Voor de voorbereiding op de Landelijke Kennisbasis Toets (LKT) Geschiedenis.
In deze volledig uitgewerkte samenvatting staan alle kenmerkende aspecten, begrippen en context die je nodig hebt om deze toets te halen. Daarnaast is alles verduidelijkt met afbeeldingen.
Let op! Dit document komt ...
De leefwijze van jagers-verzamelaars.
Mannen gingen vooral jagen, terwijl vrouwen voedsel verzamelden. Er was geen vaste
woonplaats (nomaden) maar er werd rondgetrokken in kleine groepen. Er was af en toe een
periodieke bijeenkomst van deze groepen. Jagers en verzamelaars hadden een grote kennis
van de natuur.
De laatste ijstijd was ongeveer 10.000 jaar geleden. Tijdens
de ijstijd jaagden de jagers vooral op rendieren. Dat was
ook terug te zien op de grottekeningen. Deze kunstuitingen
waren misschien functioneel en niet zo zeer voor de kunst.
Ze waren analfabeet, daarom zijn de grottekeningen met
veel met symbolen. Er was tijdens deze leefwijze geen
duidelijk leiderschap. Ze dachten waarschijnlijk na over
leven na de dood.
Door de klimaatverandering was het mogelijk om langer op een plaats te blijven.
Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
Ze ontdekte wanneer ze een zaadje weer terug in de grond stopten, ze daar weer een
nieuwe plant voor terug kregen. Er veranderde veel in het leven, waardoor het een
landbouwrevolutie of een neolithische revolutie wordt genoemd. Niet overal was de grond
even vruchtbaar, daarom was er een brandcultuur. Daarbij verbranden ze de bovenste laag
zodat de grond weer vruchtbaar wordt. In vergelijking tot de jagers en verzamelaars kregen
deze mensen meer bezit. Doordat er meer mensen bleven op een
vast plek (sedentair), groeide het aantal mensen. Daardoor
ontstond er specialisatie en sociale gelaagdheid. Doordat er grote
groepen waren, kwam er behoefte aan een leider. Door de grote
groepen ontstonden er meer conflicten en dat betekent dat er
gewapend geweld kwam. Dit weten we door Otzi de ijsmummie.
Er was technologische vooruitgang. De eerste boeren in Nederland * 1 bandkeramiekcultuur
was de bandkeramiekcultuur die zich vestigden in het
tegenwoordige Zuid-limburg. Herkenbaar uit de opgravingen
waren de potten met een bepaalde rand. Veel later kwam er
boeren vanuit oost en Noord-Duitsland in het huidige Drenthe.
Hier vestigde de zogeheten
Trechterbekervolk ofwel hunebedbouwers. We herkennen nu
alleen nog de hunebedden en de opgravingen van de potten die
een herkenbare trechter hadden. * 2 trechterbekervolk
1
,Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
De eerste stadstaten ontstonden in
vruchtbare rivierdalen door aaneengesloten
boerendorpen. Deze ontstonden langs de
Nijl (Egypte), de Eufraat en de Tigris
(Mesopotamië), de Ganges en de Indus
(India) en de Hoang- Ho (China).
In een stad is er meer te doen. In
Mesopotamië was ook de allereerste
landbouwrevolutie dat was zo ongeveer
12.000 jaar geleden.
Niet iedereen hoefde meer boer te zijn,
waardoor er nieuwe beroepen ontstonden
en met een leider aan top. Dit noemen we
hiërarchie en dat betekent sociale
ongelijkheid. Leider staat bovenaan, daarna de priesters. Nieuwe beroepen is een
gevolg van verdergaande arbeidsspecialisatie. Er werd kunst gemaakt en aan
metaalbewerking gedaan door de vondst van koper, tin en ijzer. Brons werd ook gebruikt.
Dit werd gemaakt door een samenstelling van tin en koper.
Doordat er steeds meer landbouwopbrengst kwam wilden ze de landbouwopbrengst
bijhouden, dit noemen ween distributie-economie. Daarnaast door de hiërarchie en de
grote van de staten, werd het schrift ontwikkelt. Een van de eerste schriften komt uit
Babylon. Hierop staan de wetten geschreven door Hammoerabi. In een stad waren wetten
nodig om als koning te regeren. De stadstaten konden uitgroeien tot koninkrijken met een
vorst aan top. Een van deze koningen is Ramses II die leefde in Egypte. Hij werd gezien als
een van de grootste Farao’s allertijden. Tijdens zijn regeerperiode, wat meer dan 66 jaar
duurde, heeft hij meerdere tempels gebouwd. Een andere bekende farao is Echnaton.
