H1 PLANTEN
Les 1
Hoe kun je wieren onderscheiden?
Ze hebben geen echte wortels, stengels, en bladeren
Soorten wieren
- Eencellige (algen)
- Meercellige ( blaaswier , groene zeesla)
- Flap ( verzamelnaam voor alle draadvormige wieren die je vooral in overbemeste
sloten ziet)
- Boomalgen kunnen het best gedijen onder vochtige omstandigheden
Noordwestelijke kant van een boom beste plek voor boomalgen
Waarom korstmossen niet in de groep mossen?
- het is een samenlevingsvorm tussen alg en schimmel
Hoe heet zo een samenlevingsvorm
-symbiose
Wat hebben de organismen daar van elkaar
-voordeel
wat hebben mossen nodig
- vochtige leefomgeving
Wat hebben mossen niet
- transportsysteem van vaatbundels, geen.echte wortels maar haartjes die vasthechten.aan
bodem
Waarom groeien mosplanten in groepen bij elkaar?
- om het benodigde water vast te houden en verdamping tegen te gaan
Wat produceren mosplanten ten behoeve van de voortplanting
- sporendragers of sporenkapsels
Waaraan zijn paardenstaarten en varens beter aangepast?
- aan een droger landleven
- echte wortels en stengels met wasachtige laag die uitdroging tegengaat, stengels en
bladeren bevatten vaatbundels, houtachtig materiaal zorgt voor? Stevigheid
-Hierdoor kunnen ze ook in de hoogte groeien en kunnen ze beter zonlicht benutten
Varens hebben grote veernervige bladeren met aan de onderkant sporendragers die
ontstaan
Welke planten horen bij de groep van sporenplanten
- varens, mossen, paardenstaarten omdat ze zich geslachtelijk voortplanten dmv sporen
Wat hebben zaadplanten net als paardenstaarten en varens
,- wortelstelsel en vaatbundels
Vaatplanten > paardenstaarten, varens, zaadplanten kun je hierin indelen vanwege
vaatbundels
Zaadplanten zijn best aangepast aan een > droog landleven
Hebben een wasachtige laag waardoor geen uitdroging
Voorbeeld zaadplant > naaldboom of loofboom
Anders aan zaadplant > zaad veel groter dan spore en embyonaal plantje met voedsel voor
kiemperiode
Wat hebben coniferen niet? Bloemen en vruchten, noem.je ook wel naaktzadigen
Bedektzadigen > zaden in vrucht
Les 2
- Knoppen groeien uit tot zijtakken, bloemen of bladeren
- Kiemings en groeifactoren > licht, co2, o2, h2o, voedingszouten en water
- Waar vind fotosynthese plaats> in de bladgroenkorrels
- fotosynthese> mbv energie uit zonlicht kunnen de bladgroenkorrels uit co2 en water
energierijke suikers vormen.
Assimilatie (aanmaak van energie)
Dissimilatie (afbraak/verbranding suikers, omgekeerde fotosynthese)
Waardoor overlappen bladeren elkaar niet > zonlicht
Co2 kan niet zomaar door opperhuid > huidmondjes (ook voor zuurstof afgeven en
opnemen)
hoofd en zijnerven zorgt voor constante wateraanvoer
Wasachtig laagje tegen verdamping en uitdroging
Celkern > bevat erfelijk materiaal ( chromosomen)
Celplasma > water en eiwitten en organellen ( cel onderdelen met speciale functie)
Celmembraan > om cel, reguleert transport
Celwand > stevigheid
vacuole > blaasje gevuld met water en opgeloste stoffen (reservestoffen, kleurstoffen,
afvalstoffen)
Wortelstelsel plant functies
- verankeren in de grond
- Opnemen water en voedingszouten uit bodem
- soms reservevoedsel opslaan
Wortelharen > wateropname
Stengel functie
- draagt bladeren, meer licht
- Stevigheid
- transport water en voedingstoffen (Vaatbundel)
2 vaatbundels:
,- bastvaten liggen dichtst bij de buitenkant van de stengel en vervoeren suikers vanuit
bladeren naar rest plant
- Houtvaten meer naar het midden en vervoeren water en zouten vanuit wortel omhoog
Cambium
Dun laagje cellen tussen bast en hout vaten dat voortdurend nieuwe cellen aanmaakt, ook in
stengel daardoor kan plant in breedte groeien.
