Leerkracht 1.1 samenvatting hoorcolleges en theorie! + vragen
6 views 0 purchase
Course
Leerkracht 1
Institution
Hogeschool Marnix Academie (Marnix Aca)
In dit document heb ik een samenvatting gemaakt van alle hoorcolleges en onderwerpen die we behandeld hebben. Ook heb ik de theorie samengevat die in het tentamen voor komt. Ik heb hiervoor gebruik gemaakt van Cyclisch onderwijs ontwerpen, Meer dan onderwijs en Ontwikkelingspsychologie. Als laatste...
Self-determination theorie= theorie die ervan uitgaat dat elk individu beschikt over een
intensieke drang om zijn omgeving te exploreren en te begrijpen. Deze drang zorgt voor
nieuwsgierigheid, leergierigheid en intrinsieke motivatie. Als echter 1 van de 3
psychologische basisbehoeften (autonomie, relatie en competentie) niet is vervuld kan dit de
intensieke motivatie van de leerling belemmeren.
Autonomie= het gevoel van de leerling dat hij zelf invloed kan uitoefenen op wat hij doet.
De leerling ervaart vrijheid om een activiteit te doen die aansluit bij zijn persoonlijke doelen
en waarden (zelfbepaling). Het doel is dat doordat je kinderen ruimte geeft voor eigen
inbreng de intrinsieke motivatie toeneemt. Je kan ruimte voor zelfbepaling al bieden door
, kinderen uit verschillende werkvormen, inhoudelijke onderwerpen of door ze te laten kiezen
met wie ze die opdracht doen. Keuzevrijheid betekent niet dat de leraar niks te doen heeft
en achteroverleunt. Door leerlingen meer inspraak te geven en hun mening serieus te
nemen werk je ook aan de autonomie. Dit kun je doen door te vragen welke werkvormen
hen aanspreken, welke onderwerpen en welke leerstof ze wel of niet goed beheersen.
Relatie/ sociale verbondenheid= gaat om de behoefte van de leerling om zich gewaardeerd
te voelen en ergens bij te horen. Dit geldt zowel voor bij klasgenoten als bij de leerkracht.
Het gaat om het gevoel dat anderen hem waarderen en respecteren en het vermogen om
anderen te respecteren en vertrouwen te hebben in zijn of haar klasgenoten. Het is
belangrijk dat je als leerkracht niet laat merken als een kind je minder ligt, dit voelen de
andere kinderen namelijk ook aan en die willen dan minder met dat kind optrekken. Het is
dus belangrijk dat de leerkracht zijn of haar leerlingen leert kennen en geïnteresseerd is in
de achtergrond van een kind en ook zelf open over de gevoelens durft te zijn. Verder is het
pedagogisch klimaat ook heel belangrijk. Leerlingen moeten het gevoel hebben dat het niet
erg is om foutjes te maken of om vragen te stellen.
Competentie= ervaren dat je gewenste resultaten kunt halen en vertrouwen hebben in je
eigen kunnen. Als leerkracht kun je de intensieke motivatie versterken door vooraf te
vertellen wat je van de leerlingen verwacht (wel haalbare verwachtingen). Dit zorgt ervoor
dat het voor de leerlingen fijner is als ze weten dat ze het doel hebben behaald. Het gevoel
van competentie kunnen negatief beïnvloed worden als het doel te hoog of te laag is.
Leerlingen zijn eerder gemotiveerd als ze weten dat ze bij een leerkracht terecht kunnen
voor vragen of extra hulp.
Basisbehoefte Kern voor de leerling Begeleiding leerkracht
Autonomie Invloed kunnen uitoefenen op Keuzemogelijkheden creëren
eigen leerproces Belang van doelen uitleggen
Leerlingen serieus nemen
Relatie Gewaardeerd en gerespecteerd Echte belangstelling hebben
voelen Leerlingen waarderen zoals ze zijn
Positief klimaat creëren
Competentie Vertrouwen in jezelf Duidelijke, realistische verwachtingen
hebben en uitstralen
Voldoende uitdaging en ondersteuning
op maat bieden
Meer dan onderwijs (blz. 15-18) – de pedagogische opdracht van de basisschool
,Bij het zoeken naar een goede school zijn er bepaalde aspecten waar je op let. Denk hierbij
aan: de sfeer, de grootte, de visie en de schoolbevolking.
Pedagogische opdracht= het leiden en begeleiden van kinderen. Kinderen begeleiden bij
menswording. Onderwijs is dus gericht op leren leven en leren mens te zijn. Vormt als ware
de kern van het onderwijs; hoe bereidt je kinderen voor op het leven in een democratische
samenleving?
Van scholen wordt verwacht dat ze leerlingen goed gedrag, waarden en normen bijbrengen,
hen in aanraking brengen met verschillende levensbeschouwingen en culturen.
