1. TIJDELIJK BONDGENOOTSCHAP TUSSEN OOST EN
WEST VALT NA TWEEDE WERELDOORLOG UITEEN
ONDERLING WANTROUWEN TUSSEN OOST EN WEST VOOR 1945
Vanaf het aan de macht komen van de communisten in Rusland tot aan de Tweede
Wereldoorlog hadden het Westen en de SU veel redenen om elkaar te wantrouwen:
❑ Tijdens WOI streed Rusland samen met Engeland, Frankrijk en de VS tegen
Duitsland. Na de Oktoberrevolutie sloot Rusland apart vrede met Duitsland.
Westerse troepen vielen als reactie Rusland binnen om de communisten ten val te
brengen. De communisten wonnen deze oorlog in 1922.
❑ In 1919 werd in Moskou de Komintern opgericht. Vrijwel alle communistische
groepen sloten zich bij de Komintern aan. Hun doel was om een wereldrevolutie die
de hele wereld communistisch zou maken bevorderen. Hierdoor voelde het Westen
zich bedreigd.
❑ De SU voelde zich bedreigd door het Westen, dat vijandig stond t.o.v. het
communisme. De SU was bang voor een 'kapitalistische omsingeling': het Westen
die een einde zou proberen te maken aan het communisme in de SU.
❑ In 1938 trok Stalin uit de Conferentie van München de conclusie dat de SU niet op
hulp uit West-Europa hoefde te rekenen bij een Duitse aanval.
❑ Eind augustus 1939 sloten Hitler en Stalin een niet-aanvalsverdrag
❑ In september 1939 werd Polen, bondgenoot van het Westen, door Duitsland en de
SU aangevallen en verdeeld.
Verschillen tussen het Sovjet-systeem en het westerse systeem:
Sovjet-systeem Westers systeem
Sociale verhoudingen Klassenloze samenleving Gelaagde samenleving,
vooral gebaseerd op
inkomen en bezit
Houding tegenover andere Nastreven van een Respecteren van andere
landen communistische regeringsvormen mits deze
wereldrevolutie niet de eigen regeringsvorm
bedreigen
Politieke stelsel Communistische Parlementaire meer-partijen-
partijdictatuur democratie
Staat versus individu Totalitaire staat Democratie / individuele
vrijheid
Economie Economische staatscontrole Ondernemers bezitten grond
met behulp van en bedrijven, willen zo groot
vijfjarenplannen mogelijke winst
,WANTROUWEN TUSSEN OOST EN WEST TIJDENS WO II VERSTERKT
Beide landen raakten betrokken bij de oorlog:
❑ De SU raakte direct betrokken bij de Tweede Wereldoorlog toen Hitler het niet-
aanvalsverdrag met de SU schond en op 1941 een grote aanval op de SU lanceerde
❑ De VS raakte bij de oorlog betrokken nadat Japan de haven Pearl Harbor
bombardeerde.
Het bondgenootschap tussen de SU en de VS berustte op een gemeenschappelijke vijand:
Hitler. Het wantrouwen tussen de twee bleef bestaan
Het tweede front
Vanaf 1941 tot 1944 vocht driekwart van het Duitse leger aan het Oostfront. Stalin wilde
naast het eerste front in Oost-Europa een Tweede front: een invasie van de westerse
geallieerden in Frankrijk om de druk aan het Oostfront te verlichten. Dit front kwam pas in
juni 1944. Volgens Stalin stelden de Westerse geallieerden opzettelijk de invasie uit om
eigen krachten te sparen en die van de SU te verzwakken.
De Poolse kwestie
Het wantrouwen van de Westerse geallieerden t.o.v. de SU nam toe door gebeurtenissen in
Polen tijdens de oorlog:
❑ De Poolse regering eiste dat na de oorlog de oude grenzen van Polen zouden
worden hersteld. Stalin wou dit gebied niet teruggeven omdat het vóór de Eerste
Wereldoorlog bij Rusland had gehoord.
❑ In 1943 vermoordden Russen ruim 20.000 Poolse krijgsgevangenen in het woud van
Katyn bij Smolensk
❑ In augustus 1944 kwam het Poolse verzet in opstand in Warschau tegen de Duitse
bezetter. De SU kwam toen niet te hulp, hoewel een Sovjetleger zich dichtbij bevond.
In het Westen werd gedacht dat de SU met opzet het niet-communistische Poolse
verzet heeft laten uitmoorden door de nazi's.
❑ De SU hielp in Polen een communistische regering aan de macht
DE CONFERENTIE VAN POTSDAM: BESLUITEN OVER DUITSLAND NA MOEIZAME
ONDERHANDELINGEN
In februari 1945 kwamen de Grote Drie (Roosevelt, Churchill en Stalin) in Jalta bijeen in
een conferentie over de voortzetting van de oorlog en de toekomst van Duitsland en Europa.
