Zeer korte samenvatting voor strafrecht die wel alle belangrijke dingen bevat, door in eerste zit met een 16. Gemaakt op basis van lesnotities & aangevuld met boek.
Je kunt me altijd op fb sturen om hem goedkoper te kopen!
Margot Horowitz
Strafrecht samenvatting 2020-2021 Margot Horowitz 1
INLEIDING
I. Begripsbepaling
• 1. Sleutelbegrippen
◦ Werkdefinitie strafrecht: Het strafrecht is het geheel van rechtsregels die bepaalde
gedragingen strafbaar stellen en sancties bepalen die op de daders toepasselijk zijn.
▪ 3 sleutelbegrippen in deze definitie:
◦ Misdrijf
▪ = de gedraging waarop de wet een sanctie stelt
▪ overkoepelende term: omvat de overtredingen, de wanbedrijven en de misdaden
◦ Strafrechtelijke sanctie
▪ = door de wet vastgestelde reacties op de schending van strafrechtelijke normen
▪ strafrechtelijke sancties = niet gesproken van straffen
• straf is een strafrechtelijke sanctie maar niet omgekeerd:
◦ strafrechtelijke sancties omvatten straffen maar ook maatregelen en sancties
▪ ook punitieve sancties in de zin van art. 6 EVRM: criminal charges
▪ ook sancties sui generis
▪ ook bestraffingsmodaliteiten: bv schuldigverklaring zonder straf
◦ Dader
▪ = natuurlijke persoon of rechtspersoon die het misdrijf pleegt
▪ meer aandacht voor dit begrip sinds de 19de eeuw:
• straffen steeds meer geïndividualiseerd
• sinds 1999: ook rechtspersonen kunnen strafrechtelijk verantwoordelijk zijn
• 2. Kenmerken van het strafrecht
◦ Strafrecht is sanctierecht
▪ strafrecht is niet het enige handhavingsmechanisme:
• kennen ook het bestuurlijk handhavingsmechanisme: tal van gedragingen die
niet via het strafrecht worden gehandhaaft maar via bestuurlijke sancties
◦ bestuurlijke sanctie: door of krachtens de wet vastgestelde maatregel met
een repressief karakter, die door een bestuursorgaan wordt opgelegd door
middel van een eenzijdige, individuele bestuurshandeling, als reactie op een
inbreuk op een rechtsnorm.
▪ Sanctie opgelegd door bestuur zonder voorafgaande controle rechte maar
met mogelijkheid tot rechterlijke controle achteraf
• onderscheid bestuurlijke en strafrechtelijke sanctie:
◦ organiek criterium: strafrechtelijke sanctie kan alleen worden uitgesproken
door een rechter, terwijl een bestuurlijke sanctie door een bestuur wordt
uitgesproken met mogelijkheid tot rechterlijke toetsing achteraf
▪ Non bis in idem
• beginsel dat belet dat persoon twee maal voor hetzelfde feit wordt bestraft
◦ bestuurlijke geldboete en strafrechtelijke veroordeling voor zelfde feit = niet
strijdig met dit principe als er voldaan is aan volgende criteria volgens HVJ:
▪ bij wet is ingesteld
▪ wezenlijke inhoud vd rechten en vrijheden Handvest eerbiedigt
▪ beantwoordt aan doelstellingen algemeen belang
▪ noodzakelijk is
▪ Soms positieve verplichting EU-lidstaten om te sanctioneren
• staten moeten dan actief optreden om mensenrechten te beschermen:
◦ bv in kader van seksueel geweld: moet strafbaar zijn volgens EHRM
, ◦ Strafrecht is legaal recht 2
▪ legaliteitsprincipe: wetgever moet een wettelijke verankering geven om van een
gedraging een misdrijf te maken
◦ Strafrecht is publiek recht
▪ De overheid straft om de openbare orde te handhaven
• initiatief voor de vervolging ligt voornamelijk bij het Openbaar Ministerie
◦ hebben vervolgingsmonopolie met uitz. van klachtmisdrijven
▪ Strafrecht is dwingend recht en strafwetten zijn van openbare orde:
• je kan hier geen overeenkomsten over sluiten:
◦ misdrijf blijft een misdrijf zelf als het slachtoffer toestemming had gegeven
▪ tenzij de niet-toestemming een constitutief bestanddeel ervan is
◦ Strafrecht is een autonome rechtstak
▪ Strafrecht is een handhavingsrecht met een algemene draagwijdte
• geen hulprecht dat ten dienste staat van andere rechtstakken
• bv diefstal wordt gestraft omdat het de OO raakt niet omdat er private goederen
werden aangetast = strafrecht komt dus tussen omdat de OO wordt geraakt
▪ OM vertegenwoordigt dus de gemeenschap en niet het slachtoffer
▪ Conceptuele autonomie van het strafrecht
• definitie: strafrecht bepaalt zijn eigen begrippen zonder gebonden te zij door de
andere rechtstakken omdat het autonoom is.