Je bent veel meer als leraar, je bent ook voorbeeld, ideaal, cultuurdrager,
vertrouwenspersoon, medespeler of scheidsrechter dus denk na over welke positie je
aanneemt tegenover de kinderen.
Meer dan onderwijs (blz. 310-322) – de rollen van de leraar
Het is de bedoeling dat je als leerkracht een leeromgeving voor de kinderen ontwerpt die
uitdagend is en waarbij kinderen keuzemomenten krijgen. De leraren kiezen geschikte
leerinhouden en activiteiten op grond van hun visie, kennis van de belevingswereld en de
interesse van kinderen.
Er zijn een vijftal rollen die een leraar heeft of moet beschikken
1. Ontwerper
2. Expert
3. Model
4. Coach
5. Onderzoeker
Ontwerper= als leraar ontwerp je uitdagende leeromgevingen waarin veel te ontdekken valt,
maar waarin kinderen ook leren te systematiseren. Je brengt kinderen concepten bij en
houdt hierbij rekening met de interesses van de kinderen. Het is belangrijk dat je kinderen
eerst zelf laat ontdekken voordat je er een opdracht aan koppelt.
Expert= een deskundige met uitgebreide kennis en inzicht van vaardigheden in elk
vakgebied. Een expert in het vakgebied waardoor hij de stof inziet en structureren erin kent.
Hij weet hoe kinderen oplossingen kunnen bedenken en weet hoe je die beoordeelt en
verbetert. Hij kent de didactiek van het vak; de wijze waarop je inhouden uit dit vakgebied
kunt onderwijzen of laten bestuderen en de daarbij behorende methodes kunt gebruiken. Je
weet welke hulp leerlingen nodig hebben.
Model= als leraar moet je je bewust zijn van je voorbeeldrol. Jouw identiteit, waarden en
hoe je die omzet in gedrag is wat de kinderen zien. Je laat zien wanneer kinderen iets goeds
doen en je laat het zien als je verontwaardigd bent of een andere mening hebt. Het feit van
dat je een model vraagt van je dat je goed jezelf kent, je bewust bent dat kinderen je
permanent meemaken en observeren, dat je een voorbeeld bent, dat je expliceert waarom
je kiest en handelt zoals je doet en dat je een rol speelt in de menswording van kinderen.
, Coach= het begeleiden van leerlingen tijdens hun leerproces met als doel: het optimaliseren
van het functioneren van het eigen sturing inzicht om daarmee de eigen kracht en het
gevoel van innerlijke zekerheid te vergroten. Een coach richt zich dus op de aandacht van het
leren. Je begeleidt dus bent er steeds mee bezig dat het kind zijn eigen oplossingen vindt. De
coachende manier zorgt ervoor dat kinderen veel ontdekken, kennis en nieuwe inzichten
opdoen. De leraar die coacht wil er zijn voor alle leerlingen, moet hen goed kennen en zijn
begeleiding kunnen aanpassen aan de verschillen.
Belangrijke voorwaarden om goed te kunnen coachen zijn:
Dat je het kind onvoorwaardelijk accepteert
Dat je vertrouwen hebt in de leermotivatie van het kind
Dat je vertrouwen hebt in het leervermogen en de ontwikkelingspotentie
Dat jezelf over voldoende competenties beschikt om te kunnen coachen.
“Leerlingen leren van de leraar als expert en met de leraar als coach”
Grove motoriek
De cefalocaudale groei is duidelijk te herkennen in de ontwikkeling van het rechtop gaan. Na
een halfjaar kunnen baby’s meestal rechtop zitten en van de buik op de rug rollen. Je hoeft
niet altijd te kruipen. Sommige kinderen slaan het over; ze gaan staan door zich ergens
tegenop te trekken en lopen dan met steun. Je kan de beginnende loper herkennen aan de
brede tred en de opgeheven armen die meehelpen om het evenwicht te bewaren. Een
voordeel van los leren lopen is dat de handen gebruikt kunnen worden om de omgeving te
leren kennen. De meeste kinderen kunnen na 15 maanden lopen
Leeftijd Vaardigheid
1 maand Draait hoofd in buikligging van het ene oor naar het andere
Volgt bewegend object met de ogen
3 maanden Richt hoofd op in buikligging
Reikt naar bungelende speeltjes
Kan ringvormig voorwerp vasthouden
Kijkt naar de handen
5 maanden Houdt hoofd recht bij rechtop houden
Rolt om
Kan voorwerpen pakken en vasthouden
7 maanden Kan zonder steun zitten
Pakt met de ene hand voorwerp uit de andere hand
9 maanden Kruipt of schuift vooruit op handen en voeten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yschaay. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.84. You're not tied to anything after your purchase.