100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Financieel management $4.82
Add to cart

Summary

Samenvatting Financieel management

 213 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting studieboek Basisboek Bedrijfseconomie van De Boer, Brouwers, Koetzier - ISBN: 9789001797881, Druk: Negende druk, Uitgavejaar: 2011

Preview 3 out of 6  pages

  • Yes
  • October 13, 2014
  • 6
  • 2013/2014
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Financieel Management.
Hoofdstuk: 3, 4, 11.1 & 11.2

Hoofdstuk 3. Financiële overzichten.
3.1 Investering en financiering.

Wie een onderneming drijft, dient te beschikken over productiemiddelen. Welke
productiemiddelen ingezet worden, hangt af van de activiteiten die de onderneming
uitoefent. Die wordt activa genoemd. We kunnen onderscheidt maken in:
- Vaste activa (meer dan een jaar, bijv. auto gebouwen, inventaris)
- Vlottende activa (minder dan een jaar, bijv. voorraad)
Deze investering kan gefinancierd worden door:
- Eigen vermogen (ter beschikking gesteld door de eigenaar/eigenaren)
(onbepaalde tijd)
- Vreemd vermogen (ter beschikking gesteld door schuldeiser(s)) (tijdelijk
vermogen)

Bij een faillissement worden vreemd vermogen verschaffers in ieder geval voldaan
voor dat de eigen vermogen verschaffers aan bod komen.

3.2 Balans en resultatenrekening.

We kunnen op enig moment de confrontatie maken van enerzijds de waarde van de
productiemiddelen waarin de onderneming geïnvesteerd heeft (activa) en anderzijds
van de manier waarop deze investeringen gefinancierd worden (passiva). Dit wordt
een balans genoemd. Normaliter heeft deze een T-vorm, waarbij aan de linkerzijde
(de debetzijde) de investeringen opgesomd staat, en aan de rechterzijnde (de
creditzijde) de financiering. Aangezien elke euro aan investering op de een of andere
wijze gefinancierd moet zijn, is de balans per definitie in evenwicht.

We kunnen de winst nader analyseren door te bekijken welke opbrengsten en kosten
gemaakt zijn in de betreffende periode. Een dergelijke opbrengsten/kosten-
confrontatie, wordt een resultaatrekening genoemd. De opbrengsten hoeven niet
samen te vallen met de ontvangsten. Opbrengst (omzet) wordt genomen in de
periode waarin de onderneming prestaties heeft verricht, zonder dat deze prestaties
ook al tot betaling heeft geleid. De kosten zijn eveneens niet gelijk aan de uitgaven.
Aflossing van vreemd vermogen worden niet in de resultaatrekening opgenomen. Dit
wordt ook wel een exploitatieberekening genoemd.

,Drie factoren die leiden tot verschillen tussen kasmutatie en de winst:
- Afschrijvingen.
Om de jaarlijkse afschrijvingen te kunnen bepalen, dient een schatting te worden
gemaakt van de levensduur en van de eventuele restwaarde.
Waarde auto: 80.000
Restwaarde: 20.000
Wordt in 5 jaar afgeschreven.
Waarde auto – restwaarde / aantal jaar afschrijven = afschrijving per jaar.
80.000 – 20.000 = 60. = 12.000 per jaar af te schrijven.
- Voorzieningen
Dienen gevormd te worden in geval van mogelijke toekomstige verplichtingen die
zich als gevolg van de bedrijfsuitoefening in het afgelopen jaar kunnen voordoen.
Bijvoorbeeld: Er loopt een rechtszaak, en hoogstwaarschijnlijk gaat het bedrijf deze
zaak verliezen. De kosten die hier aan verbonden zijn, zijn ongeveer €20.000,-. Hier
zal een voorziening voor gemaakt moeten worden in de resultatenrekening.
- Rechtstreekse vermogensmutaties
Als er door de eigenaar van de onderneming geld ingebracht of ontrokken wordt aan
de onderneming, dan mogen deze privéstortingen of privéonttrekkingen geen invloed
uitoefenen op de winst.