• bv onroerend-roerend:
◦ burgerlijk recht: regels rond onroerend door bestemming
◦ strafrecht: dagdagelijkse invulling:
▪ roerend: alles wat verplaatsbaar is
▪ onroerend: alles wat niet verplaatsbaar is
• soms geeft strafwetgever op uitdrukkelijke wijze een eigen invulling:
◦ bv authentieke interpretaties bij diefstal
▪ diefstal bij nacht in strafrecht: gepleegd meer dan een uur voor
zonsopgang en meer dan een uur na zonsondergang (art. 478 Sw.)
• uitzonderlijk rekening houden met regels burgerlijk recht: art. 16 V.T. Sv.
◦ Als misdrijf verband houdt met een overeenkomst waarvan het bestaan
ontkend of de uitlegging betwist wordt: regels burgerijk recht
▪ bv je leent een boek uit en die persoon brengt dat niet terug
• misdrijf = misbruik van vertrouwen
▪ persoon beweert dat het geen lening was en hij dit niet terug moest geven:
• als deze betwisting zich voortdoet bij de strafrechter is deze gebonden
door de regels van het burgerlijk recht om te oordelen of hier dan wel
of geen overeenkomst bestaat.
II. Historisch overzicht en theorieën van strafrecht
• 1. Het strafrecht vanaf zijn oorsprong t.e.m de eerste helft van de 18de eeuw
◦ primitieve volkeren: strafrecht gerelateerd aan godsdienstige en morele normen
▪ reactie tegen het misdrijf neemt de vorm aan van collectieve weerwraak
▪ vete kan worden afgekocht met compositio of zoengeld
▪ burgerlijk recht en strafrecht waren één
◦ overgang primitieve gemeenschap naar meer georganiseerde maatschappij
▪ beperking eigenrichting
▪ tussenkomst overheidsgezag in betaling compositio
▪ vervanging vd privé straf door de publieke straf
,• 2. De humanitaire periode en de klassieke leer 3
◦ Engels politiek-liberale gedachten
▪ J. Bentham (grondlegger utilitarisme): verdedigt concept van de doelstraf
• straffen moeten een pragmatisch nut hebben
◦ Franse filosofen en Encyclopedisten
▪ De persoon die het sociaal contract schend moet hiervoor worden gestraft
▪ louter mechanische rol van de strafrechter: la bouche qui prononce la loi
◦ Cesare Beccaria
▪ Centrale visie: goede en heldere wetgeving die een maximaal welzijn voor een
maximaal aantal mensen zou realiseren
• rechtszekerheid = geen straf zonder voorafgaande wettelijke bepaling
▪ Enige rechtvaardiging van de straf in de afschrikkende werking ervan
◦ Duitse school
▪ Kant: beginsel van de vergelding
• mens moet door de rechter gestraft worden omdat hij misdaan heeft
• straf is geen middel tot doel maar de uitdrukking van de gerechtigheid
▪ Klassieke leer: schuldbegrip staat centraal
• morele schuld is de verantwoording van de straf
• mens kan kiezen tussen 'goed' en 'kwaad' en bij misdrijf kiest hij voor kwaad
• doelstellingen: vergelding, intimidatie en voorkomen van herhaling
▪ Heel weinig oog voor het daderfiguur
• 3. De moderne periode
◦ De positivistische leer
▪ verzet zich tegen het concept van de mens als vrij wezen
▪ gericht op onderzoek vd oorzaken van criminaliteit (interne en externe factoren)
• figuur van de dader staat hier centraal
▪ individualisering van de straf wordt hier bevorderd
