100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Anatomie En Fysiologie 2 $16.08
Add to cart

Summary

Samenvatting Anatomie En Fysiologie 2

 53 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

dit is een volledige samenvatting van de cursus anatomie, semester 2. er zijn foto's toegevoegd om de leerstof beter te begrijpen. succes!!

Preview 4 out of 67  pages

  • May 1, 2021
  • 67
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
HET BEWEGINGSSTELSEL VAN BOVENSTE GORDEL EN LIDMAAT
HOOFDSTUK 1: DE BEENDEREN

CLAVICULA- SLEUTELBEEN


ORIËNTATIE
• Mediale uiteinde: massief en naar mediaal gericht vlak
• Lateraal uiteinde: afgeplat
• Bovenzijde: vlak
• Onderzijde: onregelmatigheden
• Voorrand: convex in de mediale helft en concaaf lateraal
• Achterrand: concaaf in de mediale helft, convex lateraal


BESCHRIJVING
- Extremitas sternalis: massiefste deel van het been. Vertoont facies articularis en errond zijn ruwheden
voor een ligament
- Extremitas acromialis: ligt lateraal. Bovenvlak is plat en onderzijde is ruw. Er is en facies articularis
acromialis tss de onderzijde en de laterale rand
- Onderzijde van het bot: in het midden tss sulcus mi subclavii.
o Lateraal ervan zijn er het tuberculum condoideum en linea trapezoidea.




o Mediaal is de impressie voor lig costo-clavicularis
- Bovenzijde: vlak en onder de huid gelegen. Aan de onderzijde van het middenstuk is
er de sulcus mi subclavii
- De voorrand: ruw door de spierinserties (mediaal M. pectoralis, lateraal M
deltoideus)
- De achterrand: ruw in lateraal deel, door insertie M. trapezius

SCAPULA- SCHOUDERBLAD


ALGEMENE VORM EN ORIËNTATIE
Het is een driehoekig, plat been met 2 opvallende uitsteeksels.
➢ Hoek met het grote gewrichtsvlak is naar lateraal, de grote kam met vooruitspringende processus ligt
dorsaal, de duidelijke processus bij de articulaire hoek zit vast op de bovenrand




1 – 20

, - Beschrijving: 2 zijde, 3 hoeken en 3 randen
o Op de facies dorsalis ligt de spina scapulae
▪ Spina scapulae is een beenderige kam en strekt zich ¾ de
van de mediale rand naar de laterale hoek en loopt door tot
het acroniom.
▪ Verdeelt de achterzijde van de scapula in de fossa
supraspinale en infraspinale

o Het acromion= brede horizontale beenplaat die naar lateraal en voor
uitspringt (dak vd schouder)
▪ Mediaal en voor is de facies articularis acromii (hiertegen ligt de clavicula). De
achterrand verbreedt mediaal tot trigonum spina scapulae
o De facies costalis = concave, naar voor en mediaal gerichte zijde
▪ Bovenrand is de margo superior, lateraal deel ligt incisura scapulae (die
wordt overbrugd door lig transversum scapulae)
o De processus coracoideus of ravensbekuitsteeksel
▪ Ligt lateraal en springt naar voor, is palpabel



Hoeken en randen:

- Margo medialis: verticaal opstaande mediale rand
- Margo lateralis: naar lateraal en onder gericht, naar axilla
- Angulus superior: gevormd door margo medialis en superior
- Angulus inferior: gevormd door margo lateralis en medialis (gaat met een punt naar beneden)
- Angulus lateralis: gevormd door margo superior en margo lateralis. Is massiever en bevat het collum
scapulae en de cavitas glenoidalis (gewrichtspan)
o Cavitas glenoidalis is ovaal en concaaf, onder en boven liggen de tubercula supraglenoidalis
(lange kop van de biceps) en infraglenoidalis (lange kop van de tricepspees) als
aanhechtingspunten voor spieren




Fossa subclavicularis:

HUMERUS - BOVENARMBEEN


ORIËNTATIE
o Proximaal: hier ligt een bolvormige epiphyse
o Mediaal: ligt de gewrichtsvlakte van de epiphyse
o Dorsaal: grote 3hoekige punt in de distale epiphyse




2 – 20

,BESCHRIJVING
Proximale epiphyse, het caput humuri is naar proximaal, mediaal en dorsaal gewend