Bomen
Beschermlaag schors
cambium naar buiten toe bastvaten, naar binnen toe houtvaten
ringen die gevormd worden door de lagen houtvaten die elk jaar aangemaakt worden
Overschaduwd laagblijvende planten
Loofbomen ( platte blede bladeren) en naaldbomen ( smalle harde bladeren die behoren tot
coniferen omdat ze geen bloemen en vruchten en bladeren hebben)
samengesteld blad > één bladsteel met meerdere blaadjes (bv es)
enkelvoudig bv eik
Mechanische afweer
- Doorn > vb meidoorn
- Stekel (braam en een roos)
- Brandnetel > brandharen aan onderkant met netelcellen die bijtende vloeistof
produceren
Chemische afweer > giftig
Indirecte afweer > aantrekkelijk maken voor vijanden
Les 3
ongeslachtelijke voortplanting (vermenigvuldigen via ouderplant)
- deel van de plant uitgroeien tot nieuwe plant > zonder zaden
- nakomelingen beschikken over hetzelfde erfelijk materiaal> zelfde eigenschappen
als ouder
- eenvoudige manier om gewassen met bepaalde eigenschappen te telen en
vermeerderen
- bollen, knollen, uitlopers
geslachtelijke voortplanting
- versmelting mannelijke geslachtscel (in stuifmeel) met vrouwelijke geslachtscel
- er ontstaat variatie binnen één soort > grotere kans op nakomelingen die beter zijn
aangepast aan veranderende omgevingsfactoren (natuurlijke selectie)
- wordt in land en tuinbouw gebruikt om gericht bepaalde eigenschappen te
combineren en betere gewassen te kweken
bollen
, - bolrokken> opslaan reservevoedsel, gespecialiseerde bladeren onder de grond,
ertussen knoppen
- eindknop> plant
- oude bolrokken> beschermende bolvliezen
knollen
- uitlopers
- wortelstokken als ze onder grond groeien
zelf uitloper creëren > afleggen
ongeslachtelijk vermeerderen> stekken
scheuren
dit alles > klonen> kunstmatige manier van voortplanting waarbij een identieke genetische
kopie van een organisme wordt geproduceerd uit één ouder
stamper > vrouwelijke geslachtsorgaan van een bloem en vormt de vrouwelijke
geslachtcellen in de zaadbeginsels
zaadbeginsels groeien uit tot zaden, vruchtbeginsel groeit mee en vormt beschermende
vrucht om zaad
mannelijke geslachtsorganen bloem> meeldraden
helmknoppen> produceren stuifmeelkorrels, die mannelijke geslachtscellen bevatten
kelkbladeren> beschermen bloem in de knop
kroonbladeren> opvallend
bij tulpen kelk en kroonbladeren samen bloemdek
lipbloemigen > vergroeide kroonbladeren en kelkbladeren
lintbloem > zaadje met daaraan pluizige paraplu > bv paardenbloem
tweeslachtig > stampers en meeldraden in 1 bloem
eenslachtig > aparte mannelijke en vrouwelijke bloemen (els, berk)(katjes > lange sliertjes
die stuifmeel bevatten)
tweehuizig> mannelijke en vrouwelijke bloemen op aparte planten (wilg, hulst)
eenhuizig > mannelijke en vrouwelijke bloemen aan dezelfde boom (els, berk)
kruisbestuiving> stempel van bepaalde plant wordt bestoven door stuifmeel van andere
plant
zelfbestuiving > stuifmeel van bloem komt op de stamper van zelfde bloem terecht
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isadekeizer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.