Leerdoelen Klinisch redeneren en verpleegkundig proces
College Klinisch redeneren en Verpleegkundig proces 1
De student verpleegkunde kan:
Een relatie leggen tussen de verschillende aspecten van het verpleegkundig proces en de
methodiek van het klinisch redeneren (verpleegkundig redeneren) (1,4)
De PES-structuur hanteren bij diagnosticeren (4, 7)
Aangeven wat de plaats van diagnosticeren in het verpleegkundig proces is (4, 7)
Werken met nieuwe verpleegkundige diagnoses als: (risico op) Kwetsbare Oudere
Syndroom (4, 7)
Zoals je al weet hebben wij binnen verpleegkunde een klinisch redeneerproces en een
verpleegkundig proces.
Verpleegkundig proces Klinisch redeneerproces
1. Anamnese 1. Anamnese
2. Diagnose 2. Probleemherkenning
3. Doel(en) 3. Planning van resultaten
4. Interventie(s) 4. Planning van interventies
5. Monitoring/evaluatie 5. Uitvoering
6. Evaluatie
Je ziet duidelijk dat de twee processen veel met elkaar te maken hebben. Als je bezig bent met het
verpleegkundig proces, ben je ook altijd bezig met het klinisch redeneerproces. Ze hangen samen en
je moet ze als het ware samen zien. Alle stappen die je in het verpleegkundig proces doorloopt, moet
je ook tijdens het verpleegkundig proces nalopen.
Uiteindelijk kom je als je het verpleegkundig proces afloopt, tot een verpleegkundige diagnoses. In de
NANDA vind je alle verpleegkundige diagnoses die er zijn. Een verpleegkundige diagnose is weer wat
anders dan een geneeskundige diagnoses.
Verpleegkundige diagnose = klinisch oordeel (bestaande uit verschillende soorten vragen) over
ervaring/reacties van een individu, gezin, groep of gemeenschap op actuele of potentiële
gezondheidsproblemen.
Binnen de processen heb je verschillende soorten vragen:
- Diagnostische vraag: wat is er aan de hand? Je kijkt dus naar de situatie zelf.
- Oorzakelijke/etiologische vraag: waardoor komt dat? Je kijkt naar de oorzaak van het
probleem.
- Prognostische vraag: Hoe loopt het waarschijnlijk af met het probleem? Het vermoedelijke
verloop wordt gesteld.
- Therapeutische vraag: Wat denken we eraan te kunnen doen? Hoe verhelp je het probleem.
Als je al deze verschillende vragen bekijkt, kan je ze koppelen aan beiden processen:
Diagnostisch P: probleem: wat is het probleem
S: wat zijn de signs en symptoms. Ook wel
bepalende kenmerken.
Oorzakelijk/etiologisch E: signaleren in de NANDA, waar blijkt het uit.
Prognostisch Doel- en zorgresultaten: wat wil je gaan
bereiken.
Therapeutisch Interventies: hoe wil je je doelen gaan bereiken.
, Als je een verpleegkundige diagnose hebt gesteld (stap 2), na de anamnese. Komen daar bepaalde
doelen en interventies uit. Hiermee worden de zorgresultaten bereikt.
Een verpleegkundige diagnose kan je stellen met verschillende systemen. Hier gaan we later weer op
door.
Met behulp van de PES-structuur kan je op een verpleegkundige diagnose komen. Maar waar staat
deze voor:
- P: probleem: op welk gezondheidsprobleem leiden bepaalde klachten.
- E: signalerende kenmerken: zijn bepaalde factoren aanwezig die het gezondheidsprobleem
beïnvloeden.
- S: bepalende kenmerken: wat zijn de signs en syptoms van dit gezondheidsprobleem.
De PES-structuur kan jou als verpleegkundige dus helpen om tot een goede diagnose te kijken. Je
kijkt hierdoor vanuit verschillende hoeken naar een probleem. Zo stel je de juiste diagnose. Je hebt
nog andere verschillende diagnose labels die je kan gebruiken.
- NANDA: aanvullend met de NIC en de NOC
- Omaha-system:
- ICF:
Een ding hebben deze systemen gelijk is dat hun diagnose gebaseerd zijn op de V&VN kernset patiënt
problemen. Zo spreken we allemaal dezelfde taal, ook al gebruiken we andere labels.
Je hebt ook verschillende soorten diagnoses, als je deze eenmaal gesteld hebt:
1. Feitelijke of actuele diagnoses: als een diagnose er al werkelijk is en deze ook al is
vastgesteld. De s binnen de PES-structuur is hierin ook bekend.
2. Dreigende of risico diagnoses: bij een dreigende diagnose, staat de diagnose nog niet vast.
Het resultaat is gericht op interventies. In de PES is er nog geen sprake van een s, omdat het
probleem nog niet is vastgesteld.
3. Potentiële of mogelijke diagnoses: deze is liever niet gewenst, maar we kunnen de diagnose
niet stellen omdat er te weinig informatie is om het probleem vast te stellen.
4. Multidisciplinaire diagnoses: hierbij is er sprake van meerdere diagnoses die gesteld kunnen
worden of al gesteld zijn.
Dus samenvattend:
Je begint altijd met een open/brede anamnese. De kunst is hierbij dat je er open in gaat zonder
vooroordelen. Als je niet open het leven van de patiënt doorneemt, mis je zaken die je wel nodig
hebt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marijnissenfreke123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.