- Collum anatomicum: ligt rond het articulaire deel (begrenst het gewrichtsoppervlak)
- Tuberculum maius: lateraal gericht en draagt 3 facetten ivm insertiepezen (naar
proximaal/ dorsaal en 1 tussen beide)
o zorgt ervoor dat onze arm naar buiten kan draaien
- tuberculum minus
o ligt ventraal en draagt 1 facet (de voorzijde heeft een kleine knobbel). Het zorgt ervoor dat
we onze arm naar binnen kunnen draaien
- sulcus intertubercularis:
o wordt gevormd door de crista tuberculi minoris en maioris (de distale uitlopers van de
tubercula)
- collum chirurgicum: de vernauwing van de humerus distaal van de tubercula
o komen de meeste fracturen voor
- de diaphyse (lang deel van het bot): is het corpus humeri
o is 3hoekig op doorsnede
o ontstaan 3 margines (anterior, lateralis (radialis), medialis (ulnaris))

deze begrenzen 3 facies:
• De facies anterolateralis vertoont de tuberositas deltoidea, een V- vormige ruwheid, tot halverwege
het corpus (aanhechting van de M. deltoideus)
• De facies anteromedialis vertoont een tuberositas coracobrachialis. (aanhechting van de gelijknamige
spier).
o De tuberositas coracobrachialis is tss de processus coracoideus en de arcus
• De facies posterior vertoont de sulcus nervi radialis waarin de N. radialis verloopt. Bij een diaphysaire
fractuur kan deze zenuw gevaar lopen!

De distale epiphyse is de condylus humeri: dit zijn twee gewrichtsvlakken met fossae, en twee epicondyli, aan
het mediale en laterale uiteinde. Deze gewrichtsvlakken zijn de zadelvormige trochlea en en het bolvormige
capitulum humeri. Zij lopen in elkaar over.

• De trochlea humeri is als een onderdeel van een schroef. De groeve hierin loopt over ¾ van een cirkel.
• Het capitulum humeri ligt radiaal en is een deel van een sfeeroppervlak. Alleen het ventrale deel vormt
een gewrichtsoppervlak.
➔ Ze zijn allebei gescheiden door met kraakbeen beklede sulcus

➢ Hierboven liggen 2 ventrale fossae/ de fossa cornoidea (boven de trochlea humuri) en de fossa
radialis (boven de capitulum)
➢ Achter de trochea ligt de grote fossa olecrani
➢ 2 onderhuidse voelbare epicondyli (voor aanhechting spieren)
o Mediale: tegen de trochea (hierin is een goot voor de belangrijke zenuw (sulcus nervi
ulnaris)
o Lateraal: reikt meer distaal dan de ulnaire
De aanhechtingsplaatsen kunnen ontsteken bv radiair de tenniselleboog, ulnair de golfelleboog




3 – 20

, Crista supracondyaris medialis/ lateralis

ULNA- ELLEPIJP

➔ Ulna kan niet roteren


ORIËNTATIE
De dikste epiphyse ligt meer proximaal het gewrichtsvlak is volair/ ventraal georiënteerd. De margo
interosseus ligt meer radiair


BESCHRIJVING
3 margines
• De margo anterior is enkel distaal duidelijk.
• De margo posterior vormt de grens tussen het subcutane deel van ulna en deel waar spieren op
vasthechten (op processus styloideus).
• De margo interosseus is duidelijk en scherp, ze is proximaal ruwer.
3 facies
• De facies anterior is vlak en licht uitgehold, met proximaal de tuberositas ulnae (hierin past de pols).
• De facies posterior is minder glad, door oorsprongen van spieren
• De facies medialis is rond, glad en vrijwel geheel subcutaan gelegen.


Proximaal bevindt zich de crista supinatoria, een aftakking van margo interosseus.


De proximale epiphyse
• vertoont 2 processus
o de processus coronoideus is volair gericht.
o het olecranon is proximaal gericht. Ze past in de fossa olecrani van de humerus. De punt is
ook naar volair gericht.


➢ als je je arm buigt komt de processus coronoideus tegen de hummerus, als je strekt komt het
olecranon tegen de hummurus)

• 2 incisurae
o de incisura trochlearis is een halfcirkelvormige articulaire oppervlakte, volair van olecranon
en proximaal van de processus coronoideus.
▪ Ze wordt gevormd door twee vlakken en een kam die past in een groeve in de
trochlea humeri.

4 – 20

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annvangestel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $16.08. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$16.08  2x  sold
  • (0)
Add to cart
Added