100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
Previously searched by you
Samenvatting Hoofdstuk 5 - Verlichtingsideeën en de democratische revoluties - Examenkatern vwo - Training voor het nieuwe examen met historische contexten, ISBN: 9789057309656 $5.88
Samenvatting Hoofdstuk 5 - Verlichtingsideeën en de democratische revoluties - Examenkatern vwo - Training voor het nieuwe examen met historische contexten, ISBN: 9789057309656
2 views 0 purchase
Course
Geschiedenis
Level
VWO / Gymnasium
Book
Training voor het nieuwe examen met historische contexten
Uitgebreide samenvatting van Hoofdstuk 5 - Verlichtingsideeën en de democratische revoluties
Examenstof VWO-examen geschiedenis
Hoofdstuk 5 verlichtingsideeën en de democratische revoluties 1650-1848
May 2, 2021
16
2020/2021
Summary
Subjects
geschiedenis
vwo examenstof 2020 2021
verlichting
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Secondary school
VWO / Gymnasium
Geschiedenis
6
All documents for this subject (4876)
Seller
Follow
fieneickmans
Content preview
VERLICHTINGSIDEEËN EN DE DEMOCRATISCHE
REVOLUTIES
1. VERLICHTE IDEEËN OVER DE IDEALE SAMENLEVING
DE WETENSCHAPPELIJKE REVOLUTIE EN HET EMPIRISME
Vanaf de renaissance kwamen er steeds meer onderzoekers die geen geestelijke waren.
Onderwerpen die niet met het geloof te maken hadden werden nu vaker onderzocht. Er
volgde een periode vol uitvindingen, de Wetenschappelijke Revolutie:
o Manier van onderzoeken: observeren, experimenteren en redeneren
o Grote veranderingen door uitvindingen (medische zorg, energiebronnen, etc.)
o Met geweld gepaard gaand verzet van de Kerk
Empirisme: Renaissance-onderzoekers wilden elk onderzoek van de natuur baseren op
waarneming, ervaring en experiment. Dit deden ze ook al in de middeleeuwen maar in de
renaissance ging dit veel systematischer. Vlaamse arts Vesalius legde met Over de bouw
van het menselijk lichaam (1534) de basis voor moderne geneeskunde. Deze zou voortaan
in grote mate steunen op systematische anatomische ontleding van het menselijk lichaam.
VERZET TEGEN DE WETENSCHAPPELIJKE REVOLUTIE, VOORAL VAN DE KERK
De kerk was tegen de onderzoeken van de Wetenschappelijke Revolutie: de kerk verloor
haar greep op de wetenschap en belangrijke kerkelijke opvattingen werden ondermijnd.
Bruno en Galilei zijn wetenschappers die slachtoffer waren van kerkelijke tegenstand:
o Bruno werd een priester in een klooster maar moest al snel vluchten omdat hij werd
aangeklaagd wegens ketterij. Hij was een aanhanger van Copernicus, die geloofde
dat de aarde om de zon beweegt, en van Luther. Hij werd door een Venetiaanse
edelman verraden aan de Inquisitie. Hij werd in 1600 terechtgesteld.
o Galilei bewees m.b.v. telescopen dat Copernicus gelijk had. Hij werd door de kerk
veroordeeld tot ketterij. Hij trok zijn opvattingen voor de rechtbank in en beloofde er
nooit meer over te schrijven. Hij kreeg levenslang huisarrest.
VANAF EIND 16DE EEUW GAAN REGERINGEN DE WETENSCHAP STEUNEN
Eind 16de eeuw gingen wetenschappers samenwerken in wetenschappelijke verenigingen.
Die verenigingen kregen steun van de overheid die het nut van de wetenschap gingen
inzien: door uitvindingen als vuurwapens, stoomschepen en spoorwegen, kregen de
Europeanen een voorsprong op de rest van de wereld.
Isaac Newton: Stelde de leer van de zwaartekracht op. Werd door de Engelse koningin
Anna verheven tot de adelstand en kreeg een standbeeld.
Antoni van Leeuwenhoek: Ontwierp microscopen en ontdekte micro-organismen in water.
Hij werd in 1680 lid van de Royal Society.
Door de Wetenschappelijke Revolutie gingen meer mensen vertrouwen op hun eigen
verstand en luisterden ze niet meer klakkeloos naar wat de Bijbel of oude filosofen als
Socrates en Aristoteles zeiden.
,KANT OVER DE DEFINITIE VAN VERLICHTING EN HET RATIONALISME
Volgens Duitse filosoof Immanuel Kant is de Verlichting ‘het uittreden van de mens uit zijn
onmondigheid, waaraan hij zelf schuldig is.’. Volgens Kant is onmondigheid het onvermogen
zich van zijn verstand te bedienen zonder de leiding van een ander. Hij was eerst een
aanhanger van het rationalisme maar veranderde gedeeltelijk van gedachten door het
empirisme. Maar het empirisme kon het succes van de wetenschap volgens hem niet
verklaren. In zijn boek Kritiek der reinen Vernuft (1781) stelt hij dat kennis alleen tot stand
kan komen door het combineren van kennis en ervaring.
DE VERLICHTING EN RATIONALISME
De 18de eeuw wordt de Verlichting genoemd. De onderzoekers in deze tijd, de verlichters,
vonden dat de samenleving net als de natuur op een redelijke manier (met het verstand)
moest worden onderzocht. Daardoor zou de kennis van de mensen toenemen. Deze visie
wordt het rationalisme genoemd. Het leidde tot optimisme en vooruitgangsgedachte.