Activa: De productiemiddelen waarin een onderneming heeft geïnvesteerd.
Balans: Confrontatie van de waarde van de productiemiddelen waarin de
onderneming geïnvesteerd heeft en de manier waarop deze investeringen
gefinancierd zijn.
Creative accounting: Het flatteren van de winst door te optimistische schattingen bij
het opstellen van de jaarrekening.
Degressieve afschrijving: Methode waarbij aan de beginjaren een hoger
afschrijvingsbedrag wordt toegerekend dan latere jaren.
Eigen vermogen: Vermogen dat ter beschikking is gesteld door eigenaren, voor
onbepaalde tijd, de vergoeding is afhankelijk van de winst.
Lineaire afschrijving: Methode waarbij elk gebruiksjaar hetzelfde
afschrijvingsbedrag wordt toegerekend.
Passiva: De financieringsvormen van de onderneming.
Resultatenrekening: Confrontatie van kosten en opbrengsten in een periode.
Voorziening: Balanspost die mogelijke toekomstige verplichtingen weergeeft die zich
kunnen voordoen als gevolg van de bedrijfsuitoefening in het afgelopen jaar.
Vreemd vermogen: Vermogen dat ter beschikking is gesteld door schuldeisers voor
een bepaalde tijd, de vergoeding is normaliter vast.

, Hoofdstuk 4. Ondernemingsplan.

Van de Nederlandse ondernemingen valt 99% in de categorie midden- en kleinbedrijf
(MKB). Het gaat hier om bedrijven van maximaal 250 medewerkers. De helft van
deze bedrijven heeft geen personeel en runt het bedrijf in zijn eentje. De starters zijn
voor het grootste deel mannen (zo’n 70%). De starter is gemiddeld achter in de 30
als hij zijn onderneming opstart. Na vijf jaar is gemiddeld 40% van de ondernemingen
alweer opgeheven. Een van de oorzaken van dit hoge faalpercentage is het
ontbreken van een goede voorbereiding.

Het schrijven van een ondernemingsplan is van belang voor de starter zelf, maar ook
voor eventuele andere belanghebbende bij de startende onderneming, met name
potentiële financiers. In de eerst plaats zorgt een ondernemingsplan dat de
ondernemer zich bewust wordt of zijn idee toegevoegde waarde heeft ten aanzien
van gelijksoortige ondernemingen. In de tweede plaats zorgt een goed
ondernemingsplan ervoor dat de starter een overzicht heeft van alle stappen die
gezet dienen te worden voordat de onderneming daadwerkelijk van start kan gaan.
Eventueel benodigde vergunningen, de keuze van een rechtsvorm, de investeringen
die gedaan dienen te worden en nog vele andere zaken dienen in een
ondernemingsplan besproken te worden. Meestal beschikt de starter niet over
voldoende geld om de benodigde investeringen te kunnen doen. Hij is dan
aangewezen op anderen om het “financieringsgat” te kunnen dichten. Uiteraard
zullen die alleen bereid zijn om geld in de onderneming te steken als ze voldoende
vertrouwen hebben in een succesvolle exploitatie.

Financiers kunnen eigen vermogen of vreemd vermogen ter beschikking stellen. Als
het gaat om eigen vermogen kan de starter zijn onderneming de rechtsvorm van een
CV of een BV geven. Participatie maatschappijen hebben tot doel, deel te nemen in
startende ondernemingen, als de onderneming het stadium van “volwassenheid”
heeft bereikt, verkoopt de maatschappij zijn aandeel door. Er wordt in dit verband
vaak gesproken van venture kapitaal of durfkapitaal.

Vreemd vermogen is voor de financier minder risicovol, omdat op vreemd vermogen
meestal een vaste rente wordt vergoed. Ook bij een faillissement staan de
‘vreemdvermogen verschaffers’ vooraan in de rij om terug betaald te worden. Het zal
duidelijk zijn dat vooral bij startende ondernemingen het vertrekken van
vreemdvermogen met risico gepaard gaat.

Bij een borgstellingkrediet is bepaald dat, indien de onderneming niet in staat is de
lening terug te betalen, de Nederlandse staat de bank schadeloos stelt. Startende
ondernemingen worden ook vaak gefinancierd met achtergestelde leningen, dit zijn
leningen waarop de intrest en aflossing pas voldaan worden als de verplichtingen ten
opzichte van de overige schuldeisers zijn nagekomen. Deze leningen liggen qua
risicokarakter tussen eigen vermogen en vreemd vermogen in.
Net zoals verstrekkers van eigen vermogen dat doen, zullen ook vreemdvermogen
verstrekkers het ondernemingsplan gebruiken als middel om te beoordelen of er
sprake is van aanvaardbare risico’s.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MarijeR. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.82  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added