◦ De bio-sociologische school of eclectische school
▪ doel strafrecht: strijd tegen criminaliteit beschouwd als maatschappelijk verschijnsel
▪ individualisering van de straf staat voorop
▪ nood aan tweesporenstelsel: straffen en maatregelen
◦ De neo-klassieke school
▪ wilsvrijheid vorm de grondslag van het strafrecht (zoals bij de klassieke school)
• MAAR nemen aan dat factoren die wilsvrijheid kunnen aantasten en beperken
▪ voegen resocialisering toe aan de klassieke doelstellingen van de straf
◦ De theorieën van sociaal verweer
▪ Bescherming van maatschappij terug centraal gesteld
• niet de schuld maar de gevaarlijkheid van de delinquent rechtvaardigt ingrijpende
maatregelen ter beveiliging van de samenleving
▪ notie misdrijf wordt afgeschaft en vervangen door het concept 'kenteken van anti-
socialiteit'
• niet de strafbare daad maar de persoonlijkheid vd stater staat centraal
• straffen worden vervangen door beveiligingsmaatregeln
◦ Huidige opvattingen
▪ vergelding mag niet meer het primaire strafdoel zijn:
• belang voor integratie, herstel, bescherming vd maatschappij
▪ strekking reïntegratie gestoeld op rechtspraak van het EHRM
▪ alle stromingen hebben geleid tot wettelijke bepalingen (bv interneringswet) met
belang voor individualisering
, III. Indeling van het strafrecht 4
• 1. Algemeen deel/Bijzonder deel
◦ Materieel strafrecht bestaat uit twee delen:
▪ Algemeen deel: Boek I
• algemene principes met alle op misdrijven toepasselijke regels
▪ Bijzonder deel: Boek II
• verschillende misdrijven met hun bestraffing
• 2. Strafwetboek
◦ 1867
◦ Indeling in twee boeken (zie hierboven)
◦ Haus en Nypels: geestelijke vaders strafwetboek
◦ doorgedrongen door principes van de klassieke school
• 3. Complementaire wetten
◦ Beginselen die de complementaire wetten huldigen, hebben een algemeen karakter
▪ aangenomen dat zij deel uitmaken van het gemeen strafrecht ook al staan zij niet in
het strafwetboek
• 4. Bijzondere strafwetten
◦ Betrekking op bijzondere materies of bepaalde categorieën van personen
• 5. Werking van art. 100 Sw.
◦ Art. 100 Sw. = scharnierartikel
▪ scharnierartikel tussen algemeen strafrecht en bijzondere strafwetten:
• beginselen van het gemeen strafrecht zijn van toepassing op boek II en op
bijzondere strafwetten
◦ uitzonderingen:
▪ afwijkingen voorzien in bijzondere strafwetten
▪ hoofdstuk VII Sw. : regels inzake strafbare deelneming
▪ art. 85 Sw.: regels inzake toepassing verzachtende omstandigheden
◦ Dus alle regels uit boek I zijn van toepassing op bijzondere strafwetten
behalve art. 85 en hoofdstuk VII (tenzij een bijz. strafwet deze uitdrukkelijk
wel van toepassing verklaart)
• art. 11 BWHI: artikel over strafoplegging door decreten
◦ verwijst naar toepassing van Boek I: deze loopt tot art. 99bis want art. 100 is
een scharnierartikel
▪ dus de uitzonderingen van VII en art. 85 gelden niet voor decreten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller margothorowitz. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.25. You're not tied to anything after your purchase.