Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 Landschapszones
§1 Het landschap als dynamisch systeem
Een bos als dynamisch systeem:
Een veelvoorkomend bos in Nederland is een beukenbos. Dit dichtbegroeide bos zal onder
natuurlijke omstandigheden tot in de lengte van jaren blijven bestaan. Er zijn allerlei voedsel-,
energie- en waterstromen die ervoor zorgen dat de beukenbomen blijven leven. De voedingsstoffen
die de bomen nodig hebben, worden dankzij de voedselkringloop continu gerecycled. Ze zijn
opgeslagen op 3 plaatsen: in het levende organisch materiaal van de bomen, in het dode organisch
materiaal op de grond en in de zwarte humuslaag in de bodem. De bodem is het bovenste gedeelte
van de grond waarin planten wortelen en dat verkleurd is door bodemvormende processen zoals de
toevoeging van organisch materiaal en de in- en uitspoeling van infiltrerend water.
Bossen in verschillende klimaten:
Naast de zomergroene loofwouden zijn er ook nog andere bossystemen. In de tropische
regenwouden en de naaldwouden zorgen dezelfde processen voor het in stand houden van de
voedselkringloop. Toch zijn er ook verschillen in temperatuur, vochtigheid en plantsoorten.
In de tropische regenwouden gaan de meeste processen veel sneller dan in het zomergroen
loofwoud. Dit komt door de hoge temperaturen, de hoge vochtigheid en een permanent
groeiseizoen. Opvallend is de rode bodem, waarbij de laag zwarte humus ontbreekt. De afbraak van
organisch materiaal, de mineralisatie, verloopt hier ontzettend snel. De voedingsstoffen die daarbij
vrijkomen zullen, als ze niet direct weer worden opgenomen, wegspoelen door de grote hoeveelheid
neerslag die de grond intrekt. Dat verklaart ook waarom tropische bodems niet echt vruchtbaar zijn.
De voedingsstoffen in dit bossysteem zitten grotendeels opgeslagen in het levend organisch
materiaal. De rode kleur van de bodem wordt behalve door de afwezigheid van humus vooral
veroorzaakt door de zeer sterke chemische verwering. Hierbij zijn ijzer- en aluminium houdende
verbindingen ontstaan die de grond de rode kleur geven.
Het naaldwoud wordt sterk beïnvloed door het korte groeiseizoen. Door de lage temperaturen liggen
de processen waarbij levende organismen een rol spelen een groot deel van het jaar stil. Hierdoor
ontstaat een relatief dikke laag met organisch afval. Door de lage verdamping zal een groot deel van
de neerslag infiltreren en voedingsstoffen uitspoelen. De grijze kleur geeft aan dat er weinig humus
in de grond zit en dat veel stoffen zijn uitgespoeld. De uitspoeling wordt nog versterkt doordat de
afbraak van naalden zorgt voor een zure bodem.
Het verkleuren van de ondergrond door humus of weggespoelde voedingsstoffen gebeurt alleen
wanneer een bossysteem lang bestaat.
De geofactoren:
Je hebt gezien hoe planten, dieren, bodem, water en lucht op elkaar inwerken en samen bijdragen
aan de voedselkringloop. Dat dit in elk soort bos anders is heeft te maken met de verschillen in
klimaat. Zodra één onderdeel van het systeem verandert, veranderen de andere onderdelen ook.
Vandaar dat in elk bossysteem de planten- en dierensoorten en de bodemeigenschappen anders zijn.
Maar je weet ook dat in gebieden met hetzelfde klimaat niet alle bossen er hetzelfde uitzien. Die
verschillen worden veroorzaakt door verschillen in de ondergrond. De grondsoort, de hoogteligging
en het reliëf hebben ook invloed op de manier waarop de geofactoren op elkaar inwerken.
, §2 Wisselwerking tussen de geofactoren
De landschapszones:
Omdat de klimaten verschillen, werken de geofactoren anders op elkaar in en ontstaan de
landschapszones. Binnen de landschapszones kunnen weer grote verschillen ontstaan door
verschillen in reliëf. Bossen groeien overal waar voldoende water is, de temperatuur in de zomer niet
te laag is en het groeiseizoen niet te kort is. dit is het geval in de tropische zone, de gematigde zone
en de boreale zone. Zodra er niet wordt voldaan aan een van de voorwaarden, verdwijnen bomen en
komen er grassen en struiken voor in de plaats. In het uiterste geval is begroeiing zelfs afwezig.
Dat de verandering in temperatuur grote gevolgen heeft, wist je al. Maar ook de beschikbaarheid van
water speelt een grote rol. De hoeveelheid water die beschikbaar is, wordt niet alleen bepaalde door
de neerslaghoeveelheid, maar ook de temperatuur is een belangrijke factor in verband met de
verdamping. De nuttige neerslag is de hoeveelheid neerslag die overblijft na verdamping. In gebieden
waar deze hoeveelheid groot is zorgt het voor uitspoeling en in de gebieden waar de hoeveelheid
laag is, ontstaan hele andere bewegingen in de bodem.
Bodems onder droge of koude omstandigheden:
Wanneer het te droog of te koud is voor boomgroei ontstaan er andere bodems:
- In droge gebieden op lage breedte komen gebieden voor met een neerslagtekort. Door
gebrek aan begroeiing wordt er nauwelijks of geen organisch materiaal gevormd. Vaak
hebben woestijnbodems een witte of grijze kleur die wordt veroorzaakt door concentraties
van zout, kalk of gips. Deze ontstaan wanneer na een sporadische regenbui het grondwater,
tegen de zwaartekracht in, stijgt tot vlak onder het oppervlak en vervolgens verdampt. De in
het grondwater opgeloste stoffen kunnen niet verdampen en slaan vlak onder of aan het
oppervlak neer.
- Wanneer op gematigde breedte de nuttige neerslag vrijwel nul is, verandert de natuurlijke
vegetatie geleidelijk van bos naar grassteppe. Doordat er geen uitspoeling is hoopt alle
humus zich op, direct onder het oppervlak. Hierdoor ontstaat een bodem die bestaat uit een
dikke zwarte humusrijke en vruchtbare bovenlaag.
- Op hoge breedte, in de polaire zone, groeien vanwege de lage temperatuur en het korte
groeiseizoen alleen grassen, mossen en heide. Op deze toendra’s verteert het organisch
materiaal door de lage temperatuur uiterst langzaam. Het gevolg is dat de bovenste laag van
de bodem grotendeels uit veen bestaat.
De mens als geofactor beïnvloedt het systeem:
Het landschap wordt sterk beïnvloed doordat:
1. De voedselkringloop wordt doorbroken. Het organisch materiaal dat anders op de grond zou
vallen en langzaam verteren, wordt nu onttrokken aan het systeem, hetzij als voedsel voor
de mens of als veevoer. Om de bodem niet uit te putten zal (kunst)mest moeten worden
gebruikt.
2. Een verschuiving plaatsvindt van diversiteit naar monocultuur. Onder natuurlijke
omstandigheden wordt het landschap gekenmerkt door een grote diversiteit aan planten- en
diersoorten. De landbouw daarentegen is het meest productief bij een monocultuur.
Hierdoor wordt het systeem kwetsbaar. Doordat bij het oogsten in één keer alle begroeiing
verdwijnt en de bodem bloot komt te liggen. Mar daarnaast ook doordat in de natuur
voorkomende ziekten een groter effect hebben. Wanneer onder natuurlijke omstandigheden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marrehuijsmans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.26. You're not tied to anything after your purchase.