Samenvatting 'Inleiding privaatrecht' (incl. aantekeningen). Hoofdstukken: h6: par. 2 t/m 4.2 + 5, h8: par. 2, h10: par. 1 t/m 4 (boek: Inleiding in het Nederlandse recht, 20e druk) en extra: h11 - verbintenissenrecht (papierenversie). De samenvatting is uitgebreid, je zult niks missen en voorkenni...
Rechtssubject: drager van rechten en plichten uit objectieve recht.
Natuurlijke personen: mensen van vlees en bloed; dood → eindigt rechtssubjectiviteit +
plichten/rechten óf over erfgenamen (vermogensrechten; eigendomsrechten) óf teniet
(lidmaatschap voetbalclub);
Rechtspersonen: groepen en organisaties van mensen – objectieve recht – kunnen zelfstandig
drager zijn van rechten en plichten en zijn betreft vermogensrecht = natuurlijke personen.
Privaatrechtelijke personen: vereniging, stichting, BV en NV;
Publiekrechtelijke personen: Staat, provincies, gemeenten en waterschappen.
Vertegenwoordiging: natuurlijke persoon treedt op namens een rechtspersoon; bijv. een vereniging
kan niet zelf een computer kopen – voorzitter van bestuur (= natuurlijke persoon).
Eigen vermogen: vorderingen en schulden van eigen vermogen van rechtspersoon zijn volledig
gescheiden van die van zijn leden. Rechtspersoon speelt op allerlei terreinen belangrijke rol:
➢ NV/BV: rol in bedrijfsleven;
➢ Stichting: belangrijke samenwerkingsovereenkomst; bijv. gezondheidszorg en welzijnswerk;
➢ Vereniging: biedt juridische mogelijkheid om mensen met gemeenschappelijk belang voor dat
doel bijeen te brengen.
Rechtsfeit: feit waaraan het objectieve recht een of meer rechtsgevolg(en) verbindt.
Blote rechtsfeiten: rechtsfeiten die niet door het menselijk gedrag worden veroorzaakt; bijv.
dood, geboorte, tijdsverloop, ziekte, blikseminslag, overstroming, naburigheid en
verjaringstermijn;
Menselijke handelingen: rechtsfeiten die door actief menselijk gedrag worden veroorzaakt;
benoemd en geordend in regelgeving. Het recht verbindt er een rechtsgevolg aan; bijv. koop;
Rechtshandeling: menselijke handeling is wel gericht op rechtsgevolg =
rechtsgevolg is wel beoogd; vereisten: wil gericht rechtsgevolg die zich door een
wilsverklaring heeft geopenbaard; bijv. koopovereenkomst fiets – beoogde
gevolgen: eigendomsoverdracht fiets en betaling koopprijs;
Eenzijdige rechtshandeling: beoogde rechtsgevolg komt door de wil van een persoon
tot stand; bijv. testament;
➢ Persoonsgerichte eenzijdige rechtshandeling: bijv. opzeggen
arbeidsovereenkomst;
➢ Niet – persoonsgerichte eenzijdige rechtshandeling: bijv. aangifte geboorte kind.
Meerzijdige rechtshandeling: beoogde rechtsgevolg komt door de wil van twee
personen tot stand; gericht op hetzelfde rechtsgevolg; bijv. overeenkomst.
Feitelijke handeling: menselijke handeling is niet gericht op rechtsgevolg =
rechtsgevolg is niet beoogd;
Onrechtmatige daad: feitelijke handeling waarbij iemand aan een ander op
onrechtmatige wijze schade toebrengt. Rechtsgevolg: dader moet geleden
schade vergoeden (art. 6:162 BW); oftewel: handelen is in strijd met een
wettelijke bepaling;
Rechtmatige daad: handelen niet in strijd met een wettelijke bepaling;
➢ Zaakwaarneming: zonder bestaande rechtsverhouding (afspraak) zorgen
voor belangen van ander; bijv. buren zijn op vakantie en onverwacht
komt hun hond aanlopen, degene die voor hond gaat zorgen, kan de
kosten van die verzorging later bij de buren terugvragen; geen
voorafgaande overeenkomst nodig (art. 6:198 BW);
Gemaakt door: Devin Stroink
, 3
➢ Onverschuldigde betaling: iemand die bij vergissing of met zijn weten iets
heeft ontvangen wat hem niet verschuldigd was, is verplicht het terug te
geven aan degene van wie hij het ontvangen heeft (art. 6:203 BW);
➢ Ongerechtvaardigde verrijking: iemand is verrijkt ten koste van een ander
en die verrijking is onrechtvaardig. De verrijkte moet de schade dan
vergoeden tot het bedrag dat hij verrijkt is; Bijv. Piet (vader Jan) vraagt
schilder om huis van Jan te schilderen. Huis is geschilderd. Schilder dient
factuur in bij Piet. Echter betaalt hij niet vanwege faillissement. Wel
rechtsgrond: overeenkomst Piet-schilder. Oplossing: schilder kan schade
verhalen op Piet (art. 6:212 BW).
Wanprestatie (art. 6:74 BW): handelen in strijd met een zelf aangegane
verplichting (verbintenis); bijv. schilder verft muur groen i.p.v. blauw.
Privaatrecht/burgerlijk recht/civiel recht: regels die gelden voor juridische verhouding: burger ↔
burger. Het belang van de individuele burger staat centraal, zoals aankoop van een auto
(bescherming – betrokken partijen). Kritiekpunt: alle regels van privaatrecht raken het algemene
belang.
Regelend recht: het staat partijen vrij om andere, afwijkende afspraken te maken. Bijv. recht
woonruimte verhuren – gevolg: huurcontract verbod onderverhuur;
Dwingend recht: rechtsregel waarvan de partijen niet kunnen afwijken bij een overeenkomst.
Wel? → Afspraak = nietig (ongeldig). Alleen: rechter procedure verplicht wil stellen of om een
zwakkere partij te beschermen; bijv. huurrecht (huurbescherming) en arbeidsrecht
(ontslagbescherming).
➔ Lees het wetsartikel; niet duidelijk? → Beslissing rechter.
Publiekrecht: regels die gelden voor juridische verhouding: overheid ↔ burger of: overheid ↔
overheid. Regels die het algemeen belang (in)direct tot onderwerp hebben.
❖ Bestuursrecht;
❖ Strafrecht; overheidsbemoeienis, omdat naar oordeel van wetgever, de rechtsorde in het
geding is. Overtreding? = schending van rechtsorde;
❖ Staatsrecht;
❖ Internationaal recht.
➔ Uitzondering: privatisering: overheid doet iets wat de burger ook kan? = privaatrecht; Vb: NS.
Opbouw van Burgerlijk Wetboek (BW):
9 boeken → BW 9 ontbreekt; BW 1 t/m 8 + 10. Vb: boek 1: personen- en familierecht;
↓
Titels → Vb: titel 5: het huwelijk;
↓
Afdelingen → Afdeling 1: vereisten tot het aangaan van huwelijk;
↓
Artikelen
↓ (indien van toepassing:)
Leden
↓
Subleden → Gevolgd afk. wet: BW; Vb: art. 1:1 lid 1 sub a BW (bestaat niet)!
Gemaakt door: Devin Stroink
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DevinIStroink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.