Overheid en Privaatrecht
Week 3 – Contracteren met de overheid
1.Overeenkomsten met de overheid
Vermogensovereenkomst
Legaliteitsbeginsel, redelijkheid & billijkheid en contractsvrijheid
Het privaatrecht zal doorgaans dominant zijn bij door de overheid gesloten
overeenkomsten voor vermogensrechten. Het gaat om overeenkomsten waarbij
gebruik wordt gemaakt van het privaatrecht op zich en steunen op het gebruik van
subjectieve privaatrechtelijke rechten van de overheid. Er worden geen afspraken
gemaakt omtrent het gebruik van een publiekrechtelijke bevoegdheid.
Bij privaatrechtelijke overeenkomsten die betrekking hebben op een privaatrechtelijk
subjectief recht, is aan het legaliteitsbeginsel voldaan. In het BW is immers de
wettelijke basis geschapen voor het contracteren over dergelijke subjectieve rechten.
In beginsel dient er wel een publiekrechtelijk besluit zijn tot het aangaan van een
privaatrechtelijke overeenkomst. Zie hiertoe ook artikel 8:3 lid 2 Awb; dit besluit is
uitgezonderd van beroep bij de bestuursrechter.
De legaliteit zit hem in een besluit dat voorafgaat aan de privaatrechtelijke
rechtshandeling. Er moet dus ergens een voorbereiding en goedkeuring zijn (art. 160
lid 1 sub e Gemeentewet en art. 158 Provinciewet). Dit is een niet-appellabel besluit
(art. 8:3 Awb).
Art. 160 lid 2 Gemeenwet regelt wie bevoegd is tot het sluiten van privaatrechtelijke overeenkomsten. Het
besluit wordt niet genomen dan nadat de raad een ontwerpbesluit is toegezonden en in de gelegenheid is
gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.
Contractsvrijheid staat centraal, maar ABBB’s en grondrechten moeten in acht
worden genomen bij bestuurshandelen. Door de regels van art. 3:14 Awb is de
contractsvrijheid beperkt.
Geldigheid van de overeenkomst
In beginsel geldt dat een overeenkomst die in strijd is met de wet of openbare orde
respectievelijk goede zeden niet rechtsgeldig is. De regel van art. 3:40 lid 1 BW heeft
een algemeen karakter. Toch is de uitwerking van deze regel in het publiekrecht
anders dan in het privaatrecht. In het publiekrecht is er sprake van een duidelijk
verschil in positie tussen de overheid en de burger, zodat de gevallen waarin de
overheid zich op strijd met de wet kan beroepen, verschillen van die waarin de
burger dit kan doen.
Inhoud van de overeenkomst
Een privaatrechtelijke rechtshandeling, dus bijvoorbeeld de koop van een onroerend
goed. Een vermogensovereenkomst regelt geen bestuursrechtelijke
aangelegenheden.
Nakoming van de overeenkomst
Indien door de overheid een privaatrechtelijke overeenkomst wordt gesloten, is het
BW daarop van toepassing. De hoofdregel is: privaatrechtelijke regels voor nakoming
zijn daarop van toepassing. Van en door de overheid kan dus in beginsel nakoming
van een gesloten overeenkomst worden gevorderd. Via art. 3:14 kunnen
publiekrechtelijke regels wel van belang zijn.
Voor een tekortkoming geldt dat zowel de overheid als de burger in beginsel zijn
gehouden tot schadevergoeding, indien deze tekortkoming toerekenbaar is. (Let
, Notities Bijeenkomsten O&P 2021
hierbij op art. 6:74 en 6:81 BW). Ook kan er worden opgeschort of de overeenkomst
kan worden ontbonden.
Toepasselijk recht
De regels aangaande overeenkomsten uit het BW kunnen in beginsel op door de
overheid gesloten overeenkomsten worden toegepast. Deze regels worden echter
mede door het publiekrecht ingekleurd, en er kan in het publiekrecht aanleiding
worden gevonden van deze regels af te wijken. De algemene beginselen van
behoorlijk bestuur zijn hierbij tevens van toepassing, art. 3:1 lid 2 Awb jo. 3:14 BW.
Ook de grondrechten moeten te allen tijde in aanmerking worden genomen (zie
hiervoor de arresten Rasti-Rostelli en Amsterdam/Ikon). Er kunnen ook beleidsregels
of AVV’s zijn opgesteld omtrent de wijze waarop de overheid zal omgaan met haar
bevoegdheid tot het aangaan van en de inhoud van overeenkomsten.
De bevoegde rechter
In beginsel is de civiele rechter bevoegd om van geschillen kennis te nemen die
gebaseerd zijn op privaatrechtelijke overeenkomsten.
Bevoegdhedenovereenkomst
Legaliteitsbeginsel, redelijkheid & billijkheid en contractsvrijheid
Een bevoegdhedenovereenkomst druist niet tegen het legaliteitsbeginsel in. Voor
zover de overheid op grond van een publiekrechtelijke regeling beleidsvrijheid
toekomt, bestaat voor het invullen hiervan door middel van een
bevoegdhedenovereenkomst een wettelijke grondslag. In beginsel kan de overheid
derhalve over publiekrechtelijke bevoegdheden een overeenkomst sluiten. Deze
bevoegdheden moeten uiteraard wel worden uitgeoefend binnen de grenzen van het
recht. De overheid heeft toch al de bevoegdheid, dus kunnen ze ook overeenkomsten
sluiten over de uitoefening van de bevoegdheid. Er is alleen maar contractsvrijheid
als je binnen de bevoegdheid kan bewegen, en er een beetje speling bestaat. Als de
bevoegdheid al heel specifiek is vastgelegd, bestaat er geen beleidsruimte meer om
zelf invulling eraan te geven, waardoor je ook geen bevoegdhedenovereenkomst
meer kunt sluiten. Het rechtsgevolg van een bevoegdhedenovereenkomst is een
appellabel besluit, en derhalve een publiekrechtelijk rechtsgevolg.
Geldigheid van de overeenkomst
In beginsel geldt dat een overeenkomst die in strijd is met de wet of openbare orde
respectievelijk goede zeden niet rechtsgeldig is. De regel van art. 3:40 lid 1 BW heeft
een algemeen karakter. Toch is de uitwerking van deze regel in het publiekrecht
anders dan in het privaatrecht. In het publiekrecht is er sprake van een duidelijk
verschil in positie tussen de overheid en de burger, zodat de gevallen waarin de
overheid zich op strijd met de wet kan beroepen, verschillen van die waarin de
burger dit kan doen.
Inhoud van de overeenkomst
Dit zijn overeenkomsten waarbij de overheid op enigerlei wijze overeenkomst
omtrent bestuursaangelegenheden, bestaande in een afspraak omtrent het al dan
niet gebruiken van publiekrechtelijke bevoegdheden of over een publieke taak.
Nakoming van de overeenkomst
De bevoegdhedenovereenkomst wordt gesloten, voordat de
bevoegdheidsuitoefening plaatsvindt. Ter uitvoering van deze overeenkomst zal een
besluit genomen moeten worden overeenkomstig de gemaakte afspraken. Wanneer
de overheid haar afspraak niet nakomt, zijn er twee vorderingen denkbaar:
1. Vordering tot nakoming
2. Vordering tot schadevergoeding wegens wanprestatie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nickylimbourg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.