het
zuurrestion van een alkaanzuur heet een alkanoaation (bv. ethanoaation).
► Anorganische zuren zijn anorganische verbindingen die per molecuul één of
meerdere H+-deeltjes kunnen afstaan. Er vormen zich dan negatieve ionen.
▪ Vb salpeterzuur: HNO3 (aq) + H2O (l) -> H3O+ (aq) + NO3- (aq)
► Bij het oplossing van een zuur worden atoombindingen verbroken (H).
Basen
► Een base is een stof die een H+-deeltje kan opnemen van een ander deeltje.
Als het proton wordt opgenomen van H2O, dan ontstaat een hydroxide-ion
(OH-). Een basische oplossing bevat dus hydroxide-ionen.
► Algemene reactievergelijking van een base (B-) met water is: B- + H2O -> HB
+ OH-
► Organische basen zijn koolstofverbindingen die een aminegroep –NH 2
bevatten. Wanneer een organische base wordt opgelost in water kan de
aminegroep een H+-deeltje opnemen van een watermolecuul. Er ontstaat dan –
NH3+.
▪ Vb methaanamine: CH3NH2 (aq) + H2O (l) CH3NH3+ (aq) + OH- (aq)
► Anorganische basen zijn vaak negatieve ionen. Wanneer een base met een
zuur reageert, worden er H+-deeltjes overgedragen van het zuur naar de base.
Vb. carbonaation.
► Zuur-basereactie: een zuur (protondonor) draagt een H +-deeltje over aan de
base (protonacceptor).
2 De pH-schaal
Het waterevenwicht
► H2O-moleculen zijn zowel een zuur als een base: ze kunnen zowel een H +-
deeltje opnemen als afstaan.
► 2 watermoleculen kunnen met elkaar reageren in een zuur-basereactie: 2 H 2O
H3O+ + OH-
, ► Het evenwicht ligt sterk links -> de concentratie van het water is vrijwel
constant; water komt dus niet voor in de evenwichtsvoorwaarde: K w = [H3O+]
[OH-]
► De waterconstante (Kw) heeft bij 298 K een waarde van 1,0 * 10-14 M. Hieruit
volgt:
▪ In zuiver water geldt: [H3O+] = [OH-] = √(1,0 * 10-14) = 1,0 * 10-7 mol/L
▪ Hoe hoger [H3O+], hoe lager [OH-] en vice versa.
► pH zuiver water = 7
Een logaritmische schaal
► De concentratie H3O+ en OH- in een oplossing kan variëren van ca. 10 -14 tot 100
M. De pH-schaal heeft een bereik van ongeveer 0 tot 14 -> de pH-schaal is een
logaritmische schaal: bij elke eenheid die de pH daalt neemt de concentratie
H3O+ met een factor 10 toe.
► Verband tussen de [H3O+] en de pH:
pH = -log[H3O+]
En dus geldt ook: pH zure oplossing < 7
+ -pH
[H3O ] = 10 pOH basische oplossing < 7
-
► Verband tussen de [OH ] en de pH: pH basische oplossing > 7
pOH = -log[OH-] pH neutrale oplossing = 7
En dus geldt ook:
[OH-] = 10-pOH
► Omdat bij 298 K geldt: [H3O+][OH-] = 1,0 * 10-14 geldt ook voor iedere zure,
neutrale of basische oplossing: pH + pOH = 14,00.
► In een neutrale oplossing geldt dat de [H 3O+] = [OH-] = 1,0 * 10-7 mol/L. Zowel
de pH-waarde als de pOH-waarde is dan 7.
► Zure oplossing: [OH-] < [H3O+]. De pH-waarde is kleiner dan 7; pOH-waarde
groter dan 7.
► Basische oplossing: [OH-] > [H3O+]. De pH-waarde is groter dan 7.
► In theorie zijn er in elke oplossing zowel oxonium- als hydroxide-ionen
aanwezig, maar concentraties van 10-7 M en kleiner mogen verwaarloosd worden
-> alleen in een zure oplossing (pH<7) wordt rekening gehouden met [H 3O+] en
alleen in een basische oplossing met [OH -].
► Significantie bij logaritme: als de [H3O+] is gegeven in 2 significante cijfers,
wordt de pH op twee decimalen afgerond.
pH meten
► Indicatoren zijn stoffen die bij verschillende pH-waarden een andere kleur
hebben. Binas 52A vermeldt van een aantal indicatoren de kleuren bij
verschillende pH-waarden.
▪ In het omslagtraject zal de stof een mengkleur hebben (geel & blauw -
> groen).
► Indicatoren zijn zelf ook zuren/basen en reageren dus op verandering van pH
door protonen op te nemen of af te staan. Daarom maar een paar druppels aan
oplossing toevoegen: indien te veel indicator wordt toegevoegd zal de indicator
de pH beïnvloeden.
► Indicatoren kunnen ook gehecht zijn aan papier: lakmoespapier of
universeel indicatorpapier. Universeel
lakmoes Rood Blauw
Zuur Rood Rood
Neutra Rood Blauw
al
Base Blauw Blauw
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller boeky. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.