Eind juli 1945 kwamen de Grote Drie, als overwinnaars, opnieuw bijeen om de
onderhandelingen voort te zetten. Deze conferentie werd in Potsdam gehouden met
Truman, Attlee en Stalin.
De westerse geallieerden en de SU hadden met de toekomst van Duitsland verschillende
doelen voor ogen:
❑ De SU wilde Duitsland militair zwak houden, hoge herstelbetalingen en alleen een
regering toestaan die niet tegen de SU was
❑ De westerse geallieerden wilden dat Duitsland in eigen behoeften zou kunnen
voorzien, een democratische regering zou krijgen en geen hoge herstelbetalingen
hoefde te doen
De volgende voorlopige besluiten werden genomen in Potsdam:
❑ Duitsland werd in vier bezettingszones verdeeld: de SU, de VS, Groot-Brittannië en
Frankrijk kregen elk een zone. Berlijn werd ook in vier bezettingszones verdeeld,
hoewel de stad in de zone van de SU lag
, ❑ Duitsland moest in het oosten gebied aan Polen afstaan
❑ Oostenrijk, dat via de Anschluss bij Duitsland was ingelijfd, werd weer gescheiden
van Duitsland en werd apart in vier bezettingszones verdeeld
❑ Het politieke leven zou op een democratische grondslag worden georganiseerd
❑ Het nazisme zou worden uitgeroeid en de oorlogsmisdadigers worden berecht
❑ Duitsland zou volledig worden ontwapend en de oorlogsindustrie zou worden
ontmanteld
❑ Aan Duitsland werden vooral ten behoeve van de SU herstelbetalingen opgelegd
❑ Duitsland zou gedurende de tijd van de bezetting als een economische eenheid
worden beschouwd
De afspraak om de verschillende bezettingszones in Duitsland als economische eenheid te
beschouwen werd niet nageleefd. Er waren belangrijke verschillen tussen de SU aan de ene
kant en de westerse geallieerden aan de andere kant in de economische aanpak van de
Duitse bezettingszones:
❑ De SU schafte in haar zone het particulier bezit van grond, fabrieken, banken en
verzekeringsmaatschappijen af en haalde zo veel mogelijk schadevergoeding uit
haar zone.
❑ De westerse geallieerden handhaafden het particulier bezit en bevorderden het
economisch herstel in hun zones.
Deze afspraken waren 'tijdelijke' maatregelen in afwachting van een vredesverdrag voor de
lange termijn, een definitieve vredesverdrag zou echter nooit plaatsvinden. In 1947 voegde
de VS en Engeland hun zones samen tot een economische eenheid. Uit protest daartegen
verliet de SU het overlegorgaan dat de toekomst van Duitsland moest regelen.
GEALLIEERDEN VERDELEN DE WERELD IN INVLOEDSSFEREN
De SU en de westerse geallieerden voerden na de Tweede Wereldoorlog steeds meer een
apart beleid waardoor, Europa werd verdeeld in twee invloedssferen. Daarvoor hadden zij
verschillende redenen:
❑ De SU wilde veiligheid door een buffer in Midden-Europa te creëren tegen Westerse
agressie. Die buffer wilde de SU aanbrengen door met geweld communistische
partijen in een aantal Midden-Europese staten aan de macht te helpen.
❑ De VS wilden voorkomen dat het nog maar net van fascistische dictaturen bevrijde
Europa in handen zou vallen van de communistische dictatuur van de SU. Zij zagen
het communisme als een bedreiging van de westerse parlementaire democratie.
Bij de verdeling van de bezettingszones gingen de Geallieerden uit van het principe dat wie
een bepaald gebied op de Duitsers of de Japanners had veroverd, in dat gebied de grootste
invloed kreeg. Zo kreeg de SU Midden-Europa in haar invloedssfeer en de VS en de andere
Westerse geallieerden kregen vooral gebieden in West-Europa, Noord-Afrika en Azië.
VIJANDBEELDEN OVER EN WEER
In de VS, de SU en de landen die tot hun invloedssfeer behoorden, heerste tijdens de
Koude Oorlog wantrouwen en angst voor de tegenpartij. Deze angst kwam voort uit de
voortdurende kans op een gewapende confrontatie en werd gevoed door ideologische
propaganda. Er zijn twee mogelijke redenen waarom beide supermachten in hun
propaganda een vijandbeeld ontwikkelden:
❑ Om hun optreden te verklaren en te verdedigen
❑ Omdat zij geloofden in dit vijandbeeld en de juistheid ervan meenden te kunnen
bewijzen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fieneickmans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.