Ouderen in de samenleving
Basisboek voor hulp- en dienstverleners
D. Oostelaar & G. Wolfswinkel
Inleiding
Gerontologie= de wetenschap van het ouder worden
psychogerontologie bestudeerd het gedrag en de beleving van individuen (soort
ontwikkelingspsychologie)
sociogerontologie stelt de mens als sociaal wezen centraal en bestudeert zaken
als demografische ontwikkeling, sociale netwerken en beeldvorming
Hoofdstuk 1 Opleiding en beroep
1.1
Omdat door ontwikkelingen het werkveld veranderd moeten de opleidingen hier
bij aansluiten en hun studenten tot bekwame beroepsbeoefenaars opleiden.
1.2
Het boek noemt drie opmerkelijke ontwikkelingen in onze samenleving.:
van zekerheidsmaatschappij naar risicomaatschappij
Enkele oorzaken hiervoor zijn:
de erosie van traditionele samenlevingsverbanden
afname van het vertrouwen van burgers in de overheid
verdwijnen van zekerheden in het economische leven
van verzorgingsmaatschappij naar marktmaatschappij
Dit betekent dat het aanbod kwalitatief beter moet zijn, maar dat er ook mensen
buiten de boot vallen omdat ze niet goed zijn in concurrentie.
(scientific management: hoe kan het resultaat zo snel en goedkoop mogelijk
worden bereikt/door complexe handelingen eenvoudig te maken zodat ze door
laaggeschoolden kunnen worden uitgevoerd)
van weetmaatschappij naar informatie en leermaatschappij
Hier wordt mee bedoeld dat mensen hun hele leven lang bekwaamheden moeten
verwerven om mee te kunnen komen in onze huidige samenleving en dat ze zelf
hun competentieverwerving moeten regelen. Daarbij gaat het niet alleen om
kennisoverdracht; het overbrengen van informatie, maar ook het overbrengen
van waarden en normen, oftewel; sociaal leren.
4 kenmerken van sociaal leren zijn:
-het is kritisch reflectief; problemen worden opgelost in de sociale context waarin
ze zich voor doen
-het is een vorm van communicatie en interactie, gericht op samenwerking
-het is actie- en ervaringsgericht
-het is interdisciplinair
Ook in de zorg voor ouderen zijn er ontwikkelingen waar te nemen. Zo komen er
steeds meer ouderen in aanmerking voor zorg en moet er een nieuwe strategie
bedacht worden om met de ouderen om te gaan in verband met het verzorgen
van mensen uit andere beschavingen en de verdeling van het geld.
1.3
Door deze ontwikkelingen moeten opleidingen van hulpverleners aandacht
besteden aan onderwijs dat zich richt op leren, vorming, verzorging, sociale
samenhang, voorlichting en tussenkomsten. De professionals zullen in de
1
,toekomst meer samen moeten werken met andere disciplines en zich aan
meerdere regels houden. Daarnaast moet de professional zijn taken kennen en
weten waarin zijn werkzaamheden zich onderscheiden van de taken van andere
professionals.
Van Ewijk beschrijft 6 kerntaken voor de sociale beroepen:
interventie
opvoeding
educatie (competenties vergroten, levenlang leren)
cohesie (informele zorg, veilige sociale ruimte, lokaal sociaal beleid)
zorg (verpleegkundige competenties)
informatie en advies (burgers helpen de weg te vinden in een wereld van rechten
en plichten)
1.4
De opleidingen spelen hier op in door meer aandacht te hebben voor grote
maatschappelijke thema’s en minder voor specifieke doelgroepen. Daarnaast
wordt er geprobeerd het aanbod zoveel mogelijk te laten passen bij de vraag van
de cliënten. De professional moet in de toekomst veel samenwerken met andere
beroepsgroepen en daartoe moet hij over samenwerkingscompetenties
beschikken. Ook moet de professional leren ondernemend te werk te gaan.
Er tekent zich binnen de sociale- en gezondheidszorgopleidingen in het hoger
beroepsonderwijs een aantal ontwikkelingen af:
1. de aandacht voor een doelgroepen benadering (bijvoorbeeld ouderen) is in de
vorm van specialisaties en differentiaties in deze opleiding grotendeels
verdwenen
2. er ontstaat voorzichtig een nieuwe benadering op dit gebied bv door een
thema vergrijzing
3. er wordt gezocht naar multidisciplinaire onderwijsvormen waarin studenten
zelfstandig leren om integratieve vraaggerichte oplossingen voor problemen te
zoeken. Andere ondersteunende disciplines kunnen daarnaast in modulaire vorm
een plaats krijgen
Hoofdstuk 2 Vergrijzing
2.1
In vraagstukken rondom de zorg aan ouderen komt steeds naar voren dat we niet
weten hoe de toekomst er uit zal zien. Omdat ouderen een grote doelgroep
vormen zullen de meeste hulp en dienstverleners wel met ze te maken krijgen.
