Geschiedenis hoofdstuk 12 Van tsaar tot ‘tsaar’
§1 Tsaristisch Rusland
Rond 1500: de vorst Iwan III veroverde veel gebied. Hij zag zichzelf als opvolger van het Oost-
Romeinse rijk en liet zich daarom tsaar noemen (wat caesar betekent in het Romeins).
Tsaren:
- Verklaarden net als de absolute vorsten in West-Europa dat ze hun macht van God hadden
gekregen en dat ze dus aan niemand verantwoording schuldig waren.
- Verzet werd nog harder onderdrukt dan door de absolute vorsten.
- Maakten niet alleen gebruik van leger en politie, maar ook van een Geheime dienst.
- Bestuur werd geregeld door de tsaar en de adel.
Verschillen in gelaagdheid van bevolking met West-Europa rond 1900:
- Het aantal rijke burgers was veel kleiner, omdat er in Rusland veel minder handel op grote
schaal was.
- Ook het aantal industriearbeiders was er veel kleiner. Dat kwam doordat de industrie zich er
pas laat in de 19e eeuw begon te ontwikkelen.
- De adel had als eigenaar van bijna de helft van de Russische landbouwgrond op het
platteland veel meer invloed.
- Als gevolg van het voorgaande bestond het overgrote deel van de bevolking uit arme boeren.
Er ontstond een steeds grotere kloof tussen de bovenlaag en de rest van de bevolking.
Terwijl de bovenlaag deel uitmaakte van de Europese cultuur, was de rest van de bevolking
bovenal georiënteerd op de eigen Russische omgeving.
Geloof: Russisch-orthodox.
- Was een nauwe samenwerking tussen kerk en staat.
- In ruil voor bescherming dor de tsaar moesten de geestelijken het volk aansporen tot trouw
aan de tsaar.
- In de tweede helft van de 18e eeuw versterkte de tsaar zijn greep op de kerk door bijna al
haar grondbezit in beslag te nemen.
§2 De ondergang van het tsarendom.
1898: oprichting marxistische partij. Zochten aanhang onder de fabrieksarbeiders. Deze partij viel als
snel uiteen in 2 groepen:
- Mensjewieken: wilden een grote partij opbouwen en samenwerken met anderen om de
situatie geleidelijk te verbeteren.
- Bolsjewieken: wilden met een kleine, goed geleide partij de macht veroveren door een
revolutie.
1901: oprichting socialisten-revolutionairen. Zij richtten zich vooral op de boeren en kregen veel
aanhang. Wilden het bewind van tsaar Nicolaas II door een revolutie omver werpen met een zo groot
mogelijke partij.
1905: oprichting kadetten (liberalen). Hun ideaal was een democratische staat met een grondwet,
een parlement en algemeen kiesrecht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marrehuijsmans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.87. You're not tied to anything after your purchase.