Opdrachten Historische ontwikkeling privaatrecht
Week 1
Tekst 1
1 Een persoonlijke actie is een actie tegen één groep personen tot wie je in een
verbintenisrechtelijke verhouding staat. Een zakelijke actie is een actie tegen/met een
object/zaak dat je wil opeisen. De persoon die die zaak op dat moment in zijn bezit had was
slechts een bijzaak. De procedure draait om het object en niet om hem. Je procedeerde of
tegen een persoon of een ding.
2 Het onderscheid tussen verbintenisrecht en het goederenrecht.
3 Een belangrijk verschil is dat het in het Romeinse recht niet om materiele rechten gaat
maar om puur als een procedureel probleem. Ze dachten vanuit de rechtsactie. Er is een
beperkt aantal acties, die zijn van te voren beschreven, en voor situaties waar geen actie
voor bestaat heb je dus ook geen procesmogelijkheid voor. Dan kun je nog zo je gelijk
hebben maar je hebt dan pech. Het eigendomsrecht bestond daar ook niet, daar ga je niks
over vinden, wel over de revindicatie.
Tekst 2
1 Dit staat bekend als natrekking.
2 Superficies solo credit
3 Onmiddellijk, wanneer de stenen op de grond staan.
4 In het Nederlandse recht staat dit bekend als verticale natrekking, beschreven in 5:20 BW
lid e. Dit zijn echter wel gebouwen en niet zozeer losse stenen die op de grond liggen.
5 Er is van de stenen nog niets gebouwd, dus die blijven eigendom van de aannemer.
6 Deze kunnen worden verkregen d.m.v. de revindicatie.
7 Hij zal hiermee een schadevergoeding krijgen in geld. Omnia iudicia pecuniaria sunt. De
maatstaf die de rechter hier hanteert, is een schatting van de waarde van de stenen.
Tekst 3
1 Daar lijkt wel op. De koper en tevens eigenaar van het schip verkrijgt namelijk die
materialen van een ander en die materialen worden daarmee dan ook zijn eigendom.
2 Op basis van het verkrijgen van eigendom door een koopovereenkomst van die materialen
of door zogenaamde natrekking bij roerende zaken.
3 5:14 BW, natrekking van roerende zaken.
, 4 Het schip lijkt mij de hoofdzaak en daarmee is, op basis van 5:16, de kiel een onderdeel
daarvan. Dus ook al is een ander eigenaar van de kiel, dan lijkt het mij dat de rest van de
boot als hoofdzaak kan worden beschouwd, met als gevolg dat bovenstaande stelling niet
meer helemaal opgaat. Het gaat om het casco van het schip, daar dat de hoofdzaak is.
Week 2
Tekst 1
1 De ik-figuur is de eigenaar van het geld en hij is middels bezitter.
2 Hij kan het wel leveren, maar er komt geen overeenkomst tot stand. Hij kan immers niet
meer rechten overdragen dan hij heeft: nemo plus.
3 Op grond van art. 3:111 BW blijft iemand die krachtens rechtsverhouding voor een ander
houdt, houder van die zaak. Op grond van dat artikel kan de houder niet beslissen voor een
ander te houden en wordt deze ook nooit eigenaar. Nemo Causam.
4 De ik-persoon blijft de eigenaar. Door de toe-eigening verandert de positie van de ik-figuur
van onmiddellijk bezitter naar niet-bezitter, maar de ik-figuur is blijft de eigenaar van de
geldbundel. Door de toe-eigening verandert de positie van degene van onmiddellijk houder
naar bezitter. Immers, degene begint door de toe-eigenaar het goed voor zichzelf te houden
in de zin van art. 3:107 lid 1 BW.
5 Geld is een res nec mancipi, waarvoor de traditio de overdrachtswijze is. Dit betekent dus:
beschikkingsbevoegheid, levering en een geldige titel. In casu is levering echter niet mogelijk,
want hij heeft het geld niet onder zich. Eigendomsoverdracht is dus niet mogelijk.
6 Dat kan is mogelijk. Voor de overdracht in de zin van art. 3:84 BW is vereist: een geldige
titel, zijnde de koopovereenkomst. Ten tweede een beschikkingsbevoegdheid, in casu is de
ik-persoon eigenaar van de buidel. Als laatste levering en op grond van art. 3:90 lid 1 BW
geschiedt levering van roerende zaken/niet-registergoederen door bezitsverschaffing. Dat
kan door middel vaneen daartoe bestemde akte ik de zin van art. 3:95 BW.
Tekst 2
1 Het gaat hier om een legaat en dat kan de vorm aannemen van een vindicatielegaat of een
damnatielegaat. Bij de eerste krijgt men direct het recht op iets en kan dus bijv. revindicatie
worden ingesteld. In casu ziet deze actie om vruchtgebruik en zal de actio confessoria
gebruikt kunnen worden. Bij een damnatielegaat bestaat de verplichting bij een ander om
het goed aan de erfgenaam te geven. Hier kan dus de actio es testamento worden ingezet.
2 Na Justinianus verdween het damnatielegaat en bleef het vindicatielegaat over, met als
gevolg dat dan de actio confessoria kon worden ingezet.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thomas_zz. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.