Golev samenvatting Geloof je het zelf hst 7, 8, 9, 10, 14, 16 &
Basiskennis Wereldgodsdiensten
Hoofdstuk 7: Levensbeschouwelijk leren vormgeven en begeleiden
7.1 inleiding
In dit hoofdstuk wordt de pedagogische visie op levensbeschouwelijke
ontwikkeling naar een leertheoretische en pedagogische visie op het
levensbeschouwelijk leren van leerlingen en de begeleiding daarvan door
leerkrachten. Er wordt gesproken over de begrippen dialogische leren, het
construeren van betekenis en het ontdekken van zin.
7.2 profiel van levensbeschouwelijk leren
Een leerrijke omgeving voor levensbeschouwelijk leren wordt in onze visie
niet ingericht vanuit een programmagerichte benadering van leren, maar
vanuit een ontwikkelingsgericht perspectief. Daarin gaat de ontwikkeling
van kennis bij leerlingen hand in hand met het verdiepen van inzicht in
een existentiële vraag of het beter begrijpen van een levensthema. Een
educatieve speelruimte is een ruimte waarbinnen de leerlingen de
veelkleurige en veelvormige werkelijkheid waarin zij leven onderzoeken en
ontdekken op een creatieve wijze.
De leertheorie in dit boek is theorie gebaseerd op het sociaal-
constructivisme van Dewey en de ontwikkelingstheorie van Vygotsky. Het
sociaal-constructivisme gaat ervan uit dat leerlingen leren, dat wil zeggen
tot nieuwe kennis en inzicht komen, in interactie met hun omgeving. Een
leerlingen die deelneemt aan een feestelijke activiteit en die daarna thuis
vertelt over hoe mooi het feest was, voegt een ervaring toe aan de eigen
beleving van de werkelijkheid.
Levensbeschouwelijk leren als dialogisch leren heeft als doel elke leerling
het avontuur te laten beleven: te ontdekken wie je bent, hoe de wereld in
elkaar zit en wat de eigen plaats daarin is, en hoe je samen met anderen
vorm kunt geven aan een samenleving waarin iedereen ertoe doet.
De woorden ‘betekenis’ en ‘zin’ zijn de twee grondenwoorden die
kenmerkend zijn voor onze visie op levensbeschouwelijk leren. Betekenis
verlenen of construeren is in taal uitdrukken hoe je bij iets of iemand
betrokken raakt en hoe je je daarmee verbindt. Als de ontmoeting met dat
object of persoon je ook in aanraking brengt met iets van ultieme waarde
dat bepalend wordt voor jouw leven, dan spreken van zingeving.
,Levensbeschouwelijk leren doe je eigenlijk de hele dag, je speelt daarin
een belangrijke rol. Levensbeschouwing komt niet uit de lucht vallen. Het
verschijnt altijd in een ritueel, een verhaal, in afbeeldingen of symbolen.
Iedere levensbeschouwing heeft een materiele kant. Die kant is vaak een
ingang voor een gezamenlijk onderzoek vaan een concrete
levensbeschouwelijk praktijk.
7.3 Vier verschijningsvormen van levensbeschouwelijk leren
Levensbeschouwelijk leren kent vier verschijningsvormen: rituelen,
verhalen, symbolen/beelden en ideeën/ waarden. Daarnaast zijn er vier
verschijningsvormen, namelijk:
Responsief-betrokken leren (door rituelen) → Iedere
levensbeschouwing heeft uitlopende rituelen, gebruiken en
gewoontes, en daarbinnen spelen allerlei symbolen een rol. Zo
is vasten een thema van het christendom, het jodendom en de
islam.
Creatief-vertellend leren (door verhalen) → Door leerlingen uit
te dagen zich te verbinden met een verhaal verruimt zich de
horizon van leerlingen. Hun eigen leefwereld komt in een
breder perspectief te staan.
Creatief-verbeeldend leren (door symbolen) → Symboliseren
oftewel iets in beeldtaal weergeven
Reflectief-kritisch en dialogisch leren (door vragen te stellen
bij ideeën en waarden) → Je denkt na en spreekt met elkaar
over vragen die ertoe doen.
7.4 Didactisch model voor de vormgeving van levensbeschouwelijk leren
Levensbeschouwelijk leren als didactisch interactief proces verloopt in 4
fasen. De vier fases zijn:
Verkennen, is het onderzoeken van het bijzondere van een
vraag, een thema of een bron
Verbinden, is het aangaan van een relatie met personen, met
situaties of personages. Om de ander of het andere te kunnen
begrijpen in perspectiefwisseling een voorwaarde.
Eigen maken, is het opnemen in de eigen levensbeschouwing
van de ideeën die ontstaan uit de relatie met de ander of het
andere.