Verlichters en sociale verhoudingen: Net als in de renaissance was het voor de verlichters
belangrijk dat de mensen ook tijdens hun leven op aarde gelukkig waren. Volgens hun moest
op het gebied van sociale verhoudingen veel verbeterd worden. Vrijheid en gelijkheid
waren daarin de belangrijkste begrippen. Ze pleitten voor vrijheid van meningsuiting, vrijheid
van drukpers, gelijksvrijheid, gelijke rechtspraak en gelijke kansen voor iedereen. Ze toonden
echter ook verschillen in het denken over gelijkheid:
o Verschillen in het denken over taken van vrouwen -> Sommige verlichters waren
voor gelijke politieke rechten voor vrouwen maar een meerderheid vonden dat
vrouwen een andere taak hadden dan mannen: echtgenote, moeder en huishoudster.
Ze beriepen zich op de biologische verschillen tussen man en vrouw.
o Verschillen in het denken over de afschaffing van slavernij -> De verlichters
gingen er vanuit dat alle mensen ongeacht hun cultuur, etnische afkomst of het volk
waartoe zij behoorden, gelijk waren. Maar de afschaffing van slavernij vonden veel
verlichters en hun aanhangers een stap te ver.
Verlichters en de godsdienst: Verlichters waren het op godsdienstig gebied eens met
elkaar op de volgende gebieden:
o Religieuze tolerantie -> Men moet verdraagzaam zijn tegen mensen met een
andere geloofsovertuiging
o Scheiding tussen kerk en staat -> De kerk moet zich bezig houden met
godsdienstige zaken en de staat met bestuur en rechtspraak. Frederik de Grote, vorst
van Pruisen steunde dit ideaal
Maar er was verdeeldheid over de invloed van God op het dagelijks leven:
o God heeft de wereld geschept, maar God grijpt niet in de wereld in. De wereld werd
volgens hen beheerst door natuurkrachten die aangetoond en verklaard konden
worden.
o Andere verlichters wisten niet of ze wel in een God geloofden, zij worden agnosten
genoemd.
Verlichters en de economie: Op economisch gebied waren de belangrijkste uitgangspunten
van de verlichters:
o Ieder individu moet de vrijheid hebben zijn eigenbelang na te streven. Op die manier
is er welvaart voor iedereen
, o Het economisch beleid van een staat moet op de volgende pijlers rusten: een vrije
markteconomie, vrijhandel en zo weinig mogelijk overheidsingrijpen.
Adam Smith: Schreef Inquiry into the nature and causes of the wealth of nations. Voorvader
van de economie.
Verlichters en de politiek: Op politiek gebied waren de belangrijkste uitgangspunten van de
verlichters:
o Volkssoevereiniteit -> Degenen die de macht uitoefenen, ontlenen hun macht aan
het volk en zijn daarom verantwoording schuldig aan het volk. Locke, Rousseau en
Montesquieu schreven hierover.
o Het sociaal contract tussen vorst en volk of burgers onderling -> Sommige
verlichters pleitten voor het sluiten van een contract tussen vorst en volk of tussen de
onderdanen onderling. Dit zou voorkomen dat er nieuwe oorlogen tussen vorsten en
volk en tussen burgers onderling zouden uitbreken. Verlichters dachten deels
verschillend over dit contract maar ze waren het erover eens dat de burgers bepaalde
taken zoals de rechtspraak, moesten overdragen aan de overheid en dat de overheid
via wetgeving de rechten van de burgers moest waarborgen.
o De scheiding der machten -> Montesquieu schreef in zijn boek De l’esprit des lois in
1748 over de scheiding der machten: De wetgevende macht ligt bij de overheid die
wetten maken, verbeteren of afschaffen. De rechtsprekende macht mag niet in
handen zijn van de wetgevende macht, er is kans op onderdrukking. Ook de
rechtsprekende en uitvoerende macht mag niet in de handen zijn van dezelfde
persoon.
Op politiek gebied zijn ook een aantal tegenstellingen zichtbaar tussen verlichte denkers.
Sommige verlichte denkers zijn meer gematigd en de andere juist radicaal.
Locke: Was voor een representatieve (indirecte) democratie
Montesquieu: Aarzelde tussen democratie en aristocratie. Bij democratie was er het gevaar
dat het algemeen belang verdrongen zou worden door het eigenbelang v.d. partijen.
Rousseau: Voor democratie, maar pessimistisch over de vooruitzichten ervan.
Voltaire: Tegen democratie. Hij haat een regering door de massa.
VOLTAIRE OVER DE VRIJHEID VAN DENKEN EN DE ROL VAN DE STAAT
Bij Voltaire de overtuiging dat de autoriteiten misbruik van hun macht maakten. Hij was een
voorvechter voor de vrijheid van meningsuiting en verdedigde daarbij mensen die vervolgd
werden voor wat zij dachten. Zo mengde hij zich in de rechtszaak tegen calvinist Jean Calas.
Calas werd er van beschuldigd dat hij zijn zoon heeft vermoord omdat hij zich wou bekeren
tot het katholicisme. Calas werd gemarteld en gedood. In het begin was deze zaak een
godsdienstkwestie (waren de protestanten of katholieken in het gelijk hier?) maar al snel
werd het persoonlijk en deed Voltaire er alles aan om de naam Calas te zuiveren, en dat
lukte.
In Letters concerning the English nation gebruikte Voltaire de Engelse regeringsvorm om
kritiek te leveren op andere regeringsvormen.
SPINOZA EN DE INVLOED VAN GOD OP HET DAGELIJKS LEVEN
Volgens Spinoza is alles wat bestaat, een verschijning van God. God heeft de natuur
geschapen. God is dan wel de schepper maar heeft geen invloed op het dagelijkse leven.
Het bestaan van wonderen ontkende hij: het is geen bewijs van de aanwezigheid van God,
maar van de orde in de natuur. Bijbelse profeten waren volgens hem gewone mensen met
veel fantasie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fieneickmans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.