100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Microbiologie $19.35
Add to cart

Summary

Samenvatting Microbiologie

 30 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Het is een volledige samenvatting van microbiologie alleen! Er staan ook fotos van de ziektebeelden

Preview 3 out of 29  pages

  • April 30, 2021
  • 29
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Inleiding: Indeling van organismen

Meercellige - Bouwsteen van meercellige organismen -> eukaryote cel
organisme - Eukaryote cel: cel met kern waarin erfelijk materiaal (DNA) is opgeslagen
- VB: planten, dieren, algen, fungi en protozoa.

1cellige 1) Bacteriën
organisme - Bouwsteen van bacteriën -> prokaryote cel
- Prokaryote cel: cel zonder duidelijke kernstructuur -> DNA vrij ligt in cytoplasma of celsap +
stugge celwand.
2) Virussen
- Geen cellen maar macromoleculen van nucleïnezuur die in cel dringen + dwingen tot
aanmaak van viraal nucleïnezuur + eiwitmantel.
- Virussen -> uitsluitend in gastheercel vermenigvuldigen

Grootheid? Fungi: schimmels + gisten zijn eukaryoten: 10-100 μm groot
Bacterie: 1 tot 10 μm groot.
Virussen: 10 tot 100 nm groot.


Deel 1: Bacteriologie -> Structuur van bacterie

Bacteriële 1) Bouw bacteriele wand of peptidoglycaan of celwand
wand of - Bacteriële wand vormt contact tussen bacterie + omgeving.
peptidoglycaa
n of celwand - Peptidoglycaan -> vlechtwerk van aminosuikers waarop peptiden vastzitten.
- Structuur is verantwoordelijk voor stevigheid celwand van bacterie + selectieve
doorlaatbaarheid en vormt substraat voor kleuring.
Door verschil in celwandsamenstelling:

Gram + - Bezitten peptidoglycaan die 30 lagen dik is + zien blauw uit.

Gram - - Peptidoglycaan -> slechts één laag
- Na Gram-kleuring -> rood
- Op peptidoglycaan ligt aan buitenkant nog buitenmembraan met poriën
- Tussen peptidoglycaan + buitenmembraan ligt periplasmatische ruimte


2) Belang bacteriële wand

Vorm + Bacteriën kunnen dankzij hun celwand verschillende vormen aannemen,
stevighei buigzaam of net stevig zijn.
d

, DIK EN STEVIG: DUN EN BUIGZAAM:
- Cocci = kokken = bollen - Spirocheten = soepele komma's
- Bacillen = staafjes
- Spirillen = spiralen
- Vibrio's = komma's

Kleuring - Zegt meer over: celwandopbouw + gevoeligheid voor AB

Inwerking - Samenstelling bacteriële wand + buitenmembraan -> rol inwerking AB
AB - Sommige AB bactericide (Gram +) -> interfereren met celwandsynthese
- (Gram-) -> door buitenmembraan beschermd tegen binnendringen AB

Celmembraan 1) Dubbele laag fosfolipiden:
of cytoplasma-  Met lipofiel apolair gedeelte (vetzuren) tegen mekaar liggen
membraan  Met hydrofiel polair gedeelte (fosforkopjes) naar buiten toe gekeerd zijn.
Lipidenlaag: vlot doorgankelijk voor lipofiele, vettige stoffen (penicillines en rifampicine)
2) Membraaneiwitten:
 Liggen in buitenste apolaire laag van celmembraan.
 Staan voor energielevering, synthese celwandelementen, celdeling + actief transport
van wateroplosbare stoffen.

Cytoplasma - Bevinden zich ionen, bouwstenen, enzymen en genetische materiaal.
- Rijk aan ribosomen -> voor eiwitsynthese.
- Ribosomen hebben andere bouw dan in eukaryote cellen -> selectief effect van AB op
bacteriële eiwitsynthese verklaart.

Membraaneiwitten
Dubbele laag fosfolipiden
Hydrofiel polair gedeelte (fosfaatgroep)

Lipofiel apolair gedeelte (vetzuren)

Plasmiden - Stukjes DNA die los van bacterieel chromosoom voorkomen.
A) Bacterie uiteenlopende eigenschappen geven:
 Resistentie tegen AB + zware metalen (resistentie- of R - factor)
 Mogelijkheid tot conjugatie (fertiliteits- of F- factor), contactvorming met overdracht van
genetisch materiaal dankzij vorming van sekspil
 Mogelijkheid van productie van toxines.

- Dankzij plasmiden kunnen bacteriën zich handhaven ondanks sterke selectiedruk
- Bij celdeling niet steeds doorgegeven aan dochtercellen.
- 1zelfde bacterie kan verschillende plasmiden dragen + kunnen door bacteriën onderling,
ook tussen verschillende species, uitgewisseld worden.
Kernmateriaal - In prokaryote cel in nucleotide kernequivalent dat niet omgeven is door kernmembraan.
of DNA - Bacterieel chromosoom bestaat: dubbeldradig circulair gewonden DNA

, Deel 2) Indeling van bacteriën
Beweeglijkheid - Hangt af van aanwezigheid van flagellen of zweepdraden
Functie van - Gram-positive en Gram-negatieve bacteriën (supra et infra)
gramkleuring
Naar 1) Obligaat aeroben
O2gebruik - Kunnen enkel ontwikkelen in aanwezigheid van voldoende 02 (Pseudomonas aeruginosa,
Kochbacillen (TBC)
2) Facultatief aeroben-anaeroben
- Kunnen met + zonder O2 leven (streptokokken)
3) Obligaat anaeroben
- Kunnen niet ontwikkelen in milieu waar O2 aanwezig is, zelfs niet in kleine hoeveelheden
(Clostridia: tetanos, gangreen)



Deel 3) Relatie gastheer - bacterie3. DE RELATIE GASTHEER – BACTERI
3 vormen van symbiose:

Commensalisme - Relatie tussen gastheer + MO -> MO voedt zich met afval van gastheer.
- Bij gezonde personen, zonder schade, aanwezig zijn en die slechts bij een tekort in
afweer aanleiding geven tot infecties.
- Dit is de flora.

Parasitisme - Relatie tussen gastheer + MO -> MO voedt zich ten koste van gastheer + schadelijke
werking op uitoefent.

Saprofistisme - Relatie tussen gastheer + MO -> MO ontwikkelt zich op dode resten (rottingsbacteriën)
- Levende lichaam komen in -> spijsverteringsorganen.
- Bepaalde omstandigheden BV: sterk verzwakte pt -> aanleiding geven tot infecties.


Hoofdstuk 2: Besmettingsleer
1) Evolutie van infectiehaard

Virulentie A) Kapsel
-Weerstand tegen fagocytose.
- Sommige bacteriën in 2vormen: onschuldige zonder kapsel + pathogene met kapsel
(Haemophilus influenzae)
- Verantwoordelijk voor selectieve doorlaatbaarheid + substraat voor inwerking van
sommige AB.
B) Toxines
- Veroorzaakt door productie van chemische stoffen of toxines.

Exotoxines - Eiwitten die door levende bacteriën worden uitgescheiden  door
Gram-positieven dan door Gram-negatieven.
- Bijzonder giftig + migreren via bloed naar andere organen.
- Sterke antigenische waarde -> zeer hoge en langdurige
antilichamenspiegel ontstaat  gunstig voor vaccinatie met anatoxine
(ontgiftigd dmv behandeling met formol op 45°C).
- Zelf zijn zeer thermolabiel (eiwitdenaturatie)  difterie en tetanos.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ambareenraza. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $19.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$19.35  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added