Waarmaken, betekent zich laten aanspreken door de
ontmoeting met die andere en daar het handelen door laten
sturen.
In elk van deze fasen is het van belang dat je van perspectief kunt
wisselen om de ander te begrijpen.
,Meerdere vormen van dialoog spelen een stimulerende rol in deze
didactiek. In het basisonderwijs is minder kennis dan voorheen. De
diversiteit in culturele en religieuze achtergronden in de klas is
toegenomen. Om een kennismaking met een ander geloof mogelijk te
maken dienen leerlingen zich te bekwamen in het dialogiseren. Want in
dialoog krijg je oog voor het bijzondere van wat anders is en krijg je via de
ander oog en oor voor het bijzondere van jezelf en de wereld om je heen.
Dialogiseren kan op vier manieren:
Met jezelf, via het gesprek met een ander ontwikkel je een
nieuwe kijk op de werkelijkheid en op de eigenplek daarin.
Met anderen, door relaties aan te gaan met personen buiten
jou leer je andere te begrijpen.
Met bronnen, door te denken en spreken in beelden en
symbolen te begrijpen geef je meervoudige betekenissen aan
bronnen
Met de ander of het andere, door een relatie te ontwikkelen
met een groter geheel, het heilige of god.
7.5 leerlingen construeren betekenis en ontdekken zin in interactie met
een levensbeschouwelijke bron
Leerlingen doen ervaring op met bronnen in de context van een traditie
gekleurd door verhalen, liederen en rituelen.
Levensbeschouwelijk leren is het construeren van betekenis en het
ontdekken van zin in de verkenning van levensvragen, het onderzoeken
van existentieel thema of het exploreren van een waardevolle culturele of
religieuze bron.
7.6 levensbeschouwelijk leren vormgeven en begeleiden
De mate waarin een leerkracht erin slaag zelf helder en creatief aan
levensbeschouwelijk leren vorm te geven, wordt in sterke mate bepaald
door wie hij is, de manier waarop de leerkracht levensbeschouwelijk
geleerd heeft en door ervaringen wijs is geworden. Het is een uitdaging
voor een leerkracht om leerlingen uit te nodigen na te denken over
gewone dingen die ze om zich heen zien, samen met medeleerlingen
nieuwe kanten van de werkelijkheid te ontdekken en hen uit te nodigen
daarover met andere in gesprek te gaan. Kinderen voelen feilloos aan of
een leerkracht hun vragen serieus neemt. Het belangrijkste voor een
leerkracht is zichzelf zijn in het contact met leerlingen. Ten tweede is van
belang dat de leerkracht rituelen, verhalen, beelden, symbolen, ideeën en
waarden zelf heeft leren waarderen.
, Hoofdstuk 8: Responsief leren door rituelen
8.2 Waarom vieren?
Binnen het lesprogramma valt het niet mee om bijzondere momenten te
vieren. Terwijl het wel heel belangrijk is om leerlingen te laten vieren,
namelijk:
Leerlingen merken dat ze met hart en ziel bij een groter geheel
horen; klas.
Vieringen geven plezier en scheppen een band.
Leerlingen kunnen relaties leggen tussen hun eigen vragen en
ervaringen en die van anderen.
Vieringen prikkelen het voorstellingsvermogen van leerlingen.
Leerlingen drukken zich uit in herkenbare en te ervaren
symbolen en rituelen.
8.3 Van vieren groeit een leerling
Vieringen doen een beroep op sociaal-emotionele, morele,
levensbeschouwelijke en spirituele vermogens van leerlingen.
Levensbeschouwelijk leren laat leerlingen groeien in hun open, kritische
en creatieve benadering van het leven in al zijn rijkdom. Vieren toont die
rijkdom en leert kinderen zich daar open, kritisch en creatief mee te
verhouden. Bij vieren worden alle vermogens van kinderen ingeschakeld:
waarnemen, verwonderen, vertellen, verbeelden, nadenken, waarderen en
veranderen.
8.4 Interactie en vieren
8.5 reflectie en vieren
8.6 creatie en vieren
8.7 Het voorbereiden van een schoolviering
Een schoolbrede viering krijgt extra glans als een leerling helemaal
zichzelf kan zijn en op een authentieke manier kan omgaan met spel of
het ritueel. Leerkrachten ondersteunen en stimuleren leerlingen om hun
eigenheid in te brengen. Soms is het bij de voorbereiding nodig rekening
te houden met de relatie die de leerling heeft met het onderwerp. Denk
aan de zwarte pieten discussie.
Een didactische vuistregel is dat het voor iedereen duidelijk is waar de
viering om gaat. Het doel moet helder geformuleerd worden en het
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Noa24. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.78. You're not tied to anything after your purchase.