Vernoemd naar de zon. Hij vond dat polytheïsme niet kon en dat je alleen maar de zonnegod
mocht vereren. Hij was niet zo populair.
2
,Tijdvak 2: Grieken en Romeinen
De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en
politiek in Griekse stadstaten.
De oude Grieken waren nieuwsgierig naar de wereld. Herodotus is een schrijver. Hij reisde
veel en gaf later lezingen vanuit zijn reisverhalen die hij had opgeschreven.
De nieuwsgierigheid naar de wereld gaf vorm in filosofie, geneeskunde, de natuur en
geschiedschrijving. Filosofie nam een grote vorm aan. Er werd door een aantal mannen veel
nagedacht over het leven. Socrates is een van de bekendste filosofen. Hij heeft zelf niets
achtergelaten, maar zijn studenten zoals Plato hebben over hem geschreven. Plato was
dichter voordat hij Socrates ontmoette. Plato ging in de leer bij hem. Wat Socrates’ leer
eigenlijk inhoud weten we niet echt alleen dat hij grootfilosoof was. Een andere grote
filosoof was Aristotelis. Twee van zijn bekende werken zijn ethica en politica.
Hellenisme duidt vooral op de verspreiding van de
Griekse cultuur. Dat vooral door Alexander de grote komt.
Alexander de Grote was koning van Macedonië en
Aristoteles was zijn leermeester. Hij veroverde het
Perzisch rijk wat heel groot was. Dit maakte hem
beroemd.
Er werd door filosofen ook nagedacht en gediscussieerd
over wat de ideale bestuursvorm van de polis is en er
werd ook nagedacht over de rol van de burger binnen de polis. Clisthenes was een
grondlegger van de Atheense democratie. De Atheense democratie wordt ook wel als
grondlegger gezien van de huidige democratie. Hoewel er wel wat verschillen zijn zoals dat
zij een directe democratie hebben en dat niet iedereen mocht stemmen. Alleen burgers
mochten stemmen. Dat was je als je een man was en geboren en getogen in Athene was.
Vrouwen en slaven mochten niet stemmen. Er was een gelaagde samenleving. Pericles was
een man die veel invloed had op de Atheense democratie. Daarnaast was hij een Redenaar
en generaal. Er zat verschil tussen de verschillende stadstaten in Griekenland. De twee
bekendste zijn Athene en Sparta. Athene was een democratie, terwijl Sparta veel gerichter
was op het leger en op sport.
3
, De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.
Wanneer je denkt aan kunst, denk je meteen aan de tempels. Deze zijn gemaakt in drie
verschillende stijlen: Dorische (basis), Ionische (met voluten) of Korintische stijl (met
arcadebladeren) in volgorde op de plaatjes.
De Griekse beelden zijn ook bekend. De beelden
hebben realistische lichaamsvormen. Wel zijn deze
mooier gemaakt dan dat ze zijn. Grieken hebben de
beeldhouwkunst afgekeken van de Egyptenaren en
deze in een korte tijd verbeterd. Door de uitbreiding
van het Romeinse Rijk, kwamen de Romeinen ook in
aanraking met de Griekse kunst. De Romeinen namen
deze manier van beeldhouwkunst later over. In
tegenstelling tot de Grieken waren de beelden niet
geromaniseerd. De beelden waren niet naakt en
mooier gemaakt. Deze beelden zijn nog realistischer.
Doordat het Romeins zo groot was, werd de Grieks-
Romeinse kunst verspreid. Romeinen zijn vooral
bekend met hun aquaducten (pont du gard),
amfitheaters met boogconstructies (Colosseum) en * 3 Koepel van het Pantheon
badhuizen. Daarnaast staan ze ook bekend om hun
koepels in gebouwen zoals het pantheon.
De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in
Europa verspreidde.
De Romeinen veroverde Griekenland, de Hellenistische koninkrijken, Noord-Afrika en West-
Europa. Dit werd veroverd tijdens de Punische oorlog ca.250 v.C. en 210 v.C. Hier zijn er drie
van waarvan de tweede het meest bekend. Dit was de oorlog tussen Carthago en de
Romeinen. De veldheer van Cartago, Hannibal, had een grote hoofdrol. Eerste oorlog,
versloeg hij de Romeinen. Meest bekend hiervan is dat er olifanten betrokken waren.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller TamaraEelkema. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $27.52. You're not tied to anything after your purchase.