De grondslag van het vermogens- en ondernemingsrecht / 2 Ondernemingsrecht
Samenvatting studieboek De grondslag van het vermogens- en ondernemingsrecht deel 2 van A.M.M.M. van Zeijl (Hoofdstuk 7) - ISBN: 9789001780012, Druk: 8, Uitgavejaar: 2009
Hoofdstuk 7: Burgerlijk procesrecht
7.1
Burgerlijk procesrecht: regels voor de berechting van geschillen tussen
rechtspersonen
De bevoegdheid van de rechter wordt in de Wet op rechterlijke organisatie (Wet
RO) geregeld.
7.2
In het burgerlijk procesrecht wordt uitgegaan van een aantal hoofdbeginselen:
Recht op rechtspraak en rechtsbijstand
Het beginsel van verplichte procesvertegenwoordiging zorgt ervoor dat men zich
van voldoende rechtsbijstand van verzekeren.
Als men zonder advocaat op de terechtzitting verschijnt, wordt de gedaagde bij
verstek veroordeeld. Hij wordt dan geacht niet aanwezig te zijn en kan hij geen
verweer voeren.
Onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter
Onafhankelijkheid: de rechter wordt voor zijn leven benoemd en zijn salaris wordt
bij de wet vastgesteld.
Als een rechter onpartijdig is, kunnen partijen hem wraken
Het horen van beide partijen
De rechter behoort beide partijen te horen.
Wanneer de gedaagde of zijn advocaat niet op de terechtzitting verschijnt, kan de
gedaagde bij verstek worden veroordeeld. Ook als de eiser niet op komt dagen
wordt verstek verleend.
Beslissing binnen redelijke termijn
Zowel de rechter als partijen moeten voorkomen dat de procedure onredelijk wordt
vertraagd.
Waarheidsbeginsel
Partijen zijn verplicht de feiten die zij aandragen naar waarheid weer te geven.
Bovendien is het niet toegestaan bepaalde feiten achter te houden.
Verplichting tot het verstrekken van inlichtingen
Comparitie: hierbij worden procespartijen door de rechter opgeroepen om
persoonlijk voor hem te verschijnen, zodat hij bepaalde inlichtingen uit de mond
van partijen zelf kan vernemen, kan proberen alsnog een schikking tot stand te
brengen of met partijen over het verdere verloop van de procedure kan overleggen
De beslissing moet alle geschilpunten betreffen
Samenvatting Linda van Bragt
,Partijautonomie
Lijdelijkheid van de rechter: hij mag alleen bewijs van betwiste feiten opleggen.
Betwiste feiten zijn feiten die door de wederpartij worden ontkend. Wordt een feit
niet betwist, dan kan de rechter aannemen dat het waar is.
De rechter vult ambtshalve de rechtsgronden aan
Rechtsgronden zijn juridische regels waarop de eiser zijn eis heeft gebaseerd. bijv.
Wanprestatie of onrechtmatige daad.
Openbaarheid van behandeling en uitspraak
Terechtzittingen zijn openbaar. Bij gesloten rechtspraken geldt een
geheimhoudingsplicht.
Motivering van de beslissing
Het motiveringsbeginsel geeft partijen inzicht op de beslissingen van de rechter.
Verbetering en aanvulling van de beslissing
De rechter kan te allen tijde de uitspraak aanvullen of verbeteren. Dit kan gaan om
een spelfout of het toevoegen van informatie die nagelaten is.
Onderzoek en beslissing in twee instanties
Partijen mogen het geschil voor de eerste keer (eerste aanleg) voorleggen aan de
rechter. Bij de tweede aanleg wordt het geschil voorgelegd aan het gerechtshof,
tenzij hoger beroep uitgesloten is. Bijvoorbeeld bij een vordering beneden 1750.
Toezicht op de rechtspraak door middel van cassatie
Cassatie: rechtsmiddel dat tegen een vonnis in hoger beroep ingesteld kan worden
bij de hoge raad. De hoge raad beoordeelt alleen of de lage rechters bij nemen van
hun beslissing het recht hebben geschonden.
Niet-kosteloos van de procedure
Procederen kost geld. De kosten van de dagvaarding zijn voor de eiser en de
proceskosten zijn voor de verliezende partij.
7.3
De kantonrechter is een rechter die minder zware zaken behandeld. Het
gerechtshof oordeelt in hoger beroep. De hoge raad beoordeelt of de lage
rechters bij nemen van hun beslissing het recht hebben geschonden.
Een rechter moet bij een geschil eerst kijken of hij bevoegd is voor deze zaak, of
deze zaak onder zijn competentie valt.
Absolute competentie: de vraag welke rechter bevoegd is (rechtbank,
Samenvatting Linda van Bragt
, hogergerechtshof)
Relatieve competentie: de vraag in welke rechtbank of gerecht de procedure
gevoerd moet worden. Hoofdregel: woonplaats van de gedaagde is bevoegd.
7.4
Eigenlijke rechtspraak: als de procedure begint met een dagvaarding. De rechter
beslist in een geschil dat tussen beide partijen is gerezen.
Oneigenlijke rechtspraak: als de procedure begint met een verzoekschrift. Bij de
verzoekschrift- of rekestprocedure vervult de rechter een administratieve taak. Er is
dus geen sprake van rechtspraak (bijv. echtscheidingen)
7.5 procedure
1. Dagvaarding: de oproep om minimaal een week nadat de dagvaarding is
uitgebracht te verschijnen voor de rechtbank. Verder houdt het een kennisgeving
van de vordering van de eiser in.
Substantiëringsplicht: de verplichting van partijen om al in het eerste processtuk
het te verwachten verweer van de tegenpartij, alsmede de aan te voeren
bewijsmiddelen te vermelden.
Rol: het register van alle dagvaardingszaken die bij een bepaalde rechtbank
aanhangig zijn, waarop ook wordt aangegeven in welk stadium van het proces de
zaak zich bevindt.
Enkelvoudige kamer: wanneer er slechts een rechter is die rechtspreekt
(rechtbank)
Meervoudige kamer: gerechtshof 3 raadsheren, hoge raad 5 raadsheren
2. Conclusie van antwoord: dit is geen gedingstuk waarin een partij zijn
standpunt uiteenzet en motiveert. Een partij moet zijn verweer concentreren en zijn
bewijsmiddelen en eventuele getuigen vermelden.
3. Comparitie: zie 7.2
4. Pleidooi: bestaat uit een korte mondelinge toelichting door de advocaat bij de
pleitnota. Dit is het stuk waarin hij de verdediging heeft samengevat.
Eis in reconventie: terugvordering van de gedaagde tegen de eis van de
wederpartij.
5. Eindvonnis: het vonnis wat de rechter wijst, kan het geschil al meteen definitief
beslissen. Het is echter ook mogelijk dat het vonnis slecht een tussenvonnis of
interlocutoir vonnis is, omdat er nog bepaalde onduidelijkheden zijn.
7.6
condemnatoir/ veroordelend vonnis: hier wordt een procespartij veroordeeld
een bepaalde prestatie (alsnog) te verrichten.
Samenvatting Linda van Bragt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lindavanbragt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.