Voor iedereen die met ouderen werkt is het van belang iets te weten van het
verschijnsel vergrijzing.
2.2
Door de toegenomen welvaart en medische mogelijkheden in onze samenleving,
kunnen mensen steeds langer blijven leven. Door deze ontwikkeling bestaat een
groot deel van Nederlandse inwoners uit oudere mensen. In de meeste gevallen
worden mensen boven de 55 jaar als oudere bestempeld, hoewel er natuurlijk
grote verschillen zijn tussen de individuele ouderen. Behalve het feit dat je
leeftijd invloed heeft op je levensvisie en interesses, wordt er ook gesteld dat de
generatie waaruit je stamt hier invloed op uitoefent. Een generatie is een groep
mensen die in dezelfde historische periode zijn geboren Er worden verschillende
generaties onderscheiden;
2
, de brave generatie van voor de oorlog 1910-1930- hoog arbeidsethos
de rustige/stille generatie’30-‘40 - meer onderwijs gevolgd, hoog arbeidsethos en
gezaggetrouw
de kritiek/protestgeneratie ’40-’55 – economische voorspoed, belangstelling voor
politiek en activistische opstelling
de verloren /werkloosheidsgeneratie na ’55 – werkeloosheid
Deze indeling is wel relatief en er zijn ook verschillen binnen elke generatie.
2.3
Een steeds groter deel van de ouderen zal hoogbejaard worden en er komen
steeds meer gezinnen met één persoon, omdat ouderen op zichzelf wonen.
2.4
Ouderen krijgen het meest van hun geld via de regering. Verdere aanvullingen op
hun vermogen komen uit andere regelingen. Waarschijnlijk zal de kloof tussen
rijke en arme ouderen groter worden. De meeste ouderen van tegenwoordig
hebben maar weinig scholing gehad. Wel hebben sommige van hen interesse
voor cursussen zonder afsluiting met een diploma, maar er is geen sterk
oplopende belangstelling. Omdat de nieuwe ouderen wel meer scholing hebben
gehad is de kans groter dat ze ook op hun oude dag hun tijd zinvol willen
besteden.
2.5
Omdat ouderen uit andere beschavingen vaak moeilijk te bereiken zijn voor de
Nederlandse hulpverleners en regering, worden er speciale voorzieningen
aangeboden om de cultuurkloof te overbruggen.
2.6
Mensen verouderen door hun lichamelijke gesteldheid en de dingen waarmee ze
hun lijf en geest uitputten. Hierdoor kunnen mensen van dezelfde leeftijd heel erg
verschillen in hun mogelijkheden en beperkingen. Mensen moeten proberen om
zo goed mogelijk met deze mogelijkheden en beperkingen om te gaan,
bijvoorbeeld door hun mogelijkheden uit te breiden, of wat rustiger aan te doen.
Om hier mee om te kunnen gaan moeten mensen in alle aspecten van hun leven
veranderen. Professionals moeten hier rekening mee houden.
Biologische veroudering:
primaire (endogene) veroudering is genetisch bepaald, voorspelt voor een groot
deel de levensduur
secundaire (exogene) veroudering wordt bepaald door
levensgebeurtenissen(trauma, doorgemaakte ziekten) en iemands levensstijl
2.7
Om met ouderen om te gaan is het belangrijk je te realiseren hoe de ouderen
tegen zichzelf aankijken en hoe de samenleving tegen ze aankijkt. De manier
waarop wij naar onszelf en anderen kijken hangt af van onze eigen levensdoelen
en belevenissen. Dit heeft ook te maken met de tijd waarin wij zijn opgegroeid.
Wij zijn geneigd mensen die trager zijn negatief te beoordelen, hoewel hun
gedrag voort kan komen uit ouderdom en niet uit slechte bekwaamheden.
2.8
Veel instellingen proberen op de ontwikkelingen in te spelen door onderzoek te
doen naar kansen en problemen. Studenten kunnen eventueel meehelpen bij
zo’n onderzoek. Ook wordt er via onderzoek informatie verzameld, waarmee later
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisgonet. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.