Uitgebreide samenvatting van het boek. Alles tot en met H4 staat erin, maar dan wel op volgorde van de hoorcolleges aan de Universiteit Leiden. Door de compleetheid zeker ook geschikt voor andere scholen/opleidingen. De rest zal nog volgen.
Geschiedenis van Nederland (Friso Wielenga)
Op volgorde van de stof van de hoorcolleges
H1: Inleiding
De Nederlandse Opstand is de centrale factor in de wording van de Nederlandse staat, al week het resultaat
af van de aanvankelijke doelstellingen. De politieke cultuur heeft zijn wortels uit deze tijd, niet het
afdwingen van beslissingen maar schikken. Ook “vrijheid” en “tolerantie” komen uit deze tijd.
Onduidelijk wanneer de “vaderlandse geschiedenis” van Nederland begint, enige opties:
- 1568: door Willem van Oranje georganiseerde (mislukte) militaire opmars in Nederland over drie
fronten. Waarschijnlijk dit jaar gekozen om te spreken van een echte 80-jarige oorlog.
- 1566: lagere adel gaf een smeekschrift aan Margaretha van Parma. Later in het jaar brak de
Beeldenstorm uit tegenstellingen met Spanje namen toe.
- 1555: Karel V neemt afstand van de troon en Filips II werd Heer der Nederlanden.
H2: Ontstaan en consolidatie van de Republiek der Verenigden Nederlanden (1555-1609)
Inleiding
Midden 16e eeuw was er in het gebied “de Nederlanden” nog geen sprake van eenheid, er waren meerdere
staatjes (gewesten/provincies). In de zuidelijke gewesten, Holland en Zeeland was dat Filips de Schone
(zoon van Maria van Bourgondië en Maximiliaan van Habsburg). Zoon van Filips was Karel V, hij kreeg naast
Oostenrijk en de Nederlanden ook Spanje van zijn moeder erbij. Hij wist ook Friesland, Utrecht, Drenthe,
Overijssel, Gelderland en Groningen erbij te krijgen.
Pragmatieke Sanctie: In 1548 besloot de Duitse Rijksdag op verzoek van Karel V de gewesten onder te
brengen als een zelfbesturende eenheid binnen het Duitse Rijk. Ook werd besloten dat de 17 Nederlanden
voor altijd een eenheid zouden blijven en niet verdeeld zouden worden over verschillende erfgenamen.
De Opstand draaide niet om het verkrijgen van “nationale onafhankelijkheid”. Verschillende factoren
zorgden ervoor dat onbedoeld de Republiek ontstond (zie verder in hoofdstuk). De opstandelingen hadden
vooral succes door de economische potentie van het betrokken gebied.
Economie, financiën en politieke structuur
Dichtbevolkte en verstedelijkte gewesten: Vlaanderen, Brabant en Holland economisch en daardoor
strategisch belangrijk gebied (midden 16e eeuw). Ook hadden deze gebieden ook hoge urbanisatiegraad.
Bij de gebieden in het noorden was er geen sprake van één grote metropool, maar een aantal middelgrote
steden. Door de opkomst van de wereldhandel werd dit het centrale internationale knooppunt.
Bevolkingsgroei + verstedelijking deden de vraag naar massagoederen toenemen (graan uit Oostzeegebied)
en was er in het westen intensivering en specialisatie van de landbouw. Economische bloei (+ migratie)
bevolkingsgroei.
Amsterdam belangrijk centrum van handel in massagoederen, terwijl in Antwerpen meer “rijke handel”
was. De Hollandse vloot had daarom veel grote en goedkoop gebouwde schepen, de Antwerpse vloot was
kleiner. Ook was de handel in Antwerpen passiever vooral kooplieden uit andere streken. Deze “rijke
handel” zou later naar het noorden verplaatsen.
De Nederlanden kregen de centrale rol in de wereldhandel doordat er een kruising van handelsstromen
was: Noord- en Zuid Europa, Engeland en het Duitse Rijk en er was al sprake van een goede stedelijke
infrastructuur economische ontwikkeling krachtige dynamiek. In de eerste helft van de 16e eeuw was er
nog geen sprake van economische eenheid, noordoosten was nog voornamelijk agrarisch en produceerde
1
,alleen voor de lokale markt. Het arme zuidoosten was ook afgescheiden van de groei. Antwerpen werd wel
het economisch en militair-strategisch hart van Noord-Europa, wat een centrale betekenis had voor de
positie van de Habsburgers.
De Habsburgse expansie kostte veel geld (oorlog tegen Frankrijk en Turken), dit kregen ze oa uit de
belastinginkomsten uit de Nederlandse gewesten, vooral de westelijke. Onder de Bourgondiërs ging de
belasting via bedes, waarmee de gewesten ook hun eigen belangen konden behartigen. Filips wilde dit
belastingstelsel vervangen voor een centralistisch stelsel ( leidde oa tot de Opstand).
De tegenstellingen tussen belastinginning kwam door verschil in perspectief van de gewesten en Karel V en
Filips II. Perspectief van Karel V en Filips II:
- Nederlandse gewesten één geheel, dat verder samengevoegd zou moeten worden tot een centraal
geregeerd koninkrijk.
- De ontwikkeling van eenwording was al begonnen tijdens de Bourgondiërs en paste in het
algemene Europese patroon.
Perspectief van de gewesten (regionale adel en burgerlijke elites):
- Centralisatiepolitiek minder macht en invloed van de elites.
- In de noordelijke en oostelijke gewesten was de onderwerping aan Karel V nog vers weinig
bereidheid tot machtsverlies.
Karel V stond voor een dilemma: hij had de steun van deze elites nodig in zijn eenheidsstreven en voor de
financiering van zijn oorlogen, maar hij wist dat hij te weinig steun zou krijgen als hij geen rekening zou
houden met de belangen van de regionale elites.
Politiek systeem van de Habsburgers (en de Nederlanden):
Vorst Landsheer in alle gewesten afzonderlijk.
Landvoogd Neemt het centraal gezag (Brussel) over als de
Nauw familielid van de vorst. vorst niet aanwezig is.
Raad van State Invloedrijk adviesorgaan van het centrale gezag
Leden: hoge adel en geestelijkheid. Later kwamen inzake internationale vraagstukken en “nationale”
daar juristen bij. aangelegenheden van kerkelijke, financiële of
bestuurlijke aard.
Geheime Raad Vergaderde dagelijks en had een beleidsvoor-
Leden: beroepsambtenaren en rechtsgeleerden. bereidende en –uitvoerende taak.
Raad van Financiën Bereidde de inning van de bedes voor en hield
Leden: 3 hoge adellijke vertegenwoordigers en 3 toezicht op gewestelijke financiële organen.
juridische-financiële ambtenaren.
Stadhouder Vertegenwoordigd de vorst in de gewesten. Hij was
Uit de hoge adel. Oefende vaak hun functie uit in bevelhebber van de troepen, verantwoordelijk
meerdere provincies. voor de ordehandhaving, droeg de zorg voor de
bezittingen van de vorst en voor de positie van de
kerk en had een belangrijke rol bij benoemingen
van stedelijke ambtsdragers. Bevoegdheid tot het
bijeenroepen van de gewestelijke staten.
Gewestelijke Staten Het beraadslagen over de vorstelijke verzoeken
De adel, steden en geestelijkheid. van geld konden hierdoor ook eigen belangen
inbrengen en zo een tegenwicht vormen tegen de
centralisatie.
Staten Generaal Meestal ging het om de vorstelijke bedes. Ook zij
Afgevaardigden van de Staten. koppelde aan vorstelijke verzoeken hun eigen
voorwaarden.
Onder de Habsburgers werd de centralisatie en bureaucratisering versterkt voortgezet en ontstond er een
nieuwe groep van academisch geschoolde juristen. Zij kregen belangrijke posities ten koste van de oude
2
, adel. De centralisatie en financiële nood van de vorst zorgde voor spanningen. De verhoudingen tussen het
centrale en regionale gezag waren nog niet uitgewerkt en ook dit zorgde voor spanningen. Composite state:
bundeling van verschillende eenheden onder één algemeen bestuur.
Reformatie
De Nederlandse eenheid had kunnen lukken, als het godsdienstvraagstuk niet in de weg had gezeten. Door
de groeiende invloed van Luther was het gezag van de katholieke geestelijkheid afgenomen. Luther had
veel invloed in de Nederlanden doordat:
- Veel verstelijking. - Groot aantal boekdrukkers.
- Hoge graad van alfabetisering. - Intensief verkeer met Duitse gebieden.
Maar vanaf 1520 had Karel V een krachtige repressiepolitiek en stierven de eerste ketters Reformatie in
de Nederlanden ontbrak het aan organisatorische kracht en samenhang. Binnen de kerk ontstond er een
kloof tussen de godsdienstige overtuiging en de praktijk: het volk bleef binnen de kerk, maar distantieerde
zich innerlijk van het oude geloof en ontwikkelde eigen richtingen.
De organisatorische voorhoede van de Reformatie in de Nederlanden waren de dopers namen de
Bijbeltekst letterlijk en verwierpen de katholieke sacramenten. Geweld schuwde ze niet bij hun poging
Koninkrijk Gods op aarde te verwezenlijken. Hun ideeën wisten niet door te dringen in de bestuurlijke elite.
Kenmerkend was hun compromisloze gehoorzaamheid aan Gods geboden en de bereidheid daarom het
martelaarschap te aanvaarden.
Vanaf 1540 kwam er een derde groep: de calvinisten. Zij wilde geen voorzichtig gedrag meer, maar een
principiële keus tussen Rome en de Reformatie. Vanaf 1560 verspreidde het calvinisme zich snel
vervolgingen namen toe. Er waren nog meer spanningen omdat de katholieken tegen de gewelddadige
repressie van de calvinisten en de onrust daarbij waren vervreemding van Habsburgs bewind en de
katholieke kerk, groeiende sympathie voor calvinisme (belangrijke factor uitbreken Opstand).
Loyaliteit, oppositie en crisis (1555-1566)
In 1555 kwamen de Nederlandse gebieden onder Filips II, in ’56 kreeg hij de Spaanse rijken erbij. Hij zat met
een aantal vraagstukken en spanningen:
- Hij bleef bij de Roomse kerk en zou de kettervervolgingen blijven voortzetten.
- Hij had geld tekort (voortdurende oorlog tegen Frankrijk).
- De relatie tussen hem en de hoge edelen. Hij was op hen aangewezen voor zijn centralisatie politiek
en professionalisering van bestuur riep weerstand op bij de edelen.
- Hij omringde zich met Spaanse edelen (geen Nederlandse), sprak geen Frans en Nederlands en hij
betrok de Raad van State nauwelijks bij zijn politieke besluitvorming.
Willem van Oranje was de aanzienlijkste van de Nederlandse adel. Hij had familiebezit in de Nederlanden
en het Franse vorstendom Orange, hierdoor trad hij toe tot de kring van regerende Europese vorsten. Karel
V (hoogste heer Willems vader) wilde dat Willem aan het Brussels hof een katholieke en Nederlandse
opvoeding zou krijgen ontstaan nauwe band Tussen Willem en Karel. Toen Filips aan de macht kwam
bleef hij hem ook trouw dienen. Toen Filips in 1559 naar Spanje vertrok stelde hij hem aan als stadhouder
van Holland, Zeeland en Utrecht.
Eigenlijke machthebber in Brussel was Antoine Perrenot (Granvelle), hij was geen adel en een voorbeeld
voor de nieuwe bestuurselite. De spanningen tussen hem en de hoge adel liepen begin jaren 1560 hoog op
godsdienstvraagstuk: nieuwe kerkelijke indeling van de Nederlanden, de 17 gewesten onderverdeeld in
3 aarsbisdommen en 15 gewone bisdommen voor de katholieke kerk een belangrijke vooruitgang en
hielp bij de politieke eenwording van Nederland. Granvelle werd aartsbisschop van Mechelen en kreeg het
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Kirssten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.02. You're not tied to anything